Oud-Griekse godsdienst: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
→Vijfledige opvatting: Een vegetatiegodin is nog geen moedergodin. |
||
Regel 50:
#Thraco-Phrygische component;
#Indo-Europese component.
De "''fonds indigène''" zou de lokale goden (Titanen),
De Minoïsche inbreng zou de verering in grotten op bergtoppen geweest zijn, zoals [[Apollo (Griekse mythologie)|Apollon]] Aktros in [[Anactoriona]] aan de [[Ambracische golf]] en Zeus verering op de bergtoppen van de [[Ida (Kreta)|Ida]] en [[Imittos|Hymettus]]. Maar ook sommige elementen van de [[Demeter (mythologie)|Demetercultus]] (zie [[Potnia Theron]]) en de associatie van bepaalde vogels aan godinnen zijn afkomstig uit deze Minoïsche inbreng.
|