Biologische afbraak: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 2:
'''Biologische afbraak''' in de [[bodem]] is een proces waarbij [[organische stof|natuurlijk organisch materiaal]] (dat wil zeggen, afgestorven biologisch materiaal, bestaande uit [[stof (scheikunde)|stoffen]] waarvan de [[molecuul|moleculen]] een [[chemische binding]] tussen [[koolstof]] en [[waterstof (element)|waterstof]] bevatten) [[ontleding (scheikunde)|afgebroken]] wordt door de natuurlijke ([[biologie|biologische]]) activiteit van [[micro-organismen]], zoals [[bacteriën]] en [[schimmels]]. Stoffen die zich op deze manier laten afbreken, noemt men '''biologisch afbreekbaar'''. Alleen [[organische verbinding|organische]] (dat wil zeggen koolstof én waterstof bevattende) moleculen kunnen biologisch worden afgebroken.[[anorganische verbinding| Anorganische stoffen]] kunnen slechts [[ontleding (scheikunde)|uiteenvallen]] onder invloed van andere mechanismen.
 
De biologische afbreekbaarheid van [[oppervlakte-actieve stof]]fen ([[zeep (reiniging)|zeep]]) uit was- en schoonmaakmiddelen die in het milieu ([[wateroppervlaktewater]]) terechtkomen wordt in Europa geregeld in de [[detergentenverordening]]. Deze Europese wetgeving stelt volledige biologische afbreekbaarheid verplicht voor alle oppervlakte-actieve [[stof (scheikunde)|stoffen]] in was- en schoonmaakmiddelen. In deze verordening staan de testen die gebruikt moeten worden om de afbreekbaarheid van een gegeven stof te bewijzen. Volledige biologische afbraak betekent dat de [[organische verbinding|organische stof]] door micro-organismen (bacteriën) volledig tot de [[anorganische verbinding|anorganische stoffen]] [[koolstofdioxide]], [[water]] en eventueel [[zouten|anorganische zouten]] wordt afgebroken.
 
De meeste oppervlakte-actieve stoffen in was- en schoonmaakmiddelen veroorzaken [[schuim (structuur)|schuimvorming]]. Als ze niet snel worden afgebroken en ze komen in het [[oppervlaktewater]] terecht, kan er onaanvaardbaar veel schuim op waterwegen ontstaan, vooral als het water daar in hevige beweging is. Door het schuimprobleem ging de industrie in de vroege jaren 1960 op zoek naar snel biologisch afbreekbare oppervlakte-actieve stoffen.
 
Voor biologische afbraak zijn micro-organismen (bacteriën) nodig die oppervlakte-actieve stoffen kunnen gebruiken voor hun energievoorziening. In de praktijk gebeurt dit meestal in de [[waterzuivering]]sinstallatie. In biologische waterzuiveringsinstallaties is de concentratie van micro-organismen zeer hoog en gaat de biologische afbraak snel. De mate waarin en de snelheid waarmee dat gebeurt, hangen af van factoren als de doorlooptijd van het afvalwater in de installatie en de doelmatigheid waarmee deze werkt.