Tuinstad Staaken: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikiklaas heeft pagina Tuinstad Staaken (Berlijn) hernoemd naar Tuinstad Staaken: er is geen desambiguering nodig
Elizabeth'94 (overleg | bijdragen)
een paar germanismen verwijderd
Regel 1:
Tuinstad Staaken
 
[[File:Gartenstadt Staaken Kaufhaus.JPG|thumb|Winkelgebouw aan het Marktplein]]
 
De '''Tuinstad Staaken''' (duitsDuits: Gartenstad Staaken) is een wijk in het huidige Berlijnse stadsdeel [[Spandau_(district)|Staaken]], die tussen 1914 en 1917 naar ontwerp van de Duitse architect Paul Schmitthenner in het toenmalige dorp Staaken werd aangelegd. Vanwege de aanleg van de straten en pleinen, het intelligent omspringen met de woningtypes en varianten, en tenslotte vanwege haar invloed als voorbeeld voor de Berlijnse wijknederzettingen in de jaren twintig geldt zij als één van de meest beduidendebelangrijke stedenbouwkundige prestaties uit het begin van de 20ste eeuw. De [[tuinstad]] [[Spandau_(district)|Staaken]], die voor 5000 inwoners was bestemd, bestaat uit 1000 woningen en een groot aantal publieke gebouwen. In tegenstelling tot de meeste andere projecten van deze omvang en soort werd zij binnen een termijn van vier jaar bijna geheel gerealiseerd naar het oorspronkelijke ontwerp.
 
== Planning ==
Regel 27 ⟶ 25:
[[File:Gartenstadt Staaken, Hausgruppe Am Heideberg.JPG|thumb|Meergezinshuisgroep Am Heideberg]]
 
De plattegrondtypen 1 tot 3 zijn relatieftamelijk vergelijkbaar. Het betreft woningen voor vier families met steeds een van de straat naar het hof aan de achterzijde lopende brede gang met aan beide kanten een woning. De twee grotere woningtypes 2 en 3 hebben een ingangsloggia bij de middenas. Het woningtype 4 behelst een éénfamiliewoning en woningtype 5 een tweefamiliehuis. Dit laatstgenoemde woningtype dient als afsluiting voor de meerfamilie-woninggroepen en is de enige met een ingang aan de zijkant. De gevels van de door het beschreven bouwdoossysteem gemaakte woning zijn gestukt. De woninggroepen kunnen een lichte buiging vertonen of kunnen enigszins verspringen. Met betrekking tot de woninggroepen is soms gebruikt gemaakt van een spiegeling van de assen, maar dit is nooit met enige strengheid toegepast. In het beschreven bouwdoossysteem is afgezien van hoekwoningtypes. Daarvoor in de plaats zijn de hoeken door muren aan het stedenbouwkundig plan aangepast.
 
De plattegronden en gevels zijn harmonisch geproportioneerd. Zo wordt bij de gevels van de woningtypes de verhouding tussen breedte en hoogte regelmatig geleidelijk aangepast. Zij zijn steeds door de diagonaal bepaald. De gevels zelf tonen een relatief sobere vormgeving. Er wordt door de architect in 't geheel geen gebruik gemaakt van enige ornamentele versiering.
 
In de eerste bouwfase van 1914/1915 kon het op deze elementen berustende bouwdoossysteem van Paul Schmitthenner geheel worden ontplooid en gebruikt. Het in deze fase gebouwde deel vormt de kern van de wijk en beslaat de grond van de Marktplatz tot de Delbrückstraße en dat van de Langen Weg tot de straat Beim Pfarrhof. Op de overgang kunnen we ook een duidelijk onderscheid in de vormentaal van de verschillende delen van de wijk waarnemen. Een van deze delen ligt aan de straat Zwischen den Giebeln, waarvan reeds de naam als een architectuurprogramma kan gelden.
Paul Schmitthenner heeft zich ook met de inrichting en de meubels van de woningen van de tuinstad Staaken bemoeid. Een modelwoning werd speciaal als voorbeeld voor de toekomstige bewoners ingericht. De beginselen van Paul Schmitthenner voor de vormgeving van het interieur waren: eenvoudigheid en duidelijkheid van vorm, een hoge mate van combinaties toestaand, functioneel, solide, prijsgunstigvoordelig, en huismeubelen van goede verhoudingen. Het werk van de Dresdener Werkstätten werd als voorbeeld beschouwd. Het principe van Schmitthenner was: 'Alles moet netjes en waarachtig zijn. Niet meer pretenderen dan het is. Ook wat betreft mensen geeft dat een slechte indruk en het is onfatsoenlijk'. Dienovereenkomstig beriep de architect zich op het verleden en zei tegen zijn publiek: 'Kijk toch naar de woningen van Schiller en het tuinhuis van Goethe in Weimar! Daar kunnen we grote eenvoud en hoogste cultuur vinden.'<ref>Paul Schmitthenner: Die deutsche Volkswohnung. In: Daimler Werkszeitung, Jg. 1, Heft 15/18, 1920. S. 60-63.</ref>
 
== Oude en contemporaine voorbeelden ==
[[File:Gartenstadt Staaken, Hausgruppe Am Kleinen Platz.JPG|thumb|Eengezinshuisgroep Am Kleinen Platz]]
 
Door het bestuderen van de woningbouw uit de tijd van de [[Barok (stijlperiode)|barok]] en het [[Classicisme|classicisme]] kwam Paul Schmitthenner op het ontwerpen met bouwtypes. Zo'n benadering kunnen we bij vele progressieve architecten uit zijn tijd vinden. De toepassing van de materialen stuc en baksteen in de [[tuinstad]] [[Spandau_(district)|Staaken]] ging terug op een lokale bouwtraditie: stucpleister voor de woningbouw en baksteen voor de gemeentelijke en religieuze gebouwen. Wat betreft de architectuur van de [[tuinstad]] [[Spandau_(district)|Staaken]] zijn er echter ook verwijzingen naar het nabijgelegen [[Potsdam]] te vinden, en wel in het bijzonder naar het Holländische Viertel, de Hollandse wijk (1732-1742). Over het algemeen vertonen de meerfamilie-woningenAppartement burgerlijk-classicistische en de éénfamiliewoningenééngezinswoningen regionale, rurale en proletarische kenmerken. Het stedenbouwkundig ontwerp is sterk onder de invloed van het gedachtengoed van Camillo Sitte ontstaan.
 
Voor zijn ontwerp van de [[tuinstad]] [[Spandau_(district)|Staaken]] uit november 1913 kon Paul Schmitthenner zich ook laten inspireren door voorbeeldige oplossingen van tijdgenoten. Door de lezingen en de publicaties van Hermann Muthesius waren de Duitse architecten geheel vertrouwd geraakt met vooruitstrevende Engelse voorbeelden. Duitse voorbeelden daarentegen waren: de [[tuinstad]] Hellerau, die in 1909 door Richard Riemerschmid was ontworpen, de kolonie Gmindersdorf van Theodor Fischer uit 1903 en de wijk Margarethenhöhe, die Georg Metzendorf in 1909 had getekend. Aan het ontwerpen van de [[tuinstad]] Hellerau had Schmitthenner overigens zelf meegewerkt.
Regel 45 ⟶ 43:
[[File:Gartenstadt Staaken, Kirche.jpg|thumb|Kerk van 1922, in de achtergrond het pastorie (1927),<br />Architect: [[Curt Steinberg]]]]
 
Door de grote financiële ondersteuning door de Staat tijdens de oorlogsperiode en door het vastleggen van de gemaakte ervaringen in normen en regels werd de [[tuinstad]] [[Spandau_(district)|Staaken]] vooral in de eerste helft van de jaren twintig algemeen beschouwd als een goed voorbeeld van door de Staatstaat of andere publieke instelling gesteunde sociale woningbouw.
 
De tijdgenoten zagen en begrepen nog de wijze waarop werd teruggegrepen op oude voorbeelden. Zo herkende Fritz Stahl in 1917 de 'zekere beweeglijkheid en warmte, zoals de oude vanzelf ontstane nederzettingen op het land hadden, die hier bereikt werd, niet door het kunstmatig middel van de het na-apen van hun werking, maar alleen door de kunstzinnige bewerken van de uit de noodzakelijkheid afgeleide vormen.'<ref>Fritz Stahl: Die Gartenstadt Staaken. Berlin o. J. S. 10-11.</ref> Dit veranderde later. Architectuurcriticus Julius Posener kwam in 1979 tot het eindoordeel: 'de illusie van een middeleeuwse kleine stad is volledig gelukt'. Maar hij sprak tegelijkertijd van 'klitzekleinen Puppenstubenhäuschen (piepkleine poppenhuisgebouwtjes)'.<ref>Julius Posener: Berlin auf dem Wege zu einer neuen Architektur; das Zeitalter Wilhelms II. München 1979. S. 280.</ref>