Dynamische differentiecalorimetrie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Martix (overleg | bijdragen)
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 19:
Door bekende monsters (standaarden, zoals zeer zuivere metalen [[gallium]], [[indium]], [[tin (element)|tin]], [[lood (element)|lood]] en [[zink (element)|zink]]) kunnen de temperatuur én de energie aanwijzingen worden geijkt door het uitvoeren van een smelt.
 
Het mogelijke temperatuurbereik is voor een typische DSC ongeveer -175 °C tot 750 °C ( 100 K tot 1000 K ) in één opstelling. Omdat alléén de meetcellen van temperatuur worden veranderd, kan dit met betrekkelijk grote snelheid gebeuren ( tot wel 200500 graden per minuut ) en wordt gevoeligheidswinst verkregen.
 
Voor een typische DTA is het temperatuurbereik ongeveer gelijk voor een vergelijkbare opstelling, maar door een speciale uitvoering en materiaalkeuze is ook een opstelling mogelijk die tot 1600 Celsius kan meten. Omdat hier in beide gevallen de omhullende oven van temperatuur wordt veranderd, is de mogelijke snelheid kleiner ( ongeveer 20 graden per minuut )