Christenvervolgingen door Diocletianus, Galerius en Maximinus: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 52:
Op 30 april 311 geeft [[Galerius]] op zijn sterfbed, mede namens de keizers Constantijn en Licinius, het zogenaamde ‘Edict van Tolerantie’ of ‘[[Edict van Nicomedia]]’ uit, inhoudende dat christenen hun geloof weer mogen naleven, op voorwaarde dat ze de maatschappelijke orde niet aantasten.
Na het sterven van Galerius op 5 mei 311 kwamen [[Licinius]] (augustus van het westelijk deel, sinds 308) en Constantijn overeen en sloten Maxentius en [[Maximinus II Daia]] een akkoord over het verdere bestuur over het Romeinse Rijk. Constantijn en Maxentius troffen elkaar op [[28 oktober]] [[312]] bij de [[slag bij de Milvische brug|Milvische brug]] (nabij Rome). Maxentius had hier een numeriek overwicht. Constantijn zou gedroomd hebben dat er een [[Labarum]] (teken) aan de hemel verscheen en dat een stem de woorden sprak: "''[[in hoc signo vinces]]''" (''In dit teken zult gij overwinnen''). Constantijn liet zijn mannen het ''CHI-RHO-''
[[Paus Eusebius|Eusebius]] meldt, dat [[Maximinus II Daia|Maximinus]] in zijn districten in het oosten de vervolgingen hervatte<ref>Eusebius, Historia Ecclesiastica 9.2.1.</ref>. Een jaar later (313) bevochten Licinius en Maximinus Daia elkaar tijdens de [[Slag bij Tzirallum]]. Licinius versloeg Maximinus Daia en dwong hem tot zelfmoord.
De twee nog levende keizers verdeelden het rijk opnieuw. Constantijn
Constantijn en Licinius
==Bibliografie==
|