Patriarchaalkruis (Maastricht): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 25:
In 1512 schreef [[Seculiere kanunnik|kanunnik]] Coelmont van het kapittel van Onze Lieve Vrouwe over een dubbelkruis dat het [[kapittel van Sint-Servaas]] rond 1490 had laten vervaardigen door een zilversmid, genaamd Meester Ulricus. Coelmont schreef niet zonder jaloezie over deze aanwinst van het rivaliserende kapittel; een reliekenkruis dat volgens hem een regelrechte kopie was van het patriarchaalkruis, dat het Onze-Lieve-Vrouwekapittel al sinds 1204 in bezit had. Dat kruis - met naar verluidt de grootste kruisreliek ter wereld<ref>De vijf fragmenten van het Heilig Kruis hadden, achter elkaar gelegd, een lengte van 70 cm.</ref> - was waarschijnlijk enkele jaren eerder tijdens de [[Vierde Kruistocht]] in [[Constantinopel]] ontvreemd en door koning [[Filips van Zwaben]] aan de Maastrichtse Mariakerk geschonken, waar het ruim zes eeuwen lang bewaard zou blijven.<ref>In 1837 schonk één van de overlevende ex-kanunniken van het in 1797 opgeheven Onze-Lieve-Vrouwekapittel het kruis aan de paus in Rome, waar het zich thans in de schatkamer van de Sint-Pietersbasiliek bevindt (De Kreek, pp. 90-113).</ref> Blijkbaar had het kruis een dusdanige aantrekkingskracht op pelgrims, dat het Sint-Servaaskapittel, volgens Coelmont, besloot een soortgelijk kruis te laten maken.
 
Over de identiteit van de maker van het kruis bestond lange tijd onduidelijkheid, maar sinds 1966 is zeker dat deze 'Meester Ulricus' de [[Neurenberg]]se zilversmid Ulrich Peters is, die in 1489 burger van Maastricht werd.<ref>Dejong, pp. 107-109.</ref> Waarschijnlijk woonde hij toen al een aantal jaren in de stad. Aangenomen mag worden dat Ulrich Peters in korte tijd een goede naam had weten op te bouwen, want kort na zijn opname in het Maastrichtse zilversmeden[[gilde (beroepsgroep)|ambacht]] ontving hij van het kapittel van Sint-Servaas de eervolle opdracht voor het patriarchaalkruis. Ulrich Peters benutte waarschijnlijk een bestaand reliekenkruis en smeedde daarvoor een sierlijk voetstuk in laat-gotische stijl. Hoewel het kruis geen [[keurteken]]s bevat, is het zeker gekeurd; aan de onderkant van de voet zijn op twee plaatsen trembleerstreken te zien, zigzag verlopende groeven in het zilver die erop duiden dat het zilvergehalte gecontroleerd is. Het is niet onmogelijk dat Ulrich Peters nog meer opdrachten kreeg van het Sint-Servaaskapittel, want de Maastrichtse humanist en stadshistoricus [[Matthaeus Herbenus]] beschrijft verschillende andere zilveren voorwerpen, waaronder de [[Thomasarm]], die de kerk rond dezelfde tijd verwierf.<ref>Dejong, p. 117.</ref> In elk geval vervaardigde hij in 1506 in opdracht van het stadsbestuur van [[Hasselt (België)|Hasselt]] een zilveren [[bokaal]], die als geschenk werd aangeboden aan de nieuwe [[Lijst van prins-bisschoppen van Luik|prins-bisschop van Luik]], [[Everhard van der Marck]]. Dit object ging helaas verloren. Zeker is ook dat Ulrich Peters van 1502 tot 1524 als stempelsnijder werkzaam was bij de enkele jaren tevoren heropende hertogelijke [[Munthuis|munt]] van Maastricht.
 
==Herkomst kruisrelieken==