Gerrit Kouwenaar: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Bibliografie: titel uit 1989 geïdentificeerd als bloemlezing
Regel 14:
| dbnl = kouw002
}}
[[Bestand:Panamalaan, Amsterdam.JPG|thumb|{{largethumb}}|Thumbnail Panamalaan, Amsterdam|Gedicht Gerrit Kouwenaar; vormgeving [[Kees Nieuwenhuijzen]]. Panamalaan, Amsterdam.]]
'''Gerrit Kouwenaar''' ([[Amsterdam]], [[9 augustus]] [[1923]] – aldaar, [[4 september]] [[2014]]) was een [[Nederland]]s [[dichter]], [[proza]]schrijver, vertaler en <!--verzetsdeelnemer,--> journalist. Hij maakte deel uit van de [[Vijftigers]].
 
==Biografie==
Kouwenaar debuteerde in de [[Tweede Wereldoorlog]] met een aantal clandestiene uitgaven, waaronder ''Vroege voorjaarsdag'', en met bijdragen in illegale bladen als ''[[Parade der Profeten]]''. Hij kreeg daarvoor een half jaar gevangenisstraf. Van 1945 tot 1950 was hij kunstredacteur van dagblad ''[[De Waarheid (krant)|De Waarheid]]'', toen de grootste krant van Nederland. Daarna was hij freelancer voor ''[[Vrij Nederland]]'' en redacteur van het literaire blad ''[[Podium (tijdschrift)|Podium]]''. Later recenseerde hij beeldende kunst voor ''[[Het Vrije Volk]]'' en werd redacteur van het toonaangevende culturele tijdschrift ''[[De Gids (tijdschrift)|De Gids]]''.
 
Hij was ook verbonden aan het tijdschrift ''[[Reflex (tijdschrift)|Reflex]]'' en kwam in contact met de [[Experimentele Groep in Holland]] en later met het experimentele kunstenaarsgezelschap [[Cobra (kunst)|Cobra]]. In 1949 publiceerde hij samen met de Cobra-schilder [[Constant Nieuwenhuijs|Constant]] ''Goede morgen haan'', een combinatie van gedichten en tekeningen ([[Peinture-mots]]). Was hij aanvankelijk nog vooral een sociaal en politiek bewogen experimentele dichter, later was zijn werk meer gericht op het taalgebruik in de poëzie. Kouwenaar streefde naar poëzie die autonoom is en voor zichzelf spreekt. Hij maakte ook talrijke vertalingen van toneelstukken, onder meer van [[Bertolt Brecht|Brecht]], [[Friedrich Dürrenmatt|Dürrenmatt]], [[Rolf Hochhuth|Hochhuth]], [[Peter Weiss|Weiss]], [[Franz Xaver Kroetz|Kroetz]], [[Jean-Paul Sartre|Sartre]], [[Tennessee Williams]], [[Tom Stoppard|Stoppard]], [[John Osborne|Osborne]] en [[Harold Pinter|Pinter]].
Regel 78:
 
==Literatuur==
* Franssen, Gaston (2008). ''Gerrit Kouwenaar en de politiek van het lezen''. Vantilt, Nijmegen. {{ISBN |978-907-750-393-5}}. Ook versch. als proefschrift Utrecht. Over de ontvangst van zijn werk.
* Sötemann, A.L. (1998). ''Verzen als leeftocht: over Gerrit Kouwenaar''. Historische Uitgeverij, Groningen. {{ISBN |90-6554-374-0}}.
* Kusters, Wiel (1986). ''De killer: over poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar''. Querido, Amsterdam. {{ISBN |90-214-7210-4}} en {{ISBN |90-214-7209-0}} (geb.). Ook verschenen als proefschrift (Utrecht, 1986).
 
==Externe link==