Wisselspanning: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Voor dit verhaal niet heel erg relevant dat dat onder lagere spanning gebeurt die vervolgens opgetransformeerd wordt. |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
Regel 1:
[[Afbeelding:230volt 50Hz.svg|thumb|Wisselspanning met [[effectieve waarde]] 230 volt en frequentie 50 Hz als functie van tijd.]]
'''Wisselspanning''' is een [[periode (natuurkunde)|periodieke]] [[elektrische spanning]] die met een bepaalde [[frequentie]] wisselt tussen positieve en negatieve
De [[elektriciteit|elektrische]] energie die wordt geleverd door het [[elektriciteitsnet]], heeft in [[Noord-Amerika]], delen van Zuid-Amerika en in een aantal Aziatische landen een frequentie van 60 [[Hertz (eenheid)|Hz]]. In de rest van de wereld, waaronder geheel Europa en Afrika, is de frequentie 50 Hz.
Met behulp van een [[transformator]] kan wisselspanning omhoog of omlaag getransformeerd worden. Hierdoor kan het vermogen over lange afstanden onder [[Hoogspanning_(elektriciteit)|hoogspanning]] gedistribueerd worden. Dit is het grote voordeel van wisselspanning.
Wisselspanning wordt opgewekt in een [[elektriciteitscentrale]] met drie [[fase (net)|fasen]], die onderling 120 graden in fase verschillen ([[driefasenspanning]] of draaistroom).
Een wisselspanning kan onder andere worden opgewekt door een [[magnetisme|magneetveld]] in een [[spoel]] te bewegen. Dit wordt onder andere toegepast bij [[dynamo]]'s, generatoren, [[windturbine]]s en [[microfoon]]s.
Regel 15 ⟶ 13:
De wisselspanning van het energienet is min of meer sinusvormig. Het verloop van de spanning in de tijd is:
:<math>
waarin
:<math>
Het piekvoltage van de netspanning is dus:
▲:<math>\!U_\textrm{max} = \sqrt 2 \times 230 \mathrm{V} = 325 \mathrm{V}.</math>
De spanning varieert dus tussen - 325 V en 325 V.
Regel 32 ⟶ 28:
[[Afbeelding:Vectordiagram.jpg|thumb|Vectordiagram van driefasenspanning]]
De in de centrales opgestelde [[Alternator|generatoren]] bevatten drie gescheiden wikkelingen, deel uitmakend van de ''stator'', die ten opzichte van elkaar 120° zijn verschoven, en die drie spanningen opwekken met een netfrequentie van 50 Hertz. Aangezien de wikkelingen ruimtelijk 120° zijn verschoven, of ten opzichte van elkaar een faseverschil hebben van 2/3
De spanning E1 legt in één [[Periode_(signaal)|periode]] een [[Hoek_(meetkunde)|hoek]] van 360° af, wat overeenkomt met een hoek van
Een [[Vector_(wiskunde)|vector]] is een lijnstuk met een lengte en een richting. In dit geval roteren de spanningsvectoren met een [[hoeksnelheid]] '
==Toepassing==
|