Luipaardgekko: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Huid en lichaamskleur: Typfout gecorrigeerd.
Labels: Bewerking via mobiel Bewerking via mobiele website
k Fix parameters
Regel 14:
| commons=Category:Eublepharis macularius
}}
De '''luipaardgekko'''<ref name="DVC" /> (''Eublepharis macularius'') of '''pantergekko'''<ref name="GRZ">{{Citeer boek|Achternaamachternaam = Bernhard Grzimek|Titeltitel = Het Leven Der Dieren Deel VI: Reptielen| Bladzijdespagina's = Pagina 196|Datumdatum = 1971|Uitgeveruitgever = Kindler Verlag AG|ISBN = 90 274 8626 3}}</ref> is een [[hagedissen|hagedis]] die behoort tot de [[gekko's]] en de familie [[Eublepharidae]].<ref name="EMBL">{{Citeer web | url = http://reptile-database.reptarium.cz/species.php?genus=Eublepharis&species=macularius | titel = The Reptile Database - ''Eublepharis macularius'' | auteur = Peter Uetz & Jakob Hallermann}}</ref>
 
De gekko leeft in delen van Azië en komt met name voor in bergstreken in [[Afghanistan]], [[India]] en [[Pakistan]]. De gekko is in staat de hete en droge zomers en de koude winters te overleven door zich bij ongeschikte temperaturen schuil te houden in holen in de bodem. De luipaardgekko is een typische bodembewoner die weinig klimt, in tegenstelling tot de meeste andere gekko's.
Regel 25:
De luipaardgekko werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door [[Edward Blyth]] in 1854. Oorspronkelijk werd de naam ''Cyrtodactylus macularius'' gebruikt. Later werd de soort beschreven als ''Cyrtodactylus madarensis'' en ''Eublepharis gracilis'' maar al deze namen worden beschouwd als verouderd en worden niet meer gebruikt.
 
Zoals alle soorten die behoren tot de familie [[Eublepharidae]] heeft de luipaardgekko beweegbare [[Oog (anatomie)|oogleden]].<ref name="DVC" /> Hier is de wetenschappelijke geslachtsnaam aan te danken; ''Eublepharis'' betekent letterlijk vertaald 'echte oogleden'. De soortnaam ''macularius'' verwijst naar de lichaamstekening en betekent 'gevlekt'.<ref name="PET">{{Citeer web | url = http://books.google.nl/books?id=ZBK3ed2EGLcC&dq=%22macularius+means%22&source=gbs_navlinks_s | titel = Leopard Gecko: Your Happy Healthy Pet - Pagina 21| auteur = Frank Indiviglio}}</ref>
 
De Nederlandstalige naam ''luipaard''gekko is te danken aan de lichaamstekening van de hagedis die een lichtbruine basiskleur heeft met zeer donkere vlekken. Dit vlekkenpatroon doet denken aan een [[luipaardtekening]]. De soort wordt hierdoor ook wel pantergekko genoemd, wat een andere naam is voor het [[luipaard]].<ref name="BRUIN">{{Citeer boek | Achternaamachternaam = Eugène Bruins | Titeltitel = Terrarium Encyclopedie | Bladzijdespagina's = Pagina 217, 218 | Datumdatum = 1999 | Uitgeveruitgever = Rebo Productions | ISBN = 90 366 1176 8}}</ref> Ook in andere talen verwijst de naam vaak naar de lichaamstekening. Voorbeelden zijn het [[Engels]]e 'leopard gecko', het [[Duits]]e 'leopardgecko' en het [[Spaans]]e 'gecko leopardo'.
 
==Verspreiding en habitat==
[[Bestand:Eublepharis macularius distribution.png|thumb|Verspreidingsgebied in [[Azië]] in het rood.]]
De luipaardgekko komt voor in delen van zuidwestelijk [[Azië]] en leeft in het grensgebied van de drie landen [[Afghanistan]], [[Pakistan]] en [[India]].
In [[Afghanistan]] komt de luipaardgekko alleen in het oostelijke deel van het land voor. In India is de gekko te vinden in noordwesten in de staten [[Rajasthan]], [[Punjab (India)|Punjab]] en [[Jammu en Kasjmir (staat)|Jammu]]. In Pakistan is de gekko in een groot deel van het land te vinden. Vroeger werd wel gedacht dat de gekko ook in oostelijk [[Iran]] voorkomt maar dit blijkt achterhaald.<ref name="EMBL" /> Daarnaast wordt [[Irak]] soms genoemd als deel van het verspreidingsgebied maar hier komt de soort niet voor.
 
De habitat bestaat uit halfdroge tot droge gebieden, vaak op enige hoogte boven [[zeeniveau]]. De gekko is voornamelijk te vinden in droge graslanden en halfdroge woestijnen met een rotsige ondergrond in hoger gelegen gebieden zoals bergstreken. De habitat bestaat uit gebieden met slechts weinig begroeiing en een groot verschil in de dag- en nachttemperatuur. De gekko klimt zelden en leeft vaak tussen de planten die bij de rotsen groeien, of in holen onder de grond.
 
De luipaardgekko komt binnen zijn natuurlijke verspreidingsgebied algemeen voor. De soort is niet opgenomen in de database van de [[International Union for Conservation of Nature and Natural Resources|IUCN]]. Ondanks het feit dat de gekko populair is in de dierenhandel en op grote schaal is gevangen in het wild heeft dit geen grote invloed op de natuurlijke populaties. De luipaardgekko wordt door de lokale bevolking niet als een bedreiging gezien en wordt met rust gelaten.<ref name="GRZ" />
 
==Uiterlijke kenmerken==
Regel 46:
 
===Kop===
De luipaardgekko heeft een brede en dikke kop die duidelijk te onderscheiden is van de rest van het lichaam. De bek is vrij breed en is voorzien van lichter gekleurde schubbenrijen die de libschubben of [[labiaalschub|labiaalschubben]] worden genoemd. De kop heeft aan weerszijden grote ogen die voorzien zijn van oogleden. Bij de meeste gekko's zijn de bovenste oogleden versmolten met de onderste en vormen een soort permanente bril over het oogoppervlak. De beweeglijke oogleden van soorten als de luipaardgekko worden gezien als een primitief kenmerk binnen de groep van de gekko's.<ref name="GRZ" /> De ogen zijn grijsgroen van kleur en hebben een spleetachtige, verticale [[Pupil (anatomie)|pupil]]. Als de gekko 's nachts jaagt zijn de pupillen breder tot bijna rond van vorm. Mannetjes hebben een bredere kop dan de vrouwtjes.<ref name="BRUIN" /> De huid boven de ogen en tussen de ogen aan de bovenzijde van de kop is altijd donkerder gekleurd, zelfs bij albino exemplaren die verder geheel witroze zijn.
 
===Huid en lichaamskleur===
Regel 59:
De poten zijn vrij lang en dun en weinig gespierd, de hagedis is bepaald geen snelle renner. De luipaardgekko heeft in tegenstelling tot de meeste andere gekko's geen [[lamellae|hechtlamellen]]. Omdat hechtlamellen ontbreken kan deze soort niet goed klimmen of snel tegen muren of bomen oplopen zoals van andere gekko's bekend is. De zware lichaamsbouw en de dikke staart van de luipaardgekko zijn ook ongeschikt voor een klimmende levenswijze. De luipaardgekko heeft [[teen|tenen]] met [[Nagel (anatomie)|nagels]] die meer geschikt zijn bij het lopen op een harde ondergrond. De luipaardgekko leeft op rotsen in streken met een zanderige ondergrond maar vermijdt uitgestrekte zandvlaktes zoals zandwoestijnen.
 
Tijdens het lopen houdt de luipaardgekko zijn poten recht onder het lichaam en niet zijwaarts van het lichaam zoals vrijwel alle andere hagedissen. Hierdoor ziet de voortbeweging er wat stijfjes uit. Tijdens het lopen wordt de buik van de gekko niet over de grond gesleept maar wordt boven de bodem verheven.<ref name="DVC" />
 
===Staart===
De staart is rond van vorm en is bij gezonde dieren erg bol door het opgeslagen vet. De luipaardgekko zet zijn voedsel deels om in [[vet]] dat wordt opgeslagen in de [[staart]]. Een dergelijke 'volle' staart is zo dik dat er rond de dwarsrijen staartschubben ringen ontstaan zodat de staart gesegmenteerd lijkt.<ref name="ADW" />
 
Een luipaardgekko weegt normaal gesproken ongeveer 60 gram, maar hij kan hierdoor een gewicht bereiken tot ongeveer 100 gram. Het opgeslagen vet in de staart dient als reservevoedsel in tijden van schaarste. Als de gekko lange tijd zonder voedsel komt te zitten neemt de staart aanzienlijk in volume af.<ref name="DVC" /><br />De staart van de gekko kan worden afgestoten bij bedreiging, zie ook onder [[#Voedsel en vijanden|voedsel en vijanden]]. Als de gekko zijn staart verliest groeit deze weer aan. De structuur van de huid van de nieuwe staart wijkt duidelijk af; zo ontbreken de typische knobbels die op de rest van het lichaam verspreid zijn en ook op een originele staart te zien zijn. Ook de kleur is anders; de geregenereerde staart is vaak minder sterk gepigmenteerd dan de oorspronkelijke staart.
 
==Levenswijze==
[[Bestand:Male - female comparison.png|thumb|260px|Mannetjes (links) zijn van vrouwtjes te onderscheiden door de preanale poriën (bovenste pijl) en de verdikkingen aan weerszijden van de cloaca (onderste pijl).]]
[[Bestand:09-05-06-tangerine schwanger rotated.png|thumb|260px|Bij dit zwangere vrouwtje zijn de eieren door de buik te zien.]]
De luipaardgekko is in de zomer 's nachts actief om de hitte van de zon te vermijden. Pas na de schemering wordt de schuilplaats verlaten om te zoeken naar voedsel. De gekko is niet schuw en kan ook op straat in steden foeragerend worden aangetroffen. De hagedis staat hierbij hoog op zijn poten wat een opmerkelijk gezicht is.<ref name="GRZ" /><br />In de winter is het te koud om naar voedsel te zoeken en houdt de gekko zich gedurende langere tijd op in ondergrondse holen.<ref name="DVC">{{Citeer boek | Achternaamachternaam = David Alderton, Valerie Davis & Chris Mattison | Titeltitel = Snakes and Reptiles of the World | Bladzijdespagina's = Pagina 258 - 261| Datumdatum = 2007 | ISBN = 978-1-84013-919-8 | Uitgeveruitgever = Grange Books, 2007}}</ref>
 
===Voortplanting en ontwikkeling===
Het mannetje is moeilijk van het vrouwtje te onderscheiden, het verschil tussen de geslachten is vooral aan de onderzijde zichtbaar rond de [[Cloaca (anatomie)|cloaca]]. Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben hier rijen poriën die bij de mannetjes duidelijk zichtbaar zijn als kleine bultjes. Bij de vrouwtjes zijn de poriën wel aanwezig maar nauwelijks te zien. Aan de achterzijde van iedere dij is een rij poriën aanwezig, de zogenaamde [[femorale porie|femorale poriën]]. Deze dienen om geurstoffen af te geven aan de ondergrond en zijn bij het mannetje sterk ontwikkeld. Aan de buikzijde van het lichaam is een rij poriën aanwezig voor de cloaca, dit zijn de preanaalporiën. Bij een mannetje is ten slotte een bobbel aanwezig aan weerszijden achter de cloaca. Dit is de [[hemipenis]] van het mannetje, deze is gevorkt en heeft aan iedere zijde een uitstulping zodat het mannetje langs beide kanten contact kan maken met het vrouwtje.
 
De voortplantingstijd begint in de lente, de mannetjes en vrouwtjes zoeken elkaar dan op om te paren. De mannetjes en vrouwtjes likken aan elkaars huid om te bepalen of een soortgenoot van het andere geslacht is. De mannetjes hebben een territorium en dulden geen andere volwassen mannetjes, deze worden verjaagd. Vrouwtjes worden wel getolereerd, evenals de juvenielen.<ref name="DVC" /> Mogelijk speelt het juveniele kleed hierbij een rol. Doordat de jongen een gebandeerde lichaamstekening hebben zijn ze duidelijk te onderscheiden en kan een mannetje zien dat ze geen concurrentie vormen.
 
De vrouwtjes kunnen meerdere legsels na elkaar produceren, een legsel bestaat vrijwel altijd uit twee eieren. Tussen de verschillende legsels zit een tijdsbestek van enkele weken. In totaal worden per jaar zo'n vijf tot tien legsels geproduceerd.<ref name="DVC" /> De worden afgezet in zanderige bodems. Het vrouwtje graaft eerst een nest, zet vervolgens de eieren af en begraaft deze ten slotte weer waarna het oppervlak wordt aangedrukt om het nest te verbergen.<ref name="DVC" /> De eitjes hebben een zachte schaal, ze zijn wit van kleur en rond van vorm. Ze zijn ongeveer 28 millimeter lang en 15 mm breed.<ref name="ADW">{{Citeer web | url = http://animaldiversity.ummz.umich.edu/accounts/Eublepharis_macularius/ | titel = ''Eublepharis macularius''| auteur = Animal Diversity Web - Vickie Woods}}</ref>
 
Het embryo ontwikkelt zich in een tijdsbestek van ongeveer 1,5 tot 3 maanden, afhankelijk van de temperatuur. Hoe hoger de omgevingstemperatuur van het embryo is, hoe sneller het zich ontwikkelt. Het geslacht van het embryo wordt bepaald door de temperatuur, en niet door [[geslachtschromosoom|geslachtschromosomen]]. Dit wordt ook wel [[temperatuurafhankelijke geslachtsbepaling]] genoemd. Bij deze hagedis worden zowel bij hoge (32 tot 40 graden [[Celsius]]) als lage temperaturen (20 tot 23 graden) alleen vrouwtjes geboren maar in een tussenliggende temperatuur van 25 tot 30 graden ontwikkelen zich mannetjes. Als de temperaturen gedurende de embryonale ontwikkeling overlappen komen zowel mannetjes als vrouwtjes uit het ei.
Regel 87:
De luipaardgekko rust overdag en wordt actief als de schemering invalt, het is een typisch nachtdier. De luipaardgekko eet voornamelijk [[insecten]] zoals [[kevers]], krekels en sprinkhanen. De luipaardgekko deinst er niet voor terug om ook rovende geleedpotigen buit te maken, die tot andere groepen behoren. Voorbeelden zijn [[spinnen (dieren)|spinnen]] en [[duizendpoten]] en daarnaast worden ook [[Schorpioenen (orde)|schorpioenen]] gegeten.
 
Ook kleine gewervelde dieren worden gegeten, waaronder andere [[hagedissen]].<ref name="DVC" /> Oudere dieren eten grotere prooien dan de jongen, ze eten ook relatief minder in vergelijking met de jonge dieren die nog moeten groeien.
 
De luipaardgekko kan als het moet zijn staart loslaten zoals ook wel bekend is van veel andere gekko's en daarnaast van veel andere groepen van hagedissen. De staart wordt afgeworpen als hieraan getrokken wordt door een vijand, dit trucje wordt [[autotomie|caudale autotomie]] genoemd. Soms leidt een gevecht tussen mannetjes onderling tot het verlies van de staart. Als de staart wordt afgeworpen bij bedreiging heeft de vijand iets te eten terwijl de gekko kan ontsnappen. De staart groeit later weer aan maar wordt nooit meer zo lang als het oorspronkelijke exemplaar. Daarnaast is de staart anders van kleur en heeft een versimpelde schubbenstructuur.<br />Voor deze gekko is het een nadeel als de staart verloren gaat omdat het dier zijn vetreserve voor de winter opslaat in de staart en deze voedselbuffer dus geheel verloren gaat na het afwerpen ervan. Bij de luipaardgekko wordt de staart dan ook zelden afgeworpen, in tegenstelling tot veel andere gekko's die de staart bij de geringste aanraking laten vallen.
Regel 99:
===Huisdier===
[[Bestand:Eublepharis macularius in Tropicarium-Oceanarium Budapest 01.JPG|thumb|left|260px|Een luipaardgekko in een terrarium.]]
De gekko is een van de eerste soorten reptielen die op grote schaal in gevangenschap werd gehouden en gekweekt.<ref name="DVC" /> Er is hierdoor zeer veel bekend over de levenswijze van de dieren wat betreft de levenswijze en biologie. Het is tegenwoordig een van de populaire reptielen die als [[huisdier|exotisch huisdier]] wordt gehouden.
 
In gevangenschap zijn verschillende kleurvormen gekweekt, zoals een [[albinisme|albinovorm]]. Deze kleurvormen worden echter niet als aparte soorten gezien. Voorbeelden van dergelijke kleurvariaties zijn 'blizard', 'high yellow', 'albino' en 'jungle'. De kleurvariaties ontstaan door verschillende variaties te kruisen. Veel variaties zijn [[Recessief (genetica)|recessief]], wat betekent dat een exemplaar twee keer hetzelfde gen moet bezitten. Als het gen van een bepaalde variatie maar één keer voorkomt, naast het gen voor de normale lichaamskleur, vertoont de gekko geen bijzonderheden. Als twee exemplaren met een blizzard-variant nakomelingen krijgen zijn dit altijd albino's. 'normale' om de variatie
Regel 112:
De luipaardgekko wordt in laboratoria gekweekt en is een van de eerste gekko's waarvan het [[genoom]] wordt bestudeerd. Het is een van de soorten in het Genome 10K- project, waarbij de genen van 10.000 gewervelde dieren in kaart worden gebracht.<ref name="GENOME">{{Citeer web | url = http://sampledb.genome10k.org/sampledb/summary/Eublepharis_macularius/| titel = ''Eublepharis macularius'' | auteur = Genome 10K Project}}</ref>
 
De gekko wordt in gevangenschap bestudeerd vanwege de manier van embryonale ontwikkeling met betrekking tot de geslachtsbepaling. De embryo's van de luipaardgekko worden geen mannetjes of vrouwtjes omdat het DNA het geslacht bepaalt. Het geslacht van het dier dat uit het ei kruipt is afhankelijk van de omgevingstemperatuur. Dit wordt wel [[temperatuurafhankelijke geslachtsbepaling]] genoemd en het verschijnsel is ook bij andere reptielen bekend. Voorbeelden zijn [[zeeschildpadden]] en [[krokodilachtigen|krokodillen]]. Bij schildpadden komen bij lage temperaturen mannetjes uit het ei en bij hoge temperaturen vrouwtjes. Bij de luipaardgekko is dit net andersom. Lange tijd was het mechanisme achter temperatuurafhankelijke geslachtsbepaling grotendeels onbekend. Het meeste wat we tegenwoordig weten van deze vorm van geslachtsbepaling is te danken aan onderzoek van de luipaardgekko in het laboratorium.<ref name="DVC" />
 
==Taxonomie en indeling==
Regel 142:
'''Bronnen'''
* {{en}} - Peter Uetz & Jakob Hallermann - The Reptile Database – ''Eublepharis macularius'' - [http://reptile-database.reptarium.cz/species.php?genus=Eublepharis&species=macularius Website] Geconsulteerd 10 juli 2014
* {{en}} - David Alderton, Valerie Davis & Chris Mattison - Snakes and Reptiles of the World (2007) - Pagina 258 - 261 - Grange Books - {{ISBN |978-1-84013-919-8}}
* {{nl}} - Bernhard Grzimek - Het leven der dieren deel VI: Reptielen - Pagina 196 - Kindler Verlag AG - 1971 - {{ISBN 90 274 8626 3|9027486263}}
* {{en}} - Animal Diversity Web - ''Eublepharis macularius'' - [http://animaldiversity.ummz.umich.edu/accounts/Eublepharis_macularius/ Website]
* {{nl}} - Eugène Bruins - Terrarium Encyclopedie (1999) - Pagina 217, 218 - Rebo Productions - {{ISBN 90 366 1176 8|9036611768}}
}}