Sonderbund-oorlog: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Voegt niets toe
k Fix parameters
Regel 46:
De Sonderbund, in 1845 voortgekomen uit de Sarnerbund (1832), was een verbond van de conservatieve katholieke bergkantons [[Luzern (kanton)|Luzern]], [[Uri (kanton)|Uri]], [[Schwyz (kanton)|Schwyz]], [[Unterwalden]], [[Zug (kanton)|Zug]], [[Fribourg (kanton)|Fribourg]] en [[Wallis (kanton)|Wallis]], die zich in 1847 van het [[Zwitserse Eedgenootschap]] wilden afscheiden.
 
Na een kortstondige oorlog van 3 tot en met 29 november 1847, waarbij 93 doden en 510 gewonden vielen, werd de Sonderbund verslagen.<ref name="DHS_Sonderbund">{{fr}} {{CiteCiteer web |url=http://www.hls-dhs-dss.ch/textes/f/F17241.php |title=Sonderbund |author=René Roca |work=Dictionnaire historique de la Suisse |date=24 mei 2013|accessdate=25 augustus 2016}}</ref>
 
De overwegend liberale protestantse kantons uit het heuvelland, waar zich ook de grote steden [[Zürich (stad)|Zürich]], [[Bern (stad)|Bern]], [[Bazel (Zwitserland)|Bazel]] en [[Genève (stad)|Genève]] bevonden, konden vervolgens ongehinderd uitvoering geven aan hun plan om de losse statenbond ([[confederatie]]) van het Eedgenootschap om te vormen tot een bondsstaat ([[Bondsstaat|federatie]]), die beter was aangepast aan de eisen van de moderne tijd.
Regel 57:
 
De Sonderbund werd opgericht nadat de Radicale Partij met goedkeuring van de meeste kantons maatregelen had genomen tegen de katholieke Kerk zoals de sluiting van kloosters en conventen in [[Aargau]] in 1841<ref name="EB">{{en}} {{Citeer encyclopedie
| Achternaamachternaam = Coolidge
| Voornaamvoornaam = William Augustus Brevoort
| Encyclopedieencyclopedie = [[Encyclopædia Britannica]]
| Titeltitel = Switzerland/History/Constitution
| Editieeditie = 1911
| Volumevolume= 26
| Paginapagina's = 259
}}</ref> en beslaglegging op hun eigendommen. Toen Luzern datzelfde jaar als vergelding de [[jezuïeten]] terugriep om het onderwijs te leiden, vielen groepen gewapende Radicalen (''[[Vrijscharen|Freischärler]]'') het kanton binnen. Dit veroorzaakte een opstand, vooral omdat rurale kantons bolwerken van [[ultramontanisme]] waren.
 
Regel 80:
[[Bestand:General Dufour IMG 3236.JPG|thumb|De generale staf van het federale leger: Kurz, Minscher, Enloff, Bontemps, Gerwer, Müller, Ziegler, Bourkhardt, Dufour, Rilliet de Constant, Luvini, Donats, Ochsenbein en Gmür]]
[[Bestand:Swiss army uniforms 1847.jpg|thumb|Zwitserse legeruniformen uit de Sonderbund-oorlog.]]
Op 21 oktober 1847 verkoos de Tagsatzung generaal [[Guillaume-Henri Dufour]] van Genève tot hoofdcommandant van het federale leger, ondanks zijn weerzin<ref>Zie Dufours brief van 19 oktober aan de voorzitter van de Tagsatzung, geciteerd in {{citeCiteer bookboek|title=La Guerre du Sonderbund vue par le Général Dufour|first=Olivier|last=Reverdin|editor=[[Slatkine]]|isbn=2-05-101578-3|year=1997|pages=25–26}}</ref> en de inspanningen van de Berner regering om [[Ulrich Ochsenbein]] op deze positie aan te stellen. In zijn aanvaardingsbrief van 22 oktober aan de Tagsatzung benadrukte Dufour dat hij "alles [zou] doen om de onvermijdelijke ellende van oorlog te verzachten".<ref>In Reverdine (1997), op.cit., p. 28</ref>
 
Op 24 oktober verzocht Dufour vlak voor zijn eedaflegging om uitleg over zijn instructies (die in het Duits geschreven waren), en na een onverstandige opmerking door Jules Eytel, de afgevaardigde van Vaud, weigerde hij zijn ambt te aanvaarden en verliet de parlementaire vergadering. Er waren twee sessies achter gesloten deuren en een delegatie van Geneefse vertegenwoordigers voor nodig om Dufour alsnog over te halen en op 25 oktober de eed af te leggen.<ref>«Dans la séance du 25, M. Dufour a été assermenté et a accepté le commandement tel qu'il lui a été conféré par la Diète», {{citeCiteer bookboek|title=Nouvelliste vaudois|date=29 oktober 1847}} geciteerd door {{citeCiteer bookboek|first=Pierre|last=du Bois|title=La Guerre du Sonderbund|page=144}}</ref>
 
Nadat hij een verklaring gepubliceerd had op 26 oktober, stelde Dufour de volgende divisiecommandanten aan: [[Peter Ludwig von Donatz]] ([[Graubünden]]), [[Johannes Burckhardt]] en [[Eduard Ziegler]] ([[Zürich (kanton)|Zürich]]) van de conservatieven en [[Louis Rilliet de Constant]] (Vaud), [[Dominik Gmür]], [[Giacomo Luvini]] ([[Ticino (kanton)|Ticino]]) en Ochsenbein ([[Bern (kanton)|Bern]]) van de radicalen. Op 30 oktober beval de Tagsatzung tot algemene [[mobilisatie]] van het leger en op 4 november om de militaire uitvoering van haar decreet dat de Sonderbund diende te ontbinden.
Regel 104:
In de ochtend van 13 november, gereed voor de slag, zond Dufour een Vaudese luitenant naar Fribourg onder een witte vlag. De boodschap van de gezant onthulde Dufours strijdkrachten en aanvalsplan aan de Fribourgse regering en riep hen op tot capitulatie om een bloedig gevecht te voorkomen. De belegerde Fribourgers vroegen een wapenstilstand van een dag, waarmee Dufour akkoord ging. Maar vanwege verkeerd begrepen orders trokken de Vaudese troepen ten aanval tegen de [[redoute]] Bertigny na een korte wederzijdse kanonnade. Ze werden afgeweerd met acht doden en ongeveer vijftig gewonden; verscheidene verdedigers werden ook gedood of gewond.
 
Desalniettemin meldden in morgen van 14 november twee afgevaardigden van de regerende Raad van State van Fribourg aan Dufour dat het kanton bij meerderheidsstemming had besloten zich over te geven. Hoewel de Eedgenoten het nieuws toejuichten, was de overgave een bittere teleurstelling voor de Fribourgse troepen. Vele beschuldigingen van verraad deden de ronde, vooral tegen de commandant, kolonel de Maillardoz, die moest vluchten naar Neuchâtel en daar in ballingschap ging. Hoewel uiteindelijk duidelijk werd dat de capitulatie een besluit van de burgerregering was, waarvoor Maillardoz niet eens was geraadpleegd, bleef hij in ongenade.<ref>Zie {{citeCiteer bookboek|first=Henri|last=de Schaller|title=Souvenirs d'un officier fribourgeois 1798-1848|location=Fribourg|year=1890}}, geciteerd door {{citeCiteer bookboek|first=Pierre|last=du Bois|title=La Guerre du Sonderbund}} ''op. cit.''</ref>
 
====Nasleep van de Fribourgse campagne====
Regel 135:
====Overgave van Luzern====
[[Bestand:Charles-Alexandre Steinhäuslin 15 - La deuxième division traverse l'Emme devant Littau (24.11.1847).jpg|thumb|De II. divisie steekt de Emme over naar Littau.]]
Door de federale zeges bij Gisikon en Meierskappel lag Luzern voor de Eedgenoten voor het grijpen. In de avond van 23 november lieten de leiders van Luzern en de jezuïeten de stad in de steek en vluchtten naar Uri. De volgende morgen betraden de zegevierde federale soldaten ongehinderd de stad.<ref name="Cambridge">{{citeCiteer bookboek | title=The Cambridge Modern History vol. XI| publisher=Cambridge University Press | year=1909 | location=Cambridge | pages=251|url=http://books.google.com/books?id=Jbc8AAAAIAAJ&pg=PA251}}</ref>
 
====Overgave van overig Centraal-Zwitserland====
Op 26 november 1847 werd te [[Flüelen]] de Sonderbundsraad ontbonden zonder een formele stemming. Tussen 25–29 november bezetten federale troepen vreedzaam Centraal-Zwitserland en Wallis.<ref name="DHS_Sonderbund" /> Unterwalden capituleerde op 25 november, gevolgd door Schwyz de volgende dag en Uri op 27 november.<ref name="Cambridge" />
 
==Einde van de oorlog==
Het laatste lid van de Sonderbund, Wallis, gaf zich op 29 november over, waarmee de oorlog ten einde kwam. Het federale leger had 78 gesneuvelden en 260 gewonden. De verliezen van de Sonderbund waren nog minder.<ref name="Cambridge" /> Volgens recenter onderzoek telden de federalen 60 gesneuvelden en 386 gewonden, en de Sonderbunders 30 gesneuvelden en 124 gewonden.<ref name="DHS_Sonderbund" />
 
De Sonderbundse regeringen werden tot aftreden gedwongen en in Fribourg, Luzern en Wallis kwamen de liberalen aan de macht. Neuchâtel en Appenzell Innerrhoden werden gestraft omdat ze geen troepen voor het federale leger hadden geleverd. Neuchâtel betaalde 300.000 franc en Appenzell betaalde 15.000 voor een fonds ter ondersteuning van oorlogsweduwen en -wezen. Tegen februari 1848 trokken alle federale troepen zich terug uit de bezette kantons.<ref name="Oechsli">{{citeCiteer bookboek | title=History of Switzerland, 1499-1914 | publisher=The University Press | last=Oechsli | first=Wilhelm | year=1922 | pages=391-395 | url=http://books.google.com/books?id=oS1pAAAAMAAJ}}</ref>
 
In Schwyz werd de conservatieve regering ontbonden en een nieuwe voorlopige regering aangesteld en grondwet aangenomen. De eerste poging tot een grondwet, die het district Schwyz in tweeën zou splitsen en de kantonnale hoofdstad uit Schwyz-stad zou verplaatsen, werd op het nippertje afgewezen op 27 januari 1848. De tweede grondwet, die de genoemde punten wegliet en de voormalige districten Wollerau en Pfäffikon samenvoegde tot [[March (district)|March]], werd door het electoraat op 27 februari 1848 goedgekeurd. De nieuwe grondwet van 1848 hervormde de kantonregering. Wellicht de grootste verandering was dat de Landsgemeinde werd afgeschaft, die voorheen de hoogste zeggenschap had. Een [[scheiding der machten]] werd voltrokken in de regering: de wetgevende, uitvoerende en rechtsprekende macht. Er werden ook drie bestuurslagen ingevoerd: gemeenten, districten en het kanton. [[Evenredige vertegenwoordiging]] werd ingevoerd en de kiezers konden stemmen over wetten en grondwetswijzigingen.<ref name="HDS_Schwyz">{{de}} {{CiteCiteer web |url=http://www.hls-dhs-dss.ch/textes/d/D7385.php |title=4.1 Politische Geschichte und Verfassungsentwicklung |author=Erwin Horat |work=Historisches Lexikon der Schweiz |date=22 juli 2015 |accessdate=21 september 2015}}</ref>
 
== Nasleep: de federale grondwet van 1848 ==
Regel 170:
{{References}}
}}
{{wikisourceWikisource-de|Sonderbundsakte vom Dezember 1845|Sonderbundsakte van december 1845}}
 
{{commonscatCommonscat|Sonderbund War}}
{{wikisource-de|Sonderbundsakte vom Dezember 1845|Sonderbundsakte van december 1845}}
{{commonscat|Sonderbund War}}
 
[[Categorie:Geschiedenis van Zwitserland]]