Pirenne-these: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
QZanden (overleg | bijdragen)
Regel 9:
In het eerste deel van zijn these rekende Pirenne af met het heersende idee dat de vijfde eeuw, waarin de West-Romeinse keizers verdwenen, Germaanse koninkrijken verschenen en het [[christendom]] triomfeerde, een cesuur vormde die [[klassieke oudheid|oudheid]] van [[middeleeuwen]] scheidde. Volgens de Pirenne-these maakten de Germaanse invasies hoegenaamd geen einde aan de klassieke wereld. De veroveraars verloren al hun originele karaktertrekken en werden opgeslorpt door Rome: "De grond van Romania heeft het barbaarse leven opgedronken." Evident was de oude wereld sterk getroffen en kon men op alle gebieden een regressie vaststellen. Maar hij bleef bestaan door zijn massa, en tijdgenoten beschouwden zich niet als toegetreden tot een andere [[beschaving]]. Op cultureel, sociaal, economisch, taalkundig en institutioneel gebied bleef de mediterraanse civilisatie voortleven en vernieuwing brengen, zoals de [[monastiek]].
 
Vervolgens noemde Pirenne in het tweede deel van zijn these het werkelijke instrument dat de antieke wereld volgens hem ten einde bracht, namelijk de snelle en onverwachte veroveringen van de Arabieren rond de Middellandse Zee. Essentiële onderdelen van de mediterraanse wereld vielen onder moslimheerschappij en de nieuwe heersers heroriënteerden de navigatie. De klassieke wereld verloor de uitwisselingen met het oosten ([[Syrië]], [[Egypte (land)|Egypte]]) en nadien raakten ook de westelijke zeeroutes afgesneden ([[Maghreb]], [[Spanje]]). Tijdens de transitiejaren 650-750 verschoof de as van het historisch leven hierdoor noordwaarts. Bestuurlijk was de staat niet langer capabel om de administratie overeind te houden en verviel hij in [[feodaliteit]]. Deze evolutie werd geconsacreerd in 800 met de stichting van het [[Heilig Roomse Rijk]].
 
Als verklarende factor voor beide onderdelen wees Pirenne, hoewel geen [[marxist]], op de economie. De snelle aanpassing van de Germaanse immigranten was mogelijk gemaakt door het overeind blijven van de economie, zij het in gereduceerde omvang. Pas met de moslimdominantie op de zeeroutes droogde de aanvoer van [[edelmetaal]] naar West-Europa op, waardoor de belastingheffing in de steden onmogelijk werd en de koning zijn functionarissen ging belonen met [[leengoed]]eren. Ook het stedelijk onderwijs kon niet langer overeind worden gehouden, zodat de klassieke kunsten en letteren definitief wegkwijnden.