Michel Didisheim: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
kGeen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 1:
'''Michel Georges Charles Gaspard David Didisheim''' ([[Wimbledon (Londen)|Wimbledon]], [[18 april]] [[1930]]) was van
==Familie==
Didisheim is de zoon van René Didisheim ([[Brussel (stad)|Brussel]], 1907 - [[Ukkel]], 1994).
De moeder van Michel Didisheim was Claire Maigret de Priches (1906-1983), uit een notabele familie van [[Saint-Symphorien (België)|Saint-Symphorien]] bij [[Bergen (België)|Bergen]]. Zij trad ook toe tot het Verzet en werd in 1942 gevangengenomen. Ter dood veroordeeld in Essen, werd ze naar het concentratiekamp van [[Ravensbrück]] gevoerd en werd haar veroordeling omgezet in een 'Nacht und Nebel'
De ouders van Michel Didisheim waren in 1930 in Wimbledon getrouwd. Af en toe doken geruchten op dat hij de zoon zou zijn van koning [[Leopold III van België]]. Geruchten waar Didisheim nooit op reageerde, tot hij ze uiteindelijk formeel tegensprak. In [[La Libre Belgique]] van 16 oktober
Michel Didisheim heeft een zus, Francine Didisheim (
==Huwelijk==
Michel Didisheim is in 1956 in [[Wenen]] getrouwd met gravin Monika von und zu Trauttmansdorff-Weinsberg (°1933). Haar beide ouders, graaf Josef Trauttmansdorf en barones Helen Economo von San Serffwerden, werden als leden van het Oostenrijkse Verzet
Michel en Monika Didisheim hebben drie zoons en twee dochters.
Regel 21 ⟶ 20:
Na de lagere en middelbare school in België te hebben gevolgd, voleindigde Michel Didisheim de humaniora in Engeland aan de Combe School in Somerset. Hij behaalde er het Oxford and Cambridge Certificate, equivalent aan het Belgisch diploma van de humaniorastudies.
In 1951 promoveerde hij aan de [[Université Libre de Bruxelles]] tot licentiaat in de politieke en diplomatieke wetenschappen en tot licentiaat in de koloniale wetenschappen. Hij volgde nadien nog economische studies aan de [[Universiteit van
==Leger==
Na zijn opleiding tot officier in het kader van de militaire dienstplicht, meldde Didisheim zich begin 1952 als vrijwilliger voor het Belgische bataljon van
Na het einde van de gevechten werd hij, omwille van zijn universitair diploma en van zijn kennis van het Engels, benoemd tot Belgisch vertegenwoordiger in de Wapenstilstandcommissie in [[Panmunjeom]].
In 1954 in België teruggekeerd werd hij in het reservekader gemuteerd, in de compagnie E.S.R. (bijzondere inlichtingsdiensten) van het regiment
==Loopbaan==
Regel 37 ⟶ 36:
Hij was ook de drijvende kracht achter de inspanningen van de Prins voor het leefmilieu en het bouwkundig erfgoed.
In
Hij was ook de eerste voorzitter van de King Baudouin Foundation U.
==Verenigingsleven==
Regel 48 ⟶ 47:
Beide verenigingen hebben hem de eretitel van stichtend voorzitter toegekend. In 1996 werd hem door Europa Nostra de eremedaille toegekend voor zijn inzet ten gunste van het cultureel erfgoed.
Zijn vroege belangstelling voor het leefmilieu maakte dat de [[Université catholique de Louvain]] hem opdroeg een cursus over deze materie te organiseren. Hij leidde die van 1977 tot 1981 als buitengewoon docent. Hij organiseerde ook een opleiding leefmilieu bij het [[Europacollege]] in [[Brugge (hoofdbetekenis)|Brugge]].
In 1976 benoemde de Belgische regering hem tot voorzitter van de Toezichtsraad voor de Hogeschool Ter Kameren. Hij werd ook lid van de Commission royale des Monuments et des Sites.
Regel 56 ⟶ 55:
==Andere functies==
Didisheim was ook onder meer:
* medestichter en bestuurder van de European Foundations Centre (EFC Bruxelles);
* medestichter en bestuurder van het Centre for European Policy Studies (CEPS);
* bestuurder van het
* lid van de Raad van gouverneurs van de Fondation européenne de la Culture (Amsterdam).
In de loop van zijn loopbaan was hij bestuurder bij overheidsinstellingen, onder meer de Delcrederiedienst en de Belgische Investeringsmaatschappij.
|