Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Bouw: aanvulling
Regel 58:
{{Stamboom2/einde}}
|}
Het [[Vruchtbeginsel|vruchtbeginsel (= ovarium)]] bestaat bij de [[bedektzadigen]] (''Angiospermae'') uit een of meer [[Vruchtblad|vruchtbladen (= carpellen)]], die gezamenlijk een of meer hokken vormen, waarbinnen zich de zaadknoppen bevinden. Bij de [[naaktzadigen]] (''gymnospermen'') staan de zaadknoppen vrij aan het einde van een asje, aan de rand van een macro[[sporofyl]] of op een schub.
 
De zaadknoppen van bedektzadigen hebben om de [[nucellus]] twee [[Integument (planten)|integumenten (zaadvliezen)]], het binnenste en het buitenste integument en bij de [[Naaktzadigen|naaktzadigen (gymnospermen)]] is er één integument. De plaats aan de basis van de nucellus, waar de integumenten zijn aangehecht en waar de vaatbundel eindigt, heet het [[vaatmerk]] (chalaza).
 
De opening in de integumenten is de [[Kiemopening|micropyle (poortje of kiemopening)]]. Deze micropyle is van belang bij de bevruchting om de spermacellen door te laten. In sommige gevallen is de micropyle uitgegroeid tot een pollenkamer of tot een buis, zoals bij de ''[[Gnetales]]''.