Hoogaars: verschil tussen versies

Het is als type een [[platbodem]] met een smal vlak. Kenmerkend zijn verder de rechte sterk voorover hellende steven, het geveegde ondiepe achterschip, de grootste diepgang lag niet zoals gebruikelijk bij de meeste platbodems op 1/3 van de lengte onder de plaats van de mast, maar geheel voorlijk bij de aansluiting van het vlak en voorsteven. En een breed [[Roer (schip)|roer]] dat dieper ging dan de achtersteven. Een [[bunBun (schip)|bun]] was niet aanwezig.

De hoogaars werd hoofdzakelijk gebruikt voor de [[Mossel (weekdier)|mossel]]- en oester[[Gewone culturenoester|oesterculturen]] en het vissen op schelpen en kokkels[[kokkel]]s of kokhanen.

Op beperkte schaal werd er mee met netten gevist (kust- en brakwater visserijbrakwatervisserij) maar de grotere hoogaarzen werden ook veel gebruikt als vrachtvaarder en lichter.

Er zijn door de Famfam. Duivendijk en anderen ook veel hoogaarzen als [[Jacht (scheepstype)|jacht]] gebouwd in de eerste helft van de [[20e eeuw]].

De hoogaarzen waren in de eerste tijd allen overnaads gebouwd, maar na ±ongeveer 1900 werd er voornamelijk [[Karveel (scheepstype)|gladboordig]] gebouwd. Tot ±ongeveer 1850 hadden ze allen een scherp achterschip, maar daarna werd dat rond gebouwd in navolging van de [[aakAak (schip)|Lemsteraak]].

Hoogaarzen die nog varen, behoren tot wat genoemd wordt de [[bruine vloot]] en zijn ingeschreven in het Stamboek Ronde en Platbodemjachten. Sinds [[1990]] bestaat er een [[stichting]] die het behoud van de hoogaars nastreeft.