Vruchtbeginsel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
tussenkopje
aanpassing
Regel 4:
 
== Bouw ==
De stamper is de binnenste (laatste) krans van [[vruchtblad]]en (carpellen) in de [[Bloem (plant)|bloem]]. Een stamper bestaat uit een [[stempel (plant)|stempel]], [[stijl (plant)|stijl]] en vruchtbeginsel en kan opgebouwd zijn uit één of meer [[vruchtblad]]en (carpellen). De vaatbundel in het vruchtbeginsel wordt de chalaza genoemd. In het vruchtbeginsel zitten één of meer [[zaadknop]]pen, die met de [[zaadstreng]] (funiculus), ook wel navelstreng genoemd,) vastzitten aan één of meer [[zaadlijst]]en, ook wel (placenta) genoemd. De zaadknoppen kunnen wandstandig, randstandig, hoekstandig (narcis), vrij in het midden, vrij op de bodem (basaal), rechtopstaand (basaal) of hangend aan de top geplaatst zijn. Een zaadlijst is de vergroeiing van de twee bladrandhelften van het vruchtblad.
Zo wordt er gesproken van één-, twee-, en driehokkige vruchtbeginsels.
 
De zaadknoppen kunnen wandstandig, randstandig, hoekstandig (bijvoorbeeld bij de narcis), vrij in het midden, vrij op de bodem (basaal), rechtopstaand of hangend aan de top geplaatst zijn. Een zaadlijst is de vergroeiing van de twee bladrandhelften van het vruchtblad.
Het vruchtbeginsel kan boven- (hypogynisch), tussen-, onderstandig (epigynisch) of [[perigyn]]isch zijn. Bij een onderstandig vruchtbeginsel zijn de kelkbladen, kroonbladen en meeldraden aan de bovenkant van het vruchtbeginsel ingeplant. Zijn deze aan de onderkant ingeplant dan wordt dat een bovenstandig vruchtbeginsel genoemd. Een onderstandig vruchtbeginsel is oorspronkelijk uit een bovenstandig vruchtbeginsel ontstaan, waarbij de bloembodem om het vruchtbeginsel naar boven is gegroeid. In symbolen voor een [[bloemformule]] wordt het als volgt weergegeven:
 
Het vruchtbeginsel kan bestaan uit een ruimte of verdeeld zijn in meer hokken. Zo wordt er gesproken van één-, twee-, en driehokkige vruchtbeginsels.
 
Het vruchtbeginsel kan boven- (hypogynisch), tussen-, onderstandig (epigynisch) of [[perigyn]]isch zijn, afhankelijk van de plaats ten opzichte van de inplanting van de [[bloembekleedsel]]en. Bij een onderstandig vruchtbeginsel zijn de kelkbladen, kroonbladen en meeldraden aan de bovenkant van het vruchtbeginsel ingeplant. Zijn deze aan de onderkant ingeplant dan wordt dat een bovenstandig vruchtbeginsel genoemd. Een onderstandig vruchtbeginsel is oorspronkelijk uit een bovenstandig vruchtbeginsel ontstaan, waarbij de bloembodem om het vruchtbeginsel naar boven is gegroeid. In symbolen voor een [[bloemformule]] wordt het als volgt weergegeven:
* vergroeid: '''(G)'''
* bovenstandig: '''<u>G</u>'''
Regel 14 ⟶ 17:
{{Clearboth}}
<center><gallery widths="150" heights="150">
Ovary position superior by Ulf Mehlig.svg|bovenstandig: <big>'''<u>G</u>'''</big>
Ovary position half-inferior by Ulf Mehlig.svg|tussenstandig: <big>'''{{Overline|<u>G</u>}}'''</big>
Ovary position inferior by Ulf Mehlig.svg|onderstandig: <big>'''{{Overline|G}}'''</big>
</gallery></center>