Guus Oster: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Sp. (n.a.v. Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck) Help mee!
Regel 5:
Voordat hij acteur werd, werkte Guus Oster korte tijd bij een verzekeringsmaatschappij. In 1934 had hij zijn eerste engagement bij het [[Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel]] van [[Cor van der Lugt Melsert]] in [[Den Haag]] en Rotterdam. Toen Van der Lugt Melsert [[Koninklijke Vereeniging Het Nederlandsch Tooneel|Het Nederlandsch Tooneel]] in Amsterdam ging leiden, sloot Oster zich in 1935 bij hem aan. Zijn glansrol werd de hoofdfiguur Bob Darcourt in ''Ik ben zeventien jaar'' van [[Paul Vandenberghe]], geregisseerd door [[Louis de Bree]] en met [[Wim Sonneveld]] in een bijrol. Tijdens de [[Nederland in de Tweede Wereldoorlog|Tweede Wereldoorlog]] richtte Oster met [[Ank van der Moer]] en [[Cruys Voorbergh]] de Nieuwe Rotterdamse Comedie op, waarmee ze voorstellingen aan huis gaven. Na de [[Bevrijding van de Duitse bezetting in Nederland|bevrijding]] in 1945 haalde [[Cor Hermus]] hem naar het toneelgezelschap [[Comedia]], dat in 1950 werd opgevolgd door [[De Nederlandse Comedie]], waarover Oster samen met [[Han Bentz van den Berg]] en [[Johan de Meester jr.]] de leiding kreeg. Het gezelschap speelde tot 1953 in de Haagse [[Koninklijke Schouwburg]], maar werd toen de vaste bespeler van de [[Stadsschouwburg Amsterdam]].
 
In 1969 werden Oster en Bentz van den Berg (De Meester was in 1962 gestopt) het mikpunt van felle kritiek bij de demonstraties van de [[Aktie Tomaat]]. Volgens de actievoerders zou De Nederlandse Comedie zijn vastgelopen, zich niet vernieuwen, teveelte veel voor het klassieke repertoire kiezen en jonge acteurs geen kansen geven. Oster probeerde het tij te keren door [[Erik Vos]] als jonge vernieuwende regisseur binnen te halen, maar het was te laat. Als gevolg van de acties, waarbij voorstellingen waren verstoord en gerenommeerde acteurs waren bekogeld en uitgescholden, hield de gedemoraliseerde Nederlandse Comedie in 1971 op te bestaan. Guus Oster werd directeur van het Nederlands Theater Centrum.
 
Hij was regelmatig op de televisie te zien, bijvoorbeeld in 1972 en 1973 als medepresentator met [[Sonja Barend]] van het televisieprogramma ''[[Sterallures]]''. Hij presenteerde ook diverse malen het ''Grand Gala du Disque'' waarbij de [[Edisons]] werden uitgereikt en nam deel aan het tv-spelletje ''[[Wie van de Drie]]''. Van 1973 tot zijn dood in 1984 was hij directeur van [[Koninklijk Theater Carré]] als opvolger van [[Karel Wunnink]].