De twee koningskinderen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
DennisPeeters (overleg | bijdragen)
Versie 45554182 van KehppKukkieBot (overleg) ongedaan gemaakt.
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: verder gegaan → verdergegaan met AWB
Regel 10:
Met haar doek roept ze opnieuw de aardmannetjes op en de vijver wordt uitgebaggerd zodat je jezelf kan [[spiegel (optica)|spiegelen]] in het oppervlak en de vissen kan zien. De aardmannetjes voltooien het werk binnen twee uur en het meisje slaat driemaal op de grond met haar doek, waarna ze weer verdwijnen. De koningszoon wordt wakker en vertelt de koning dat het werk gedaan is. De koning wil dan dat de jongen de struiken op een grote berg omhakt. Er moet bovendien een groot kasteel gebouwd worden, met huisraad en alles erbij. De jongen krijgt een glazen bijl en boor mee en gaat naar de eerste doornstruik. De bijl springt in scherven en de boor is onbruikbaar. Hij wordt verdrietig en 's middags komt zijn geliefde met voedsel langs. Hij vertelt zijn nood en ze luist hem, waarna hij in slaap valt. Het meisje laat de aardmannetjes verschijnen en de struiken worden omgehakt. Het kasteel wordt gebouwd en ingericht. Na het werk laat de koningsdochter de aardmannetjes verdwijnen.
 
De koningszoon wordt wakker en gaat naar de koning. De koning vertelt dat de jongen niet met de jongste dochter kan trouwen, voordat de oudste twee aan de man zijn geraakt. Het paar is erg verdrietig en vlucht. De vader achtervolgt hen en het meisje verandert de koningszoon in een doornstruik en zichzelf in een roos. Als de vader de roos wil plukken, prikt de doorn in zijn vinger en hij moet naar huis. De koningin vertelt dat de struik wel zou zijn meegekomen als de koning de roos geplukt had. De vader vertrekt, maar het tweetal is al verder gegaanverdergegaan. Het meisje verandert de jongen in een [[kerk (gebouw)|kerk]] en zichzelf in een [[pastoor]]. De koning komt bij de kerk en ziet de pastoor op de [[kansel]] staan. Hij luistert naar de [[preek]] en gaat naar huis. Hij vertelt zijn vrouw wat er is gebeurd en ze zegt dat de kerk wel mee was gekomen als hij de pastoor had meegenomen.
 
De koningin gaat dan zelf op zoek en ze ziet het tweetal. Het meisje verandert de jongen in een vijver en zichzelf in een vis. De koningin wil de vis vangen en drinkt de vijver leeg, maar moet overgeven en spuugt alles weer uit. Daarna vraagt de moeder of ze bij haar willen komen en dit doen ze. De koningin geeft haar dochter drie walnoten en zegt dat ze deze moet gebruiken als ze in nood verkeert. De jonge mensen trekken verder en na tien uur komen ze bij het kasteel van de koningszoon. Hij laat haar wachten en vertelt dat ze met een koets en dienaren gehaald zal worden. In het kasteel is iedereen blij en hij vertelt over zijn [[bruid]]. De paarden worden ingespannen en zijn moeder kust hem, waarna hij alles vergeet. De moeder laat de paarden weer uitspannen en iedereen gaat naar binnen. Het meisje wacht in het dorp en komt na een tijd in dienst bij de [[molen]] van het kasteel.