Belgische adel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Wutsje (overleg | bijdragen)
herstel vandalisme
Regel 4:
In 1794 werden de [[Zuidelijke Nederlanden]] voor een periode van bijna twintig jaar ingelijfd in de [[Eerste Franse Republiek|Franse republiek]], vervolgens [[Eerste Franse Keizerrijk|keizerrijk]]. De Franse wetten werden stilaan toepasselijk op de ingelijfde provincies. Zo werd, bij decreet van 1 oktober 1795, waarbij de Zuidelijke Nederlanden in Frankrijk werden ingelijfd, de Franse wet van toepassing waarbij de adel werd afgeschaft.
 
Tussen 1808 en 1814 werd een zeventigtal Zuid-Nederlanders in de empireadel benoemd. Het ging in veel gevallen om leden van de [[ancien régime|ancien-régimeadelrégime]]adel. Napoleon richtte geen nieuwe erfelijke adelstand op, maar verleende alleen maar titels die in de meeste gevallen persoonlijk waren, zonder erfelijkheid.
 
Zodra Willem I in 1814 verantwoordelijkheid kreeg over [[Soeverein Vorstendom der Verenigde Nederlanden|Noord- en Zuid-Nederland]], en zeker vanaf de oprichting van het [[Verenigd Koninkrijk der Nederlanden]] in 1815 herstelde hij de adel. De werkwijze hiervoor werd grotendeels overgenomen van de regels die golden onder het [[ancien régime]], met nochtans eenéén essentiële wijziging: het verkrijgen van de adelstand ging niet meer gepaard met eender welk voorrecht. Talrijke persoonlijke erkenningen en heropnamen in de erfelijke adel werden bij [[Koninklijk Besluit]] goedgekeurd. Het ging vaak om meer dan één lid van een bepaalde familie.
 
De heropname in de adelstand werd voor wat betreft de [[Zuidelijke Nederlanden]] toegekend met de volgende aantallen tussen 1814 en 1830:
* 1814: 4
* 1815: 4
Regel 31:
Het is opvallend dat de erkenningen vooral in 1816-1817 plaatsvonden. Vele vroegere edellieden grepen de kans aan om opnieuw adellijke status te verwerven. In de meeste gevallen kregen ze de titels terug die ze destijds hadden gedragen.
 
De tweede grote erkenningsronde gebeurde in 1822-1823. Het is namelijk zo dat heel wat adellijke families in 1816-1817 geweigerd hadden een adelserkenning aan te vragen of zelfs te ontvangen uit handen van een koning die ze, om politieke of vooral om godsdienstige redenen, niet als de hunne beschouwden. Hierin kwam wijziging nadat Willem I het door [[Lodewijk Napoléon]] ingestelde Departement voor de Eredienst splitste in een concordaatafdeling hadvoor afgeslotenhet metprotestantse noorden en het ksatholieke zuiden<ref>[https://www.bronso.nl/blog/geschiedenis/staat-en-natievorming-1780-1814 Staat- en natievorming 1780-1814]</ref>, een maatregel die hij vervolgens in 1827 weer terugdraaide in zijn streven net als de HeiligeBritse vorsten hoofd van een [[staatskerk]] te Stoelworden.
 
Heel wat van die toen opnieuw door Willem I in de adel bevestigde adel is in de loop van de voorbije tweehonderd jaar uitgedoofd. Om die reden zijn er in de Belgische adel nog slechts 356 families die hun stamboom tot onder het ancien régime kunnen doen opklimmen.
 
==Samenstelling van de Belgische adel anno 2015==