Felix Klein: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Addbot (overleg | bijdragen)
k Robot: Verplaatsing van 38 interwikilinks. Deze staan nu op Wikidata onder d:q76641
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: tenminste → ten minste, zoals bijvoorbeeld → zoals met AWB
Regel 9:
Plücker overleed in 1868, zijn boek over de grondslagen van [[lijnmeetkunde]] nog onafgemaakt. Klein was de voor de hand liggende persoon om het tweede deel van Plückers ''Neue Geometrie des Raumes'' (Nieuwe meetkunde van de ruimte) af te maken. Bij dit werk raakte hij kennis met [[Alfred Clebsch]], die in 1868 in Göttingen was begonnem. Klein bezocht Clebsch het volgende jaar, ook bezocht hij [[Berlijn]] en [[Parijs]]. In juli 1870, bij het uitbreken van de [[Frans-Pruisische oorlog]], was hij in Parijs. Hij moest Frankrijk halsoverkop verlaten. Tijdens de oorlog diende hij korte tijd als een [[hospik]] in het [[Pruisische leger]], voordat hij in het begin van 1871 tot universitair docent in Göttingen werd benoemd
 
In 1872 werd Klein tot hoogleraar benoemd aan de [[Friedrich-Alexander-Universität Erlangen-Nürnberg|Universiteit van Erlangen]]. Hij was toen nog slechts 23 jaar oud. Bij deze benoeming werd hij in sterke mate ondersteund door Clebsch, die in hem een mogelijke leidende wiskundige van zijn tijd zag. Klein bouwde in Erlangen, mede door het lage aantal wiskundestudenten, geen school om zich heen. In 1875 kreeg hij een leerstoel aangeboden aan de Technische Hochschule (Technische Hogeschool) van [[München]]. Daar hadden hij en zijn collega Brill vele excellente studenten, zoals bijvoorbeeld [[Adolf Hurwitz]], [[Walther von Dyck]], [[Karl Rohn]], [[Carl David Tolmé Runge|Carl Runge]], [[Max Planck]], [[Luigi Bianchi]] en [[Gregorio Ricci-Curbastro]].
 
In 1875 trad Klein in het huwelijk met Anne Hegel, een kleindochter van de filosoof [[Georg Wilhelm Friedrich Hegel]].
Regel 19:
Het wiskundig onderzoekscentrum dat Klein in Göttingen oprichtte heeft over de hele wereld als model gediend voor soortgelijke wiskundige onderzoekscentra. Hij introduceerde de wekelijkse discussievergaderingen en voerde de wiskundige leeszaal en bibliotheek in. In 1895 slaagde Klein erin om [[David Hilbert]] van de [[Albertina (Universiteit)|Universiteit van Königsberg]] naar Göttingen te lokken; Deze benoeming bleek een zeer gelukkige. Hilbert slaagde er na Kleins emeritaat in dat Göttingen nog zeker twintig jaar, tot zijn eigen emeritaat in 1932 en de komst van de [[nazi]]'s in 1933, het belangrijkste centrum van wiskundig onderzoek in de wereld bleef.
 
Onder het redacteurschap van Klein werd het blad, ''[[Mathematische Annalen]]'', een van de beste [[wiskundig tijdschrift|wiskundige tijdschrift]]en in de wereld. Opgericht door Clebsch werd dit blad onder leiding van Klein in eerste instantie een rivaal van ''[[Crelle's Journal]]'', een blad met sterke banden met de [[Universiteit van Berlijn]]. Klein stelde een klein team van redacteuren in, die regelmatig bijeenkwamen en waar democratische besluitvorming plaats vond. Het tijdschrift specialiseerde zich vooral in de [[complexe analyse]], de [[algebraïsche meetkunde]] en de [[invariantentheorie]] (tenminsteten minste totdat Hilbert het invariantenprobleem oploste). Ook werd er aandacht besteed aan de [[reële analyse]] en de nieuwe [[groepentheorie]].
 
Mede dankzij de inspanningen van Klein op dit gebied liet Göttingen sinds 1893 ook vrouwelijke studenten toe. Klein begeleidde zelf [[Grace Chisholm Jong]], een Engelse studente van [[Arthur Cayley]], die onder zijn supervisie het eerste proefschrift in Göttingen schreef.