Hindoeïstische tempel: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 12:
De voorschriften voor de indeling van een Hindoeïstische tempel staan in de ''Vaastu Shastra'' een oud-Indiaas geschrift uit 1000-1500 voor christus.<ref name="Vib">Chakrabarti (1999). Indian Architectural Theory and Practice: Contemporary Uses of Vastu Vidya.</ref> De ruimtelijke ordening van traditionele Hindoeïstische tempels reflecteert de Hindoeïstische interpretatie van het universum.<ref name="John">McBrewster(2009). Indian Architecture: Mehrgarh, Indus Valley Civilization, Hindu temple architecture, Buddhist architecture, Indian rock-cut architecture, Dravidian architecture, Architecture of Bengal.</ref>
 
De allerheiligste ruimte heet dehet ''[[Cellagarbha griha]]'', hier staat een beeld van de betreffende God. Het is te vergelijken met de [[cella]] uit de Griekse en Romeinse tempelbouw. In tempels die aan [[Shiva]] gewijd zijn staan hier gewoonlijk één of meerdere [[Lingam]]s. Boven de cellagarbha griha staat een toren. Voor de cellagarbha griha ligt een toegangshal, de bezoekersruimte[[mandapa]]. Dit is meestal de grootste ruimte van de tempel.

Voor de tempel is dan weervaak een monumentale toegangspoort geplaatst. Veel tempelcomplexen zijn ommuurd. Soms is voor de [[vahana]] (het rijdier) van de Godheidgodheid een aparte tempel ingericht.<ref name="Sjoerd">Sjoerd de Vries (2003). Hindoeïsme voor beginners: Forum Amsterdam.</ref>
 
== Bouwstijlen ==