Oerslavisch: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: één van de → een van de, Tenslotte → Ten slotte met AWB
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: voorin de → voor in de met AWB
Regel 13:
Het Oerslavisch net als zijn voorouder het Oerbaltoslavisch is een [[satemtaal]]; het heeft dus de Oerindoeuropese palatale medeklinkers *ḱ, *ǵ en *ǵʰ behouden, maar de labiovelaren *kʷ, *gʷ en *gʷʰ hebben hun labiale articulatie verloren en zijn samengegaan met de gewone velaren. Aspiratie is eveneens verdwenen als onderscheidend element, waardoor stemhebbende en geaspireerde stemhebbende medeklinkers samenvielen. De oude palatale medeklinkers hebben zich uiteindelijk ontwikkeld tot sisklanken, *s en *z. Ten slotte vielen in het Oerbaltoslavisch *o en *a samen tot *a, die later in het Laat-Gemeenslavisch weer iets geronder werd en uiteindelijk weer *o werd. De lange klinkers *ā en *ō waren in het Oerbaltoslavisch nog onderscheiden, maar vielen in het Oerslavisch samen tot lange *ā.
 
Tijdens het Oerslavisch ontstonden twee belangrijke tendensen die grote gevolgen zouden hebben voor het uiterlijk van de taal. Ten eerste ontstond de neiging om palatale articulatie (dat wil zeggen, voorinvoor in de mond) te generaliseren over hele lettergrepen, waardoor een lettergreep als geheel palataal (met palatale medeklinkers en [[voorklinker]]s) of niet-palataal (met niet-palatale medeklinkers en [[achterklinker]]s) werd gearticuleerd. Dit zorgde voor ingrijpende veranderingen in de uitspraak van zowel medeklinkers als klinkers. Een tweede belangrijke tendens was om alle lettergrepen open te maken (in een klinker te laten eindigen). Hierdoor verdwenen medeklinkers aan het einde van lettergrepen, en werden tweeklanken omgevormd tot éénklanken.
 
Het generaliseren van articulatieplaats veroorzaakte de voor de Slavische talen kenmerkende wisselingen tussen palatale en niet-palatale medeklinkers (in het jargon vaak "zacht" en "hard" genoemd). Deze wisselingen zijn ontstaan door drie verschillende palatalisaties, die tijdens de Oerslavische periode hebben plaatsgevonden. Deze worden de eerste, tweede en derde (of progressieve) palatalisatie genoemd. Over de precieze datering van de palatalisaties is men het niet eens, ook niet hun onderlinge volgorde. Het is dus niet duidelijk of bijvoorbeeld de derde palatalisatie vóór of ná de eerste kwam.