Gosen (Bijbel): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: bijbel → Bijbel met AWB
Regel 3:
Het voormalige Gosen strekt zich uit over het gebied tussen het oosten van de [[Nijldelta]] en het tegenwoordige [[Suezkanaal]]. Nadat Jozef zich, ten tijde van het bewind van een van de [[Hyksos]]-farao's, had opgewerkt tot [[onderkoning]] van Egypte, nodigde hij zijn vader Jakob en zijn broers [[Ruben (zoon van Jakob)|Ruben]], [[Simeon (zoon van Jakob)|Simeon]], [[Levi (Hebreeuwse Bijbel)|Levi]], [[Juda (zoon van Jakob)|Juda]], [[Dan (persoon)|Dan]], [[Naftali (persoon)|Naftali]], [[Gad]], [[Aser (persoon)|Aser]], [[Issachar (persoon)|Issachar]], [[Zebulon (persoon)|Zebulon]] en [[Benjamin (zoon van Jakob)|Benjamin]] uit om zich in Gosen te vestigen. De mannen stemden in en stichtten er een nederzetting.
 
Eeuwenlang kon het voorheen [[Nomade|nomadisch]]e volk van Jakob er zonder problemen wonen, tot er in Egypte een [[farao]] aan de macht kwam die de Joden zag als een gevaar voor zijn land. Ze zouden samenzweren met buitenlandse legers en zo een serieus gevaar voor de Egyptenaren vormen. Om die reden werd volgens het bijbelverhaalBijbelverhaal de Joden van Gosen zeer rigoureuze maatregelen opgelegd. Alle kinderen van het mannelijk geslacht zouden meteen na de geboorte dienen te worden gedood en de volwassenen werden als [[slavernij|slaven]] behandeld.
 
[[Mozes]] was een van de afstammelingen van Jakob die gedood moest worden, maar hij werd direct na zijn geboorte te [[vondeling]] gelegd en geadopteerd door [[Bithiah]], een dochter van de farao. Toen hij rond zijn veertigste merkte dat zijn stamgenoten als slaven behandeld werden, kwam Mozes in opstand. Zodra hij dan ook rond zijn tachtigste opdrachten kreeg van [[JHWH]] bracht hij tien plagen naar de farao en daarna nam hij het Joodse volk van Gosen mee op een veertig jaar durende trektocht naar hun gebied van oorsprong [[Kanaän (gebied)|Kanaän]], het huidige [[Israël]] en [[Palestina (regio)|Palestina]]. De nederzetting in Gosen hield na 215 jaar op te bestaan.<ref>[[Genesis (boek)|Genesis]] 46 en 47</ref><ref>[[Exodus (boek)|Exodus]] 1:1-4-22</ref>