Basocellulair carcinoom: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Plus bewerkingen door Bart (Evanherk) van gisteren, zie Overleg gebruiker:Evanherk#Hernoemen Basalecelcarcinoom
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: zonodig → zo nodig met AWB
Regel 9:
basale-cellencarcinoom<ref name="Pinkhof1978">Hilfman, M.M. (1978). ''Pinkhof-Hilfman Geneeskundig woordenboek'' (7de druk). Utrecht: Bohn, Scheltema & Holkema.</ref><br />
basale-cellenkanker<ref name="Coëlho1997">Jochems, A.A.F. & Joosten, F.W.M.G. (1997). ''Coëlho Zakwoordenboek der geneeskunde'' (25ste druk). Arnhem: Elsevier/Koninklijke PBNA.</ref><br />
basalioom<ref name="Coëlho1997Pinkhof2012"/><ref name="Pinkhof2012Coëlho1997"/><br />
ouderdomshuidkanker<ref name="Pinkhof2012"/>
ulcus rodens, rodent ulcer<ref name="Pinkhof2012"/>
Regel 25:
}}
Het '''basocellulair carcinoom'''<ref name="Pinkhof2012">Everdingen, J.J.E. van, Eerenbeemt, A.M.M. van den (2012). ''Pinkhof Geneeskundig woordenboek'' (12de druk). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum.</ref>, gebruikelijker maar grammaticaal minder juist '''basaalcelcarcinoom''', ook wel '''basalecelcarcinoom''' of '''carcinoma basocellulare'''<ref name="Pinkhof2012"/>, is een vorm van [[huidkanker]]. Onder [[dermatoloog|dermatologen]] wordt de term vaak afgekort tot '''BCC'''.
Basocellulair carcinoom zaait vrijwel nooit uit ([[metastase|metastaseert]]ert niet) en komt vooral voor bij oudere mensen op lichaamshuid die veel aan (zon)licht blootgesteld is geweest. Ook jonge mensen kunnen echter een basocellulair carcinoom krijgen. De illustratie geeft een relatief laat stadium weer en is niet representatief voor de meest voorkomende presentatie: een klein glazig-rood bobbeltje van enkele millimeters groot met wat zichtbare bloedvaatjes erin. In een later stadium wordt het vaak een niet-genezend wondje of zweertje waar permanent een korstje op zit. Andere verschijningsvormen ('presentaties') zijn mogelijk. Metastasering op afstand komt eigenlijk niet voor, maar ingroei in omringend weefsel en structuren wel.
 
==Voorkomen==
Het basocellulair carcinoom is veruit de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland en vormt ca 80% van alle vormen van huidkanker. Er overlijden echter amper mensen aan doordat het carcinoom niet uitzaait en goed te behandelen is.
De [[incidentie]] neemt snel toe: In 1973 werden in Nederland 4179 BCC's behandeld, in 2008 bijna 30.000<ref> Flohil SC, de Vries E, Neumann HA, Coebergh JW, and Nijsten T. 2011. Incidence, prevalence and future trends of primary basal cell carcinoma in the Netherlands. Acta Derm. Venereol. 91 (1): 24-30</ref>. Geschat wordt dat 1 op de 6 nu levende Nederlanders minstens een keer in zijn of haar leven een basalecelcarcinoom zal ontwikkelen<ref> Vries de E, Nijsten T, Louwman MW, and Coebergh JW. 2009. [Skin cancer epidemic in the Netherlands]. Ned. Tijdschr. Geneeskd. 153: A768</ref>. Dit legt een grote werkdruk op het relatief kleine aantal beschikbare dermatologen.
 
== Oorzaak ==
Regel 45:
 
== Behandeling ==
* Er is in Nederland een landelijke ''Richtlijn Basaalcelcarcinoom'' van het Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg (CBO)<ref>[http://www.oncoline.nl/basaalcelcarcinoom] nationale richtlijn basaalcelcarcinoom 2014</ref>, waarin behandelrichtlijnen worden gegeven voor de behandelende arts. Meestal zal dit een dermatoloog zijn, maar ook huisartsen kunnen bepaalde basocellulaire carcinomen zeker behandelen. Iedere arts staat het vrij om van deze richtlijn af te wijken als daarvoor goede redenen bestaan. Bij de keuze van behandeling spelen overwegingen als grootte, locatie, groeiwijze en cosmetische overwegingen een rol. Een basocellulair carcinoom op de rug kan bijvoorbeeld prima door de huisarts worden verwijderd, als maar gecontroleerd wordt dat het plekje in zijn geheel is verwijderd door middel van laboratoriumonderzoek van het verwijderde huidpreparaat. Voor een basocellulair carcinoom op de neus zal men eerder verwijzen naar een in de [[Mohs-chirurgie]] (zie hieronder) gespecialiseerde arts. Het aantal basocellulaire carcinomen neemt zo snel toe dat huisartsen vaker dan vroeger zelf sommige ervan behandelen. Iedere huisarts ziet er verscheidene per jaar, soms verscheidene per maand.
 
* Meestal wordt ''chirurgische verwijdering'' met een snijmarge van drie of vijf millimeters toegepast. De marge wordt bepaald door de grootte en het soort van het basocellulair carcinoom: is het oppervlakkig, groeit het in nestjes of is het juist sprieterig? Als de snijvlakken vrij zijn, kan worden volstaan met een geregelde nacontrole om bij een eventueel recidief snel in te kunnen grijpen. Om te bepalen welke marge bij verwijdering moet worden gehanteerd, neemt de dermatoloog meestal eerst een [[stansbiopt]] uit de plek om de groeiwijze te bepalen.
* Bij basocellulaire carcinomen die op een ongunstige plaats liggen is het soms niet gemakkelijk om voldoende marge aan te kunnen houden bij het verwijderen (bijvoorbeeld op de neus of bij het oog). Dan kan worden gekozen voor de zogenaamde Mohs-chirurgie, waarbij direct na [[excisie]] de randen van het verwijderde weefsel nauwkeurig onder de microscoop worden onderzocht om zonodigzo nodig aan de juiste snijrand nog een extra stukje weefsel te kunnen verwijderen. Dit voorkomt het onnodig verwijderen van gezond weefsel. Mohs' chirurgie wordt uitgevoerd volgens een duidelijk omschreven protocol waarbij de preparaatranden worden gekleurd. De behandeling vereist intensieve samenwerking tussen een [[dermatologie|dermatoloog]] en een [[patholoog]], en de gehele ingreep duurt vaak enige uren en is dus ook kostbaar. In voorkomende gevallen wordt ook een [[plastische chirurgie|plastisch chirurg]] ingeschakeld voor de reconstructie. Daarom werd deze behandeling aanvankelijk slechts in enkele (meest universitaire) klinieken uitgevoerd. Het aantal is de laatste jaren echter flink toegenomen. Nederland kent hiervoor behandelcentra in onder meer Deventer, Hoorn, Amsterdam, Rotterdam, Maastricht, Groningen, Nijmegen, Breda, Eindhoven, Twente en Zwolle.
* [[Radiotherapie]] kan een optie zijn bij basocellulaire carcinomen die moeilijk chirurgisch te behandelen zijn. Een voorbeeld is een basocellulair carcinoom op de neuspunt.
* Vooral in het verleden koos men wel voor bevriezing ([[cryotherapie|cryochirurgie]]) en [[curettage]] in combinatie met [[elektrodesiccatie]] (verbranden).