Institutioneel Revolutionaire Partij: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Jeroen (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Neoliberalisme naar Neoliberalisme (hedendaags)), met behulp van pop-ups
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: zoals bijvoorbeeld → zoals, tenslotte → ten slotte met AWB
Regel 22:
Calles werd "opperste leider" van de partij. Deze periode wordt dan ook wel het ''[[maximato]]'' genoemd. Hoewel geen president meer, oefende Calles als partijleider de werkelijke macht uit in Mexico, terwijl de zittende presidenten slechts [[stroman (politiek)|stromannen]] waren. Calles wees persoonlijk de presidentskandidaat voor de verkiezingen van 1929 aan, [[Pascual Ortiz Rubio]]. Nadat deze na zijn (frauduleuze) verkiezing poogde een onafhankelijke koers aan te houden gebood Calles al zijn aanhangers uit Ortiz Rubio's kabinet te stappen, waarna Ortiz Rubio aftrad en werd vervangen door [[Abelardo L. Rodríguez]].
 
Pas na de verkiezing van [[Lázaro Cárdenas del Río|Lázaro Cárdenas]] tot president van de republiek 1934 brokkelde de macht van Calles af. Calles veroordeelde Cárdenas' steun aan vakbonden en de communistische partij, terwijl Cárdenas weinig zin had om naar het pijpen van Calles te dansen. Cárdenas liet Calles' getrouwen uit zijn kabinet zetten, oppakken of deporteren, en Calles zelf werd in 1936 tenslotteten slotte zelf het land uit gezet.
 
Cárdenas liet de partij in 1936 hernoemen tot Partij van de Mexicaanse Revolutie (PRM) en hervormde de partijstructuur. De losse, voornamelijk regionaal reorganiseerde structuur van de PNR werd vervangen door een 'horizontale', meer [[corporatisme|corporatistische]] structuur. De partij werd opgedeeld in vier sectoren, gericht op de diverse beroepsgroepen. De eerste sector werd gevormd door arbeiders die werden vertegenwoordigd in de [[Confederatie van Mexicaanse Arbeiders]] (CTM), opgericht door de marxist [[Vicente Lombardo Toledano]]. De CTM en PMR werden ook gesteund door de [[Mexicaanse Communistische Partij]] (PCM), aangespoord door het [[Comintern]] die evenals in bijvoorbeeld [[Spanje]], [[Chili]] en [[Frankrijk]] een [[volksfront]]regering voorstond als bolwerk tegen het [[fascisme]]. Lombardo Toledano werd in [[1941]] opzij geschoven en vervangen door [[Fidel Velázquez]], die de CTM tot 1997 zou blijven leiden. De tweede sector werd gevormd door de boeren, vertegenwoordigd door de [[Nationale Boerenconfederatie]] (CNC), opgericht in 1938. De derde sector werd gevormd door de middenklasse, die was vertegenwoordigd in de [[Nationale Confederatie van Volksorganisaties]] (CNOP). De vierde sector bestond uit [[militair]]en. Deze sector was echter aanzienlijk minder machtig dan de andere, daar Cárdenas de macht van het leger wilde terugdringen. Na de [[Tweede Wereldoorlog]] verdween de militaire sector zelfs geheel. De corporatistische machtsstructuur had twee doelen. Ten eerste kon de PRI op deze manier op alle niveaus haar macht laten gelden, ten tweede kon de bevolking op deze manier haar wensen en ongenoegens aan de partij kenbaar maken.
Regel 29:
 
===Eenpartijstaat===
In [[1946]] veranderde de PMR haar naam tot Institutioneel Revolutionaire Partij. Tijdens de PRI stond Mexico dan ook bekend als de "perfecte dictatuur". Verkiezingen vervielen tot een formaliteit, om de zes jaar werd een nieuwe PRI-kandidaat als president gekozen. De presidentskandidaat werd aangewezen door de zittende president (de ''[[dedazo]]''). Nadat een nieuwe president was aangetreden trok de vorige president zich terug uit de politiek. Ook kandidaten voor andere verkiezingen werden vaak aangewezen door hun voorganger en hadden goedkeuring van het partijestablishment nodig. [[Herverkiezing]] werd tot taboe verklaard. Op deze manier loste de PRI het machtsprobleem dat Mexico sinds haar onafhankelijkheid had geplaagd op. Politieke conflicten konden binnen het partijkader vreedzaam worden opgelost zonder dat land ontaarde in een volledige dictatuur waarin één persoon jarenlang absoluut machthebber was. Voor eenieder met politieke ambities was het dan ook verstandig het verdict van de PRI te accepteren. Op het hoogtepunt van haar macht leverde de PRI de president, alle ministers, alle staatsgouverneurs en 90% van het parlement. Door haar corporatistische structuur en haar nauwe banden met de media was de PRI de vanzelfsprekende winnaar van elke verkiezing; hoewel de partij er niet voor schroomde verkiezingen te vervalsen of oppositiekandidaten te intimideren, zoals bijvoorbeeld gebeurde toen generaal [[Miguel Henríquez Guzmán]] het in 1954 waagde het als onafhankelijk presidentskandidaat op te nemen tegen de PRI-favoriet, verliep de stembusgang meestal relatief rustig en was het voor de partij niet eens nodig daadwerkelijk verkiezingsfraude te plegen. Men kende enkele parlementszetels aan zogenaamde [[satellietpartij]]en toe, om een schijn van democratie te creëren. Alleen de gematigd conservatieve [[Nationale Actiepartij]] (PAN), die vooral steun had onder de middenklasse, werd als daadwerkelijke oppositiepartij getolereerd, maar wist tot de jaren 80 nooit meer te winnen dan een handvol congreszetels en af en toe een burgemeester.
 
Ondanks het ondemocratische karakter van de PRI-staat bestond in Mexico maar ook internationaal enige bewondering voor de PRI, aangezien Mexico onder haar regering een baken van stabiliteit was, het in tegenstelling tot de meeste andere landen in [[Latijns-Amerika]] niet geplaagd werd door staatsgrepen en het geen militaire dictatuur kende. Ook kende Mexico van 1940 tot de jaren 70 een opmerkelijke economische groei, wat wel is aangeduid als het [[Mexicaanse Wonder]].