Karolingische renaissance: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Wijzigingen door 94.224.229.105 (Overleg) hersteld tot de laatste versie door Leopard
k Wikipedia:Wikiproject/SpellingCheck. Help mee!, replaced: tenslotte → ten slotte, Middeleeuwen → middeleeuwen (3) met AWB
Regel 5:
 
==Historiografie==
De term ''[[renaissance]]'' en in het bijzonder de '''Karolingische renaissance''' werd in de jaren 1830 door de [[Frankrijk|Franse]] historicus [[Jean-Jacques Ampère]] in de [[Middeleeuwen|middeleeuwse geschiedenis]] geïntroduceerd.<ref> {{aut|Riché}} (1983) noemt het jaar 1839, het jaar van de uitgave van de l'''Histoire littéraire de la France avant le XIIe siècle'' door Jean-Jacques Ampère. Echter , het lijkt erop dat hij het gebruik van de term renaissance voor de Middeleeuwenmiddeleeuwen vóór die datum in zijn klassen en items, zoals gemaakt</ref> Dit idee van een Karolingische renaissance ging in tegen de toen dominante visie op de middeleeuwen (vooral die van voor het jaar duizend) als een cultureel retrograde periode, zoals deze bijvoorbeeld werd aangehangen door de Franse historicus [[Jules Michelet]].<ref> Zie bijvoorbeeld de beschrijving van het hof van [[Karel de Grote]], ''ver verwijderd van het idee van een bloeiende renaissance'': ''Histoire de France : Moyen Âge'' (''Œuvres complètes'', ed. 1893, blz. 259 e.v.) [http://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k229218b/f309.chemindefer Gallica].</ref>
 
Het was pas vanaf de jaren [[1920]] dat dit door Ampère geïntroduceerde concept een succes werd. De historica Erna Patzelt, hoogleraar geschiedenis aan de [[Universiteit van Wenen]], versterkte het gebruik van het begrip door in 1924 een van haar boeken de titel ''Die karolingische Renaissance'' te geven.<ref>{{aut|Erna Patzelt}}, ''Die karolingische Renaissance. Beiträge zur Geschichte der Kultur van frühen Mittelalters'', Wenen, 1924.</ref> In dezelfde jaren 1920 zagen ook theorieën over andere zogenaamde renaissances in de middeleeuwen het levenslicht, de [[Ottoonse renaissance]] en de [[renaissance van de twaalfde eeuw]].
Regel 11:
De term "Karolingische renaissance" impliceert dat de culturele opleving in het Karolingische rijk vergelijkbaar zou zijn aan die in de [[Renaissance (historische periode)|renaissance]] in de vijftiende en de zestiende eeuw. Het gaat daarbij om verschillende aspecten (vernieuwing in de studies, de herontdekking van het antieke intellectueel erfgoed, artistieke prestaties). De vergelijking kan echter niet anders dan beperkt zijn. De term renaissance had geen Latijns equivalent,<ref>[[Giorgio Vasari]] is de eerste die de term in 1550 gebruikte in zijn ''[[Le Vite|Vite]]'' .</ref> om die reden introduceerde men in de 16e eeuw voor de culturele opleving in het Karolingische rijk het woord ''renovatio''.
 
Het begrip "Karolingische renaissance" heeft in de naoorlogse periode groot succes gehad met name bij Angelsaksische historici.<ref>Zie {{aut|Walter Ullmann}} , ''The Carolingian Renaissance and the Idea of Kingship (The Birkbeck Lectures 1968-69)'', New York : Barnes and Noble, 1969; {{aut|Jean Hubert}}, {{aut|Jean Porcher}}, {{aut|Wolfgang Volbach}}, ''Carolingian Renaissance'', New York, Braziller, coll. "Arts of Mankind", 1970 (vertaling in het Engels ''L'Empire carolingien'', Parijs, Gallimard, 1968) ; {{aut|Garry W. Trompf}}, "The Concept of the Carolingian Renaissance'', ''Journal of the History of Ideas'', deel 34, nr. 1 (januari-maart 1973), blz. 3-26 ; {{aut|Wallace-Hadrill}}, ''A Carolingian Renaissance Prince: Charles the Bald'', ''Proceedings of the British Academy'', nr. 64, 1978 ; {{aut|Peter Godman}}, ''Poetry of the Carolingian Renaissance'', Norman: University of Oklahoma, 1985.</ref> Critici hebben zich echter consequent tegen deze term verzet, vooral de Franse historicus [[Jacques Le Goff]] was een verklaard tegenstander. Meer recentelijk heeft de Franse mediëvist [[Pierre Riché]] de voorkeur uitgesproken om over drie opeenvolgende Karolingische renaissances te spreken, de eerste ten tijde van Karel de Grote ("eerste Karolingische renaissance"), die onder zijn opvolgers ("tweede Karolingische renaissance") en tenslotteten slotte die tijdens de Ottoonse periode ("derde Karolingische renaissance"), die hij als een voortzetting van hetzelfde verschijnsel ziet en niet als een onafhankelijke "renovatio".<ref>{{aut|Riché & Orchard}}</ref>
 
==Kunsten==
Regel 42:
De rol van Karel de Grote en Karolingen werd dus duidelijk erkend en gewenst, zoals ook blijkt uit de verklaring van [[Savonnières]] in 859. De vorsten van de 9e eeuw zijn eveneens het object van lofprijzingen, vooral [[Karel de Kale]], bijvoorbeeld in de geschriften van [[Heiric van Auxerre]].
 
Welke historische balans kunnen wij over de Karolingische renaissance trekken? Ten eerste was de onderwijsvernieuwing niet triviaal. De onderwijswetgeving die werd geïnitieerd door Karel de Grote en gedurende zijn lange bewind steeds werd bevestigd, en waar ook zijn opvolgers aan vast hielden, heeft een actieve rol gehad in de vermeerdering van het aantal studiecentra in het Westen. Deze kwantitatieve aspecten worden aangevuld met ten minste twee grote nieuwe culturele hoofdassen. Dit was essentieel voor het intellectuele leven van de gehele Middeleeuwenmiddeleeuwen in het westen en daarbuiten.
 
Merk ook de redding van vele antieke teksten op, vooral die van Latijnse auteurs, gekopieerd op initiatief van de meesters en dankzij het werk in de ''[[scriptorium|scriptoria]]''. Onder de belangrijkste zijn [[Virgilius]], [[Horatius]], [[Terentius]], [[Quintilianus]], [[Lucius Annaeus Seneca|Seneca]] en [[Marcus Tullius Cicero|Cicero]]. Vandaag de dag hebben we slechts de beschikking over werken van ongeveer 150 auteurs, nog geen 20% van de achthonderd namen van Latijnse auteurs, die ons zijn overgeleverd; deze erfenis hebben we behalve aan [[Byzantijnse rijk|Byzantium]] en de [[Kalifaat van de Abbasiden|Abbasiden]] aan de Karolingische renaissance te danken.<ref> {{aut|Riche & Verger}}, blz. 54.</ref> Een klassieke erfgoed vermengd met christelijke (vooral monastieke) cultuur, vervaardigd door geleerden uit de Karolingische periode is een vergelijkbare ontwikkeling als die van de [[Renaissance-humanisme|humanisten in de zestiende eeuw]].<ref>Zie over dit onderwerp: {{aut|Jean Leclercq}} ''L'Amour des lettres et le désir de Dieu : Initiation aux auteurs monastiques du Moyen Âge'', Parijs, Cerf, 1991.</ref>