Verdrag van Londen (1839): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎De XXIV artikelen: aanvulling + verbetering
Regel 5:
In 1831 had het nieuwe België een tamelijk gunstig verdrag kunnen afsluiten met de Mogendheden, bekend als het [[Verdrag der XVIII artikelen]]. Het werd na veel discussie door het [[Nationaal Congres (België)|Nationaal Congres]] aanvaard en weinige dagen later had [[Leopold I van België|Leopold I]] de grondwettelijke eed als koning afgelegd.
 
Daarop heropende [[Willem I der Nederlanden|Willem I]] de vijandelijkheden. Van 2 tot 12 augustus 1831 vond de [[Tiendaagse Veldtocht]] plaats, die de kwetsbaarheid van het nieuwe koninkrijk onderstreepte. Als gevolg hiervan werden nieuwe onderhandelingen opgelegd door de Mogendheden, die heel wat minder gunstig waren voor België. Dit werd het [[Verdrag der XXIV artikelen]] dat, opnieuw na heftige debatten, einde 1831 door het Belgisch parlement werd aanvaard. De Mogendheden ([[Verenigd Koninkrijk]], [[Frankrijk]], [[Keizerrijk Oostenrijk|Oostenrijk]], [[Pruisen]] en [[Rusland]]) betuigden hun akkoord. Alleen Willem I verwierp het, met als gevolg dat de ''status quo'' behouden bleef en België in het feitelijk bezit bleef van geheel [[Limburg (Nederland)|Limburg]] over(met deuitzondering Maasvan (de Brabantse[[Maastricht]] - zie [[landenBlokkade van Overmaas]]Maastricht (1830-1833)|Blokkade behalvevan [[Maastricht]]) en Duitstaliggeheel [[Luxemburg (land)|Luxemburg]].
 
Op 14 maart 1838 liet Willem I aan de Conferentie in Londen weten dat hij zich nu toch bij het verdrag neerlegde. Hij had niet meer de illusie dat hij België nog zou kunnen herwinnen en hij kreeg in Nederland grote kritiek over de hoge kosten die het onderhouden van een leger-op-oorlogsvoet met zich meebracht. Leopold I en de Belgische regering probeerden nog de betwiste gebieden af te kopen, maar de Mogendheden bleven onwrikbaar. Na woelige, zelfs dramatische debatten in de Kamer, volgde op 19 maart 1839 de stemming: 59 Kamerleden stemden voor aanvaarding en 42 voor verwerping van de XXIV artikelen.
 
Op 19 april 1839 volgde de ondertekening in [[Londen]].: [[Maastricht]], met Oost-[[Limburg (Nederland)|Limburg]] over de Maas en Duitstalig Oost-[[Luxemburg (land)|Luxemburg]] kwamen niet bij België.
 
Andere gevolgen van het Verdrag waren: