Vestingwet: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Bepalingen van de Vestingwet: steden en provincies
Regel 32:
 
In het eerste artikel werd vastgelegd waaruit het Nederlandse vestingstelsel bestond. Negen stellingen werden met naam genoemd:
* # [[Nieuwe Hollandse Waterlinie]]
* # [[Grebbelinie]]
* # [[Stelling van het Hollandsch Diep en het Volkerak]]
* # Stelling van de monden der Maas en van het [[Haringvliet (zeearm)|Haringvliet]]
* # [[Stelling van Den Helder]]
* # Werken ter dekking van rivier-overgangen en opname van troepen aan de [[IJssel]], [[Maas]] en [[Waal (rivier)|Waal]]
* # [[Stelling van Amsterdam]]
* # [[Zuider Waterlinie]]
* # Werken aan de [[Westerschelde]]
 
De [[IJssellinie]] en de stelling Groningen-Delfzijl werden niet in dit artikel genoemd en kwamen te vervallen.
 
In het derde artikel werd bepaald dat er ieder jaar in de begroting geld wordt gereserveerd om de werken uit te voeren. Hierbij werd verder vermeld dat de werkzaamheden binnen acht jaar, of voor 1 januari 1883, moesten zijn voltooid.
 
In artikel vier werden de werken genoemd die overbodig zijn geworden. Binnen drie jaar moesten de gronden zijn overgedragen aan de [[Domeinen|Dienst der Domeinen]] en de werken zo veel als mogelijk worden gesloopt. Veel steden profiteerden hiervan, na de [[ontmanteling]] konden ze worden uitgebreid. VoorbeeldenHet hiervanging zijnom de vestingwerken in de [[provincie Friesland]] en [[provincie Groningen]], en daarnaast rond de steden:
* [[Breskens]]
* [[Deventer]]
* [[Elden]]
* [[Grave (plaats)|Grave]]
* [[Groningen (stad)|Groningen]]
* [[Lent]]
* [[Nijmegen]]
* [['s-Hertogenbosch]]
* [[Veere (stad)|Veere]]
* [[Zutphen (stad)|Zutphen]]