De aamnaak: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
StroopwafelBot (overleg | bijdragen)
k →‎Hoorspel: Vervanging van een categorie per CFD
k dubbelvet in sjabloon
Regel 1:
'''''Heer Bommel en de aamnaak''''' (in boekuitgaven/spraakgebruik verkort tot ''De aamnaak'') is een verhaal uit de [[Bommelsaga]], geschreven en getekend door [[Marten Toonder]]. Het verhaal verscheen voor het eerst op [[5 augustus]] [[1981]] met een aankondiging, waarna de volgende strips vanaf [[7 september]] tot [[5 januari]] [[1982]] verschenen.<ref>Op de website http://kranten.kb.nl zijn veel afleveringen terug te vinden. Zoek onder historische kranten naar: ' De aamnaak ' pdf-formaat geeft het beste resultaat.</ref><ref>In het woord 'aamnaak' hoort men de verbastering door de verkoper van ' de [[almanak]]'.</ref> Thema: (valse) voorspellingen.
 
== Verhaalaankondiging ==
Regel 7:
 
==Het verhaal==
Het<ref>Het verhaal start met nummer 0952.</ref> is herfst geworden. In de storm en de regen zit heer Bommel tevreden thuis. Als bediende [[Joost (stripfiguur)|Joost]] hem een verwarmende drank brengt, vraagt hij zich hardop af wat de toekomst zal gaan brengen. Joost vindt de toestand van vandaag al erg genoeg. Op dat moment hoort de kasteelheer een verwarde kreet buiten. Heer Bommel hoort een tweede keer toch wel duidelijk: ‘Aamnaak’, de lokroep van een almanakverkoper. Nog onlangs heeft hij deze boekwerken op zolder teruggevonden. Joost weet dat zijn tante<ref>Zie ''[[Het spook van Bommelstein]]''.</ref> ze placht te kopen. Maar ze zei er wel bij dat het niets voor haar neef was. Heer Bommel wil nu toch weten wat er in staat, al is het onzin. Men heeft een vrije wil en men bepaalt zijn eigen lot als heer zijnde. Maar het is leerzaam om de gedrukte verzinsels te lezen. Joost wordt op zijn fiets naar buiten gestuurd om er één te kopen. Slippend in een plas belandt de bediende op zijn rug in de modder. In die positie wordt hij aangesproken door een almanakverkoper. Joost krijgt als eenvoudig persoon de almanak van het Gouden Meervoud aangeboden, geschreven door de alwijze Al Repus.<ref>“De wolken vallen, en de val brengt aards slijk voor de Meervoudige.”</ref> Joost is erg getroffen door het aardse slijk en hij tekent in op de Eeuwige Almanak van het Gouden Meervoud voor 1000 florijnen per jaar. De almanakverkoper voegt toe: “ te betalen één week voor 1 december en één maand cadeau voor degene die voor Kerstmis het nieuwe jaar hebben betaald. En niet tevreden geld terug!” Joost zet zijn eigen handtekening, omdat hij nog genoeg geld heeft opgeslagen in een oude kous. Terwijl Joost nog namijmert over de gebeurtenissen vindt hij lezend over “ val brengt aards slijk “ een gouden dukaat in de modder.
 
Het<ref>Het verhaal start met nummer 0952.</ref> is herfst geworden. In de storm en de regen zit heer Bommel tevreden thuis. Als bediende [[Joost (stripfiguur)|Joost]] hem een verwarmende drank brengt, vraagt hij zich hardop af wat de toekomst zal gaan brengen. Joost vindt de toestand van vandaag al erg genoeg. Op dat moment hoort de kasteelheer een verwarde kreet buiten. Heer Bommel hoort een tweede keer toch wel duidelijk: ‘Aamnaak’, de lokroep van een almanakverkoper. Nog onlangs heeft hij deze boekwerken op zolder teruggevonden. Joost weet dat zijn tante<ref>Zie [[Het spook van Bommelstein]].</ref> ze placht te kopen. Maar ze zei er wel bij dat het niets voor haar neef was. Heer Bommel wil nu toch weten wat er in staat, al is het onzin. Men heeft een vrije wil en men bepaalt zijn eigen lot als heer zijnde. Maar het is leerzaam om de gedrukte verzinsels te lezen. Joost wordt op zijn fiets naar buiten gestuurd om er één te kopen. Slippend in een plas belandt de bediende op zijn rug in de modder. In die positie wordt hij aangesproken door een almanakverkoper. Joost krijgt als eenvoudig persoon de almanak van het Gouden Meervoud aangeboden, geschreven door de alwijze Al Repus.<ref>“De wolken vallen, en de val brengt aards slijk voor de Meervoudige.”</ref> Joost is erg getroffen door het aardse slijk en hij tekent in op de Eeuwige Almanak van het Gouden Meervoud voor 1000 florijnen per jaar. De almanakverkoper voegt toe: “ te betalen één week voor 1 december en één maand cadeau voor degene die voor Kerstmis het nieuwe jaar hebben betaald. En niet tevreden geld terug!” Joost zet zijn eigen handtekening, omdat hij nog genoeg geld heeft opgeslagen in een oude kous. Terwijl Joost nog namijmert over de gebeurtenissen vindt hij lezend over “ val brengt aards slijk “ een gouden dukaat in de modder.
 
Na de terugkomst van Joost op het kasteel [[Bommelstein]] wisselt de stemming van heer Bommel met de minuut. Eerst is de almanak een onzin blaadje, maar de gouden dukaat doet zijn stemming omslaan. Hij wil de almanak en de munt in beslag nemen maar Joost weigert pertinent. De almanak is persoonlijk, iedereen krijgt zijn eigen almanak volgens de verkoper. Heer Bommel vindt nu alles weer toeval en gaat een stukje wandelen. Hoewel de regen is gestopt heeft hij een opvouwbare paraplu bij de hand. Ook heer Bommel tekent in bij de almanakverkoper op zijn eigen persoonlijke almanak, Zuivere Eenvoud.<ref>“De eenvoudige heeft zich bevrijd van het aardse slijk. Warmte en Vriendschap zullen hem omringen.”</ref> Al lezend wordt heer Bommel door een langsrijdende auto nat gespetterd en omdat ook de regen weer is begonnen steekt hij de paraplu op. Dwerg [[Kwetal]] komt nu tevoorschijn en spreekt zijn bewondering uit voor het schutsel tegen lekwolken.<ref>Het hele verhaal door noemt de dwerg het regenscherm: “paar aplu”.</ref> Hij vindt Bommel weer een reusachtige breinbaas. De kasteelheer spreekt nu zijn zorgen uit tegen de bevriende dwerg. De almanak waarop hij zich heeft geabonneerd is bedrog van handige lieden. Kwetal begrijpt dat het tekentjes zijn op zwart en wit, die vertellen wat komen gaat. Heer Bommel legt uit dat hij de kranten niet meer kan lezen vanwege alle ellende en de ontspanning van de almanak wordt ontsierd door verzinsels. Samen lopen ze een stukje op waarbij ze klagen over de nattigheid, hoewel [[Pee Pastinakel]] de regen goed vindt voor het struweel. Heer Bommel herinnert zich een tekst uit zijn almanak. De eenvoudige geeft wat hij heeft en maakt vrienden. Hij geeft zijn paraplu aan Kwetal, die opgetogen weghuppelt met de almanak in zijn linkerhand en het regenscherm in de rechterhand. Hij overlegt met Pee Pastinakel over de klacht betreffende de almanak. Pee<ref>Ook Pee Pastinakel is opgetogen over het schutsel tegen de nattigheid.</ref> oordeelt dat er geen ‘sprit’ in zit en Kwetal meldt dat de almanak wordt gemaakt door een lieger. Als dank gaat hij sprit geven met [[alruin]]. Niet aan de drukker maar aan het drukapparaat.
Regel 22 ⟶ 21:
Enkele weken later brengt Joost de post aan zijn werkgever. Een almanak, waarvan hijzelf ook een exemplaar heeft ontvangen, en een bankbrief. Daarin staat dat door de oplopende rentevoet het kapitaal van de kasteelheer zorgwekkend is vermeerderd. De bank wacht op instructies. Om zijn zorgen over de rentevoet de baas te worden, wandelt heer Bommel naar zijn buurvrouw. Die heeft ook een brief van de bank gehad inzake de aflossing van haar huis. Maar dat geld heeft ze besteed aan een almanak, die ze volgens haar buurman niet hoefde te betalen. De tobberige heer ziet zijn jonge vriend vrolijk op een boomstam zitten. Tom Poes geeft desgevraagd advies het geld te besteden aan iets nuttigs, waar iedereen iets aan heeft. Joost spelt in zijn kamer intussen de nieuwe almanak uit. “Duimelot en Likkepot maken eens zoveel. Dubbel en strubbel. Hoe langs, hoe meer. Pas op voor zeer. Klein maar fijn moet het zijn.” Joost vindt het onzin en kijkt bedroefd naar een briefje van 25 florijnen, dat hem nog rest. Tot zijn verbazing verdubbelt het bankbiljet bij zijn liefkozende streling van zijn laatste bezit. Zittend aan tafel leert hij zichzelf de truc met de duim en de wijsvinger, waardoor een mooi stapeltje bankbiljetten ontstaat. De thuisgekomen heer Bommel leest in zijn almanak dat de eenvoudige geeft wat hij heeft. Hij biedt Joost daarop een briefje van 1000 florijnen aan. Die geeft er echter zelfvoldaan terstond twee van terug. Hij neemt een vrije middag om een motorfiets te gaan kopen. De lunch kan zijn werkgever zelf wel klaar maken. Met dubbele geldzorgen besluit heer Bommel zijn buurvrouw te bezoeken. Hij legt haar zijn honger uit, maar zijn verblijf wordt geen succes. Door zijn zenuwen overmand sloopt hij een groot deel van het meubilair. Doddeltje barst in tranen uit omdat haar servies nu ook incompleet is. Het geld dat haar wordt aangeboden, weigert ze pertinent. Ze moet het geld niet omdat ze wel weet wat weduwe Hooinaalt ervan zal zeggen. Ze zegt dat ze Bommel nooit meer wil zien. Nooit meer en barst in tranen uit.
 
Thuis op Bommelstein geeft de uitgebluste heer Bommel de beleggingsadviseur van de Rommeldamse Bank opdracht zijn geld in het ‘Nut van het Algemeen’ te steken. Tom Poes krijgt van Joost uitleg over zijn nieuwe motorfiets, een ‘Bromota’. De almanak klopt deze maand en zijn Duimelot maakt het mogelijk zijn briefjes van 25 te verdubbelen. Volgens de bank waren de biljetten echt. Tom Poes geeft Joost hetzelfde beleggingsadvies. Investeer in het Nut van het Algemeen. Joost rijdt daarop terug naar de stad en meldt zich bij meester Woordkramer, de advocaat van zijn werkgever. Die stelt voor in het onroerend goed te gaan en richt de NV Tot Nut van het Algemeen op. Heer Bommel sjokt nogmaals naar zijn buurvouw. Hij hoort echter een gesprek van haar met de weduwe Hooinaalt. Doddeltje heeft een erfenis ontvangen van een onbekende neef, zonder verdere familie. En dat stond precies zo in haar nieuwe almanak. Heer Bommel voelt zich na het gebroken servies en een erfenis bij de middagpost volkomen overbodig. Hij spreekt Tom Poes aan over zijn zorgen en die is met hem eens. De almanak deugt niet omdat de voorspellingen uitkomen. Thuis op het kasteel biedt Joost zijn ontslag aan om in zaken te gaan. Hij raadt zijn werkgever Hotel De [[Gebraden Haan]] aan, omdat hij daar de bardame kent.<ref>Zie het verhaal: ''[[De wadem]]''.</ref> Terwijl de motor knallend weg rijdt, neemt heer Bommel de telefoon op. De bank had aandelen gekocht van een nieuwe onderneming, Tot Nut van het Algemeen. Tom Poes merkt op dat het toevallig is, maar krijgt verder geen kans iets te zeggen. Want de bankman vreest een hoos. Tom Poes zegt: “hm”. Heer Bommel heeft niet echt geld weggeven en ziet er niet gelukkig uit. Heer Bommel besluit nu tijdelijk naar een hotel te verhuizen.<ref>Tom Poes is op plaatje 01009 te zien bij het inladen van een veel te grote koffer in de Oude Schicht.</ref>
 
In de stad neemt Tom Poes afscheid bij het hotel. Hij raakt in gesprek met journalist Argus, die erg geïnteresseerd is in de gebeurtenissen uit de almanak die uit zijn gekomen. Aan het eind van het gesprek loopt hij weg door het poortje van de Teutsteeg met de opmerking:” Ik dacht al, wat doet dat ding raar.” In de Sofsteeg raakt Tom Poes een van de volgende dagen in gesprek met brigadier Snuf. Die verwondert zich over het plotseling uitblijven van klachten over de almanak. Tom Poes legt hem uit dat de almanak dingen laat uitkomen. Snuf vindt zulks tegen de orde der dingen. Bul Super luistert het gesprek af en besluit Hiep Hieper weer de straat op te sturen om meer abonnementen te gaan verkopen. Laatstgenoemde raakt in gesprek met Tom Poes, die te horen krijgt dat een zekere Hakstroo de schrijver van de almanak is, onder supervisie van swami Al Repus. Even verderop komt Tom Poes oud bediende Joost en meester Woordkramer tegen. De jurist heeft de hele boel opgekocht. Een gedeelte van het stadsdeel lag al plat en de rest wordt ook omgegooid, na uitzetting van de krakers. De nieuwe onderneming gaat er huisjes bouwen, klein maar fijn. Op de [[Kleine Club]] is de nieuwbouw het gesprek van de dag. Bulle Bas suggereert dat de almanak er iets mee te maken heeft. De clubvoorzitter kan zijn duidelijke waarschuwing in de krant nogmaals kan verkondigen. Bulle Bas vindt het nog steeds meer een aanbeveling dan een waarschuwing. De getergde krantenmagnaat krijgt op straat een gratis abonnement op de almanak aangeboden, in ruil voor wat reclame in zijn pers. Hij zoekt oplagevergroting en ontvangt De Meervoudige. Op zijn kantoorkamer windt de krantenmagnaat zich deerlijk op over de opgeschreven onzin. “Trompetten en gebral geven diepe val”. Met een ferme vuistslag belandt hij door de vloer op de redactie van de avondeditie. Tom Poes ziet komende uit de Sofsteeg de ziekenauto. Commissaris Bulle Bas legt hem de gebeurtenissen uit. De diepe val stond in de almanak, maar de politiechef gaat er nu een eind aan maken. Tom Poes werpt tegen dat voorspellingen niet strafbaar zijn, zelfs als ze uitkomen. De commissaris gaat slechts de almanakvensters arresteren wegens het ontbreken van een ventvergunning.
Regel 44 ⟶ 43:
{{StartOpvolging}}
{{OpvolgingCombi|
| lijst = [[Bommelsaga]] <br/> '''[[4 augustus]] [[1981]] - [[5 januari]] [[1982]]'''
| vorige = ''[[Het volledig maken]]
| volgende = ''[[Het ontsollen]]
}}
{{EindOpvolging}}