Pre-implantatiegenetische diagnostiek: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Spelling, zie bijv. ook googlebooks https://www.google.nl/search?tbm=bks&hl=nl&q=%22Pre-implantatiegenetische+diagnostiek%22
Regel 5:
 
==Geschiedenis==
Edwards en Gardner zijn er in [[1968]] voor het eerst in geslaagd om een biopsie uit te voeren op konijnenembryo's. Halverwege de jaren 80 werd PGD ontwikkeld voor mensen als een alternatief voor de prenatale diagnostiek. In 1989 werd de geboorte van het eerste niet-aangedane kind na PGD voor een X-gebonden aandoening gemeld. Tot op heden lijken kinderen die na deze techniek zijn geboren zich even goed te ontwikkelen als ICSI- en SC-kinderen.<ref>[https://www.ntvg.nl/artikelen/nieuws/normale-ontwikkeling-na-pre-implantatiediagnostiek Normale ontwikkeling na pre-implantatiediagnostiek ]</ref>
 
==Techniek==
Om de diagnostiek te kunnen verrichten moet, door middel van een biopsie, eerst celmateriaal worden verkregen. Er bestaat een aantal varianten, maar de meest gebruikte methode is de zogenoemde blastomeerbiopsie. Daarbij worden één of twee cellen (blastomeren) afgenomen van het pre-implantatie-embryo in het stadium waaruit dat uit zes tot tien cellen bestaat, meestal op de derde dag na de bevruchting.