Landing (luchtvaart): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
zo maar dan
Regel 9:
Luchtvaartuigen landen gewoonlijk op een [[vliegveld]] op een harde [[startbaan]], ook wel landingsbaan genoemd. Meestal worden deze gemaakt van [[asfalt]], [[beton]], [[gravel]] of [[Grassenfamilie|gras]]. Er zijn vliegtuigen die speciaal uitgerust zijn om te landen op water, zand, sneeuw of ijs. In de [[ruimtevaart]] wordt de landing uitgevoerd op water of op terrein, waarbij de klap wordt opgevangen door [[airbag]]s aan weerszijden van de capsule.
 
Het landen van bijvoorbeeld een [[C-130 Hercules]] op een grasveld midden in een oorlogsgebied is niet te vergelijken met de landing van een [[Cessna 152]] op een goed onderhouden landingsbaan of de landing van een [[Airbus A380]]. Een landing van een [[zweefvliegtuig]] is ook weer verschillend hiervan omdat het vliegtuiglandt zonder motorvermogen aanen komt vliegen, enkan dus niet de mogelijkheid heeft om eengeen [[Doorstart (luchtvaart)|doorstart]] te maken indien er bij de landing iets fout gaat.{{Clearboth}}
 
== BeschrijvingLanding landingvan een vliegtuig ==
Beroepspiloten worden opgeleid om te kunnen landen in allerlei omstandigheden en moeten brevetten behalen om de verschillende typen vliegtuigen te kunnen besturen.
{{Clearboth}}
 
== Beschrijving landing vliegtuig ==
[[Bestand:Prepare for landing (1443389904).jpg|thumb|right|Zicht vanuit de [[cockpit]] vlak voor de landing.]]
Bij het landen komt een vliegtuig onder een constante dalingshoek en met een relatief lage snelheid op het landingsterrein aangevlogen, dit noemt men: de eindnadering (Engels: ''final approach''). De daalhoek is meestal ongeveer 3 graden. De [[piloot]] controleert deze hoek door het variëren van het motorvermogen en de hoek van het toestel ten opzichte van horizontaal. Als hulpmiddel omOm met een constante daalhoek naar de landingsbaan te vliegen gebruikt de piloot signalen van het [[Instrument landing system]] of - als hij op zicht landt - de lichten van de [[Precision Approach Path Indicator]]. Vlak voor de landing op de landingsbaan begint het "afvangen" (Engels: ''flare''), waarbij de neus van het toestel iets wordt opgelicht waardooren de [[dalen (luchtvaart)|daling]] langzamer gaat. Deze stand wordt gehandhaafd totdat het [[landingsgestel]] de grond raakt. De [[piloot]] corrigeert het toestel daarna alleen nog maar om ook het neus- of staartwiel een zachte landing te laten maken.
 
Bij kleine vliegtuigen spreekt men van een ‘perfecte’ landing als het toestel neerkomt - op de juiste plaats op de landingsbaan - op het moment dat de verticale daalsnelheid gering is, (op deze manier volgt er een zachte landing). De relatieve luchtsnelheid (IAS) is dermate gedaald is dat het vliegtuig dreigt te [[overtrek]]ken. (Soms is in het toestel daarom al een overtrekalarm te horen.)
 
Grote [[vliegtuig]]en landen door het toestel 'tegen de landingsbaan te vliegen’: de snelheid en de hoek van het toestel worden nauwkeurig ingesteld; de snelheid wordt ruim boven de overtreksnelheid gehouden met een constante daalsnelheid.
Regel 25 ⟶ 22:
[[Straalomkering]] (Engels: ''reverse thrust''), het omkeren van de luchtstroom van de motoren naar voren in plaats van naar achteren, zorgt voor nog meer vertraging. Sommige propellervliegtuigen kunnen de bladen van de propeller verdraaien (de 'spoed' verstellen) zodat deze als een grote rem werken.
 
== InvloedsfactorenInvloeden ==
[[Bestand:Boeing E-3A crosswind landing.jpg|thumb|right|NATO Boeing E-3A, AWACS crosswind landing.]]
De lijst van factoren die de landing beïnvloedenwordt isonder lang enmeer nietbeïnvloed compleetdoor: het gewicht van het vliegtuig, de [[Wind (meteorologie)|wind]], de lengte van de landingsbaan, eventuele obstakels eromheen, het [[grondeffect]], luchttemperatuur, hoogte van het vliegveld, het [[Weer (meteorologie)|weer]], de aanwezigheid van [[verkeersleiding]], het grondzicht, en de aanwezige [[avionica]].
 
=== Zijwindlanding ===
Factoren zoals zijwind maken datdwingen piloten optot een aangepaste manier moeten landenlanding; dit wordt een'' [[zijwindlanding]]'', ''krablanding'' of ''sliplanding'' genoemd. Bij deze landingen komt het vliegtuig schuin aanvliegen ten opzichte van de landingsbaan, met de neus in de wind om of op het laatste moment de neus recht te trekken, of schuin: 'slippend' te landen en daarna het toestel recht te trekken.
 
== Landing op een vliegdekschip ==