Vedische tijd: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 143:
Het koningschap werd ritueel bevestigd door op de ''Veda's'' gebaseerde en in de ''Brahmana's'' beschreven offerrituelen, die opnieuw het belang van de brahmanen bevestigden. Bij de troonsbestijging onderging de "raja" het ritueel van "[[rajasuya]]", dat hem goddelijke autoriteit zou verlenen en jaarlijks herhaald werd.<ref name="K&R44"/> Gedurende zijn regering voerde de vorst regelmatig kortere offerrituelen uit ("[[vajapeya]]") die ten doel hadden hem goddelijke krachten te verlenen.
Een ander belangrijk ritueel was [[aswamedha]], het paardenoffer. Het paard symboliseerde kracht en viriliteit, en de macht van de stamleider. De beschrijving van het aswamedha-ritueel bevat een passage waarin de vrouw van het stamhoofd
===Ontstaan van de Indiase filosofie===
Regel 150:
De vraag wat de juiste acties zijn ([[Ethiek|ethica]]) wordt onder andere besproken in de ''Baghavad Gita'', een latere toevoeging aan de ''Mahabharata''. De donkergekleurde god [[Krishna (god)|Krishna]], die in de ''Baghavad Gita'' de levensvragen beantwoordt, was mogelijk een lokale god uit de omgeving van Mathura, die in het hindoeïstische [[pantheon (religie)|pantheon]] werd opgenomen.
De rond 750-500 v.Chr. ontstane ''Upanishaden'' en ''Aryanka's'' beschrijven de [[mystiek]]e filosofie van individuele verlichting. De [[ascetisme|ascetische]] mystici die deze teksten aanhingen trokken zich uit de maatschappij terug om in afzondering door meditatie, zelf-immolatie of vasten religieuze inzichten te verkrijgen en verlossing ("[[moksha]]" of "[[nirwana]]") te bereiken. Centraal staan de concepten van de individuele [[Ziel (filosofie)|ziel]] ("atman") en het goddelijke ("[[Brahman (filosofisch concept)|brahman]]"), waar de ziel mee verbonden is. De mystici
==Overgang naar de klassieke periode (± 500 v.Chr.)==
Regel 161:
Staatjes bestuurd door een raad van leiders ("gana-sangha's") waren rond 500 v.Chr. op hun retour, hoewel dergelijke "republiekjes" tot ver na de Vedische periode voor bleven komen: de [[Licchhavi's]] in het oosten van de Gangesvlakte en het tegenwoordige [[Nepal]] zijn daarvan een bekend voorbeeld.
===Ontstaan van boeddhisme en jainisme===
In de 6e en 5e eeuw v.Chr. ontwikkelde zich uit de mystici en asceten van de ''Upanishaden'' en ''Aryanka's'' een
De boeddhistische en jainistische geschriften geven als historische bronnen voor het eerst een duidelijk overzicht over de politieke situatie in het noorden van India. De Boeddha zelf wordt daarom wel als de eerste historische persoon in de Indiase geschiedenis beschouwd. De genoemde gebeurtenissen kunnen bovendien vaak gestaafd worden met passages uit de latere Vedische bronnen zoals de ''Purana's'' of de ''Mahabharata''.
|