Vedische tijd: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
terminologie (de term Indo-Arier is beladen, maar kan gehandhaafd blijven zolang duidelijk is dat niet meer dan een taalkundige definitie bedoeld wordt) |
|||
Regel 1:
De '''Vedische tijd''' is een periode van ongeveer 1500 v.Chr. tot 500 v.Chr. in de [[geschiedenis van Zuid-Azië]] waarin de [[hindoeïsme|hindoeïstische]] religieuze teksten (de ''[[Veda's]]'') en [[epos|epen]] ontstonden. De ''Veda's'' werden aanvankelijk mondeling overgedragen door de barden en priesters van
==Historiografie==
Regel 5:
===Filologisch onderzoek===
Bij de bestudering van de ''Veda's'' deed de taalkundige [[William Jones (taalkundige)|William Jones]] in 1786 de opmerkelijke ontdekking dat het Sanskriet verwant is aan veel Europese talen. Jones bedacht zich dat er waarschijnlijk een gemeenschappelijke moedertaal (het "[[Indo-Europees]]") moest hebben bestaan, waaruit zowel de Europese als
De term "Indo-Ariërs" komt in de ''Veda's''
Volgens bijvoorbeeld de Duitse oriëntalist [[Max Müller]] moesten de oorspronkelijke sprekers van het Indo-Europees een soort "meesterras" zijn geweest. Vanuit het zuiden van [[Rusland]] of [[Centraal-Azië]] zouden ze naar zowel Europa als India getrokken zijn, waar ze de beschaving zouden hebben gebracht.<ref>Kaey (2000), p130</ref> Müller geloofde niet in de hoge ouderdom van de Vedische teksten. Hij schatte dat deze op de overgang tussen het 2e en 1e millennium v.Chr. (rond 1000 v.Chr.) moesten zijn ontstaan, wat redelijk overeenkomt met de huidige ideeën.<ref>Kulke & Rothermund (2004), p35-36</ref>
Regel 14:
===Een superieur ras?===
[[File:Aryans entering India.jpg|thumb|350px|"De Ariërs arriveren in India", een afbeelding uit een Brits prentenboek uit de [[1930-1939|jaren 1930]] waarin het idee van
Moreel berustte de Britse koloniale heerschappij over India onder meer op de gedachte dat de Britten superieur in cultuur, techniek en beschaving waren. Dat India
Overigens is helemaal niet duidelijk wie de "arya" in de ''Veda's'' precies waren.
De illusie van een Arisch superras raakte in diskrediet door de propaganda van de [[nazi's]] in de [[1930-1939|jaren 1930]] en de catastrofale politieke gebeurtenissen die volgden. Bovendien werden tijdens het [[Interbellum]] de ruïnes van de Harappabeschaving opgegraven; een cultuur die ouder en geavanceerder leek dan die van de
===De invasietheorie===
Regel 25:
De "arya" worden in de ''Veda's'' omschreven als een strijdlustig volk. Bijgestaan door oorlogszuchtige goden als [[Indra (mythologie)|Indra]] of [[Agni]], binden ze in door paarden getrokken strijdwagens de strijd aan. De conflicten met de "dasa", die zich "pur" (forten) verschanst hadden, werden tot halverwege de 20e eeuw als bewijs gezien dat de Indo-Ariërs veroveraars waren, die de oorspronkelijke bevolking hadden onderworpen.
In de 20e eeuw, na de ontdekking van de Harapppabeschaving, kwam het idee op dat deze beschaving door
Pas in de tweede helft van de 20e eeuw raakte het idee dat
==Achtergronden==
Regel 39:
===Overgang van de Harappacultuur===
De Harappacultuur, soms wel "Indusbeschaving" genoemd, was in veel aspecten verder gevorderd dan de
[[File:Rigvedic_geography.jpg|thumb|350px|De omvang van de Gandhara-grafcultuur ("Swat") en de Cemetary H-cultuur. Beide worden in verband gebracht met de migratie van Indo-Ariërs naar het Indisch Subcontinent. De kaart toont de rivieren met de namen die ze in de ''[[Rig Veda]]'' hebben (bv. "Sindhu" = [[Indus (rivier)|Indus]]).]]
Het idee dat de steden vernietigd werden door hordes (Indo-Arische) invallers wordt niet langer plausibel geacht. Hoewel aan de hand van archeologisch bewijs aanvallen van plunderaars op kleine schaal mogelijk zijn, lag het verval van de Harappabeschaving aan een combinatie van factoren, zoals klimaatsverandering en epidemieën.<ref>Thapar (2004), p367</ref> In sommige ruïnes hebben archeologen een "Late Harappafase" (1900 - 1750 v.Chr.) ontdekt, waarin de stedelijke organisatie verdwenen is en er waarschijnlijk veel minder bewoners waren, maar nog wel andere typische kenmerken van de Harappacultuur zijn terug te vinden. De ''Veda's'' bevatten geen enkele verwijzing naar een stedelijke samenleving of typische zaken uit de Harappacultuur. Daarom wordt verondersteld dat er minstens een paar eeuwen tussen het verval van de Harappacultuur en het ontstaan van de ''Veda's'' moet zitten. Op grond daarvan schat men dat de ''Rig Veda'' tussen 1600 en 900 v.Chr. ontstond.
Tot de laatste fase van de Harappabeschaving behoort ook de zogenaamde [[Cemetary H-cultuur]], onder andere gevonden in de ruïnes van Harappa. Opmerkelijk is dat de cultuur sterk verschilt van oudere lagen in de stad. Een mogelijke verklaring is dat dit de migratie van de eerste Indo-Ariërs representeert. De nieuwkomers zouden zich rond 1900 v.Chr. in de steden gevestigd kunnen hebben en geleidelijk in de Harappabeschaving zijn opgegaan.<ref>Kulke & Rothermund (2004), p33-34; de associatie van Cemetary H met Indo-Ariërs werd vooral bepleit door Parpola (1998)</ref> Toen de latere ("Vedische") Indo-Ariërs het subcontinent binnentrokken troffen ze daar mogelijk de nazaten van hun verre verwanten aan, die nog enkele overblijfselen van hun oorspronkelijke cultuur bezaten. Dit kan misschien verklaren waarom de "dasa" uit de ''Veda's'' ook "[[mleccha's]]" (personen die het Sanskriet verkeerd uitspreken) genoemd worden en er soms met de "dasa" samengewerkt werd. Sommige archeologen denken dat de Cemetary H-cultuur uit de Gandhara-grafcultuur ontstond, en de trek van de
Uit de archeologie is na het verval van de Harappabeschaving de [[Ochre-Coloured Potterycultuur]] (OCP) bekend. Tot deze cultuur behoren over het noorden van India verspreide vondsten van bronzen of koperen gebruiksvoorwerpen en wapens ([[bijl]]en, [[harpoen]]punten, [[zwaard (wapen)|zwaard]]en, enzovoorts) gecombineerd met [[Gele oker|okerkleurig]] [[aardewerk]] van veel slechtere kwaliteit dan dat uit de Harappacultuur. De ouderdom van veel vondsten is onzeker, maar sommige moeten uit het begin van het 2e millennium komen. De OCP wordt soms beschouwd als een periode van verval volgend op de Harappacultuur, maar het bewijs voor een verband met de Harappacultuur is mager.<ref>Thapar (2004), p374</ref>
===Aryanisatie===
Het is onduidelijk of er wel zoiets als een "Indo-Arisch volk" bestaan heeft. Met de "arya" worden in de ''Veda's''
Er zijn inderdaad aanwijzingen in de ''Veda's'' te vinden dat, vooral in gebieden verder naar het oosten in de Gangesvlakte, inheemse stammen tot de "arya" gingen behoren. Zo eindigen veel namen van koningen in die gebieden op "-dasa". Uit de ''Veda's'' blijkt dat aanvankelijk op de bewoners van deze gebieden werd neergekeken door de stammen in de Punjab en de Yamuna-Gangesdoab, die hun gebied "[[Aryavarta]]" ("land van de arya") noemden. Later, in de tijd van de eerste staatjes, verdween dit onderscheid echter en werden de rollen zelfs omgedraaid. "Aryavarta" ging toen ook gebied verder naar het oosten beslaan.
Regel 59:
Aan het einde van de Vedische tijd was de aryanisatie over de gehele Gangesvlakte verspreid en had het proces via de kustgebieden het zuiden van India bereikt.
===Geografie van de ''Veda's''===▼
De gebeurtenissen uit de vroege Vedische periode (1600 - 1200 v.Chr.) moeten worden gereconstrueerd aan de hand van een combinatie van archeologische vondsten en (veel later vastgelegde) schriftelijke bronnen zoals de ''Veda's''. De archeologie geeft in deze periode een duidelijke opeenvolging van culturen en technologische ontwikkelingen. Sommige van die ontwikkelingen kunnen ook uit de Vedische bronnen worden opgemaakt. Het wordt echter problematisch wanneer geprobeerd wordt de in de Vedische literatuur beschreven stammen, oorlogen en eindeloze [[Genealogie (geschiedkunde)|genealogische]] lijsten met archeologische vondsten in verband te brengen.<ref>Thapar (2004), p401</ref> Vedische bronnen zijn niet samengesteld met het doel de geschiedenis zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven. Zowel de barden en priesters die de traditie mondeling doorgaven als de schrijvers die haar uiteindelijk schriftelijk vastlegden hadden andere doeleinden, zoals een koning of stam een prestigieuze afkomst verschaffen, of religieuze ideeën verspreiden. Hoewel in bepaalde fragmenten vrijwel zeker een historische waarheid moet schuilen en bepaalde "koningen" waarschijnlijk op historische personen gebaseerd zijn, is het onmogelijk een betrouwbare chronologie op te stellen aan de hand van alleen de schriftelijke bronnen.▼
De geografie van de ''Rig Veda'' beperkt zich tot het noordwesten van het subcontinent: naast de tegenwoordige Pakistaans-Afghaanse grensstreek ook de "sapta-sindhu", het gebied van de zeven rivieren: de [[Indus (rivier)|Indus]] en zijn vijf zijrivieren, samen met de later opgedroogde [[Sarasvati (rivier)|Sarasvati]]. Dit gebied was waar de Indo-Ariërs zich aanvankelijk gevestigd moeten hebben en waar ze voor het eerst de overstap van een semi-nomadisch bestaan naar vaste woonplekken en landbouw moeten hebben gemaakt.<ref>Kaey (2000), p146; Kulke & Rothermund (2004), p39</ref> In de andere drie ''Veda's'' worden ook gebieden oostelijker in de Gangesvlakte genoemd. Dit laat zien dat de Indo-Ariërs in de loop der tijd oostwaarts migreerden; de oostelijkere gebieden waren eenvoudig nog niet bekend toen de ''Rig Veda'' werd vastgelegd. De verder naar het oosten gelegen [[Yamuna]] wordt slechts enkele malen genoemd in de ''Rig Veda''. In de tussen 900 en 600 v.Chr. ontstane ''[[Brahmana's]]'' en ''[[Upanishad]]s'' verschuift de focus echter naar de [[Doab (landtong)|doab]] tussen de Yamuna en de [[Ganges (rivier)|Ganges]].▼
===Archeologische culturen geassocieerd met de vroege Vedische periode===
Regel 70 ⟶ 64:
De Ochre-Coloured Potterycultuur wordt opgevolgd door de zogenaamde [[Painted Grey Warecultuur]] (PGW), die gepaard gaat met de introductie van op primitieve manier bewerkt [[ijzer (element)|ijzer]]. Enige overlap van vondsten uit de twee culturen in de Punjab duidt erop dat de PGW nog voor 1000 v.Chr. begon.<ref>Thapar (2004), p 375</ref> De keramiek van de PGW werd gemaakt op [[pottenbakkersschijf|pottenbakkersschijven]] en is beschilderd met geometrische patronen en bloemmotieven. De PGW is verspreid over de Punjab, de Yamuna-Gangesdoab, het westen van de Gangesvlakte en delen van het huidige [[Rajasthan]].<ref>Kaey (2000), p198</ref> De PGW komt overeen met het gebied waar volgens de Vedische literatuur de stammen die zichzelf [[Kuru's]] noemden woonden. De Kuru's spelen een centrale rol in de latere ''Rig Veda'' en het epos de ''Mahabharata''. Uit dezelfde periode wordt over een groter gebied in het noorden en midden van India aardewerk van de zogenaamde [[Black and Red Ware]] (BRW) gevonden. Deze cultuur wordt in verband gebracht met de [[Yadava's (Vedische tijd)|Yadava's]], stammen die zich in het gebied ten zuidwesten van de Kuru's hadden gevestigd. De verspreiding van de BRW naar het zuiden, naar het gebied dat in de ''Veda's'' [[Avanti (Veda's)|Avanti]] genoemd wordt (het tegenwoordige [[Malwa]]), en de PGW naar de Gangesvlakte in het oosten zou de verspreiding van de Vedische cultuur kunnen vertegenwoodigen.
Een probleem is dat in de vroegste Vedische bronnen geen ambachtslieden als [[pottenbakken|pottenbakkers]], [[smeedkunst|smeden]] of [[Bakker (beroep)|bakker]]s voorkomen. Deze ambachten spelen immers geen rol onder groepen semi-nomadische veehouders. Toen de
==Vedische bronnen en literatuur==
▲===Geografie van de ''Veda's''===
▲De gebeurtenissen uit de vroege Vedische periode (1600 - 1200 v.Chr.) moeten worden gereconstrueerd aan de hand van een combinatie van archeologische vondsten en (veel later vastgelegde) schriftelijke bronnen zoals de ''Veda's''. De archeologie geeft in deze periode een duidelijke opeenvolging van culturen en technologische ontwikkelingen. Sommige van die ontwikkelingen kunnen ook uit de Vedische bronnen worden opgemaakt. Het wordt echter problematisch wanneer geprobeerd wordt de in de Vedische literatuur beschreven stammen, oorlogen en eindeloze [[Genealogie (geschiedkunde)|genealogische]] lijsten met archeologische vondsten in verband te brengen.<ref>Thapar (2004), p401</ref> Vedische bronnen zijn niet samengesteld met het doel de geschiedenis zo waarheidsgetrouw mogelijk weer te geven. Zowel de barden en priesters die de traditie mondeling doorgaven als de schrijvers die haar uiteindelijk schriftelijk vastlegden hadden andere doeleinden, zoals een koning of stam een prestigieuze afkomst verschaffen, of religieuze ideeën verspreiden. Hoewel in bepaalde fragmenten vrijwel zeker een historische waarheid moet schuilen en bepaalde "koningen" waarschijnlijk op historische personen gebaseerd zijn, is het onmogelijk een betrouwbare chronologie op te stellen aan de hand van alleen de schriftelijke bronnen.
▲De geografie van de ''Rig Veda'' beperkt zich tot het noordwesten van het subcontinent: naast de tegenwoordige Pakistaans-Afghaanse grensstreek ook de "sapta-sindhu", het gebied van de zeven rivieren: de [[Indus (rivier)|Indus]] en zijn vijf zijrivieren, samen met de later opgedroogde [[Sarasvati (rivier)|Sarasvati]]. Dit gebied was waar de Indo-Ariërs zich aanvankelijk gevestigd moeten hebben en waar ze voor het eerst de overstap van een semi-nomadisch bestaan naar vaste woonplekken en landbouw moeten hebben gemaakt.<ref>Kaey (2000), p146; Kulke & Rothermund (2004), p39</ref> In de andere drie ''Veda's'' worden ook gebieden oostelijker in de Gangesvlakte genoemd. Dit laat zien dat de
===Vedische mythologie en kosmologie===
De vier ''Veda's'' bevatten religieuze hymnen en voorschriften. Als de oudste delen werkelijk rond 1600 v.Chr. ontstonden, betekent dit dat ze duizend jaar lang mondeling doorgegeven werden. De priesters hadden echter een goede reden de tekst zeer nauwkeurig door te geven: bij het uitspreken van de sacrale tekst was het onontbeerlijk dat de juiste woorden, zelfs uitspraak en intonatie gebruikt werden. De Vedische literatuur is echter omvangrijker dan alleen de ''Veda's''. De ''[[Brahmana's]]'' zijn commentaren op de rituelen uit de ''Veda's''. De ''[[Upanishad]]en'' zijn filosofische verhandelingen die de [[mystiek]] en [[spiritualiteit]] van de ''Veda's'' onderzoeken. Ze werden aanvankelijk mondeling overleverd, en kregen rond 500 v.Chr. hun definitieve vorm.<ref>Kaey (2000), p158</ref>
Hoewel in al deze geschriften aanwijzingen gevonden zijn over de Vedische cultuur en maatschappelijke ontwikkeling, bevatten ze geen integrale visie op het verleden, in de vorm van een complete [[kosmologie]] of [[mythologie]]. De [[hindoeïstische mythologie|
Het ontstaan van de huidige [[heelal|kosmos]] (volgens de hindoeïstische [[kosmologie]] herhaalt de schepping en vernietiging van de kosmos zich cyclisch) wordt verteld in de ''[[Linga Purana]]''. De aarde werd volgens de
===De Vedische epen===
Regel 97:
<!---
===Overstap naar sedentaire landbouw===
--->▼
▲--->
{{Appendix||2=
==Bronnen en verwijzingen==
|