DR-Baureihe V 100: verschil tussen versies

Als proef werden in 1972 drie 110's (110 457-9, 511-3 en 512-1) van een 1200 pk sterke dieselmotor voorzien, met de bedoeling ze ook in sneltreindiensten in te kunnen zetten. De [[Hydrostatische aandrijving]] werd - evenals sommige andere onderdelen - daarop aangepast. De eerste proeven waren niet bijzonder geslaagd, waarop de motor met een [[Luchtkoeler|intercooler]] werd uitgerust. Deze motoren kregen de aanduiding 12 KVD 18/21 A-L3 (de 'L' staat voor 'Ladeluftkühler'). Tussen 1981 en 1990 volgde de ombouw naar 1200 pk bij [[ALSTOM Stendal|Raw Stendal]] door het plaatsen van de doorontwikkelde 12 KVD 18/21 AL-4 en AL-5 motoren. In eerste instantie behiledenbehielden de verbouwde locs hun nummer. Toen duidelijk werd dat het handiger was als de verbouwde, krachtiger machines, makkelijker onderscheiden konden worenworden, kregen ze vana fvanaf 1 januari 1981 het serienummer 112. VolgensAl naar gelang de verschillendegeraadpleegde bronnenbron werden in [[Stendal (stad)|Stendal]] 492 oftot 504 locs omgebouwd. Op 1 januari 1992 werden 496 locs in de serie 202 omgenummerd, toen de DR het nummersysteem van DB overnam, waarbij het serienummer van diessellocomotieven altijd met een 2 begint.