Scheg (scheepvaart): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Meerdere betekenissen, synoniemen, bron vooral: http://www.debinnenvaart.nl/binnenvaarttaal/woord.php?woord=sche#scheg
Pompidom (overleg | bijdragen)
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Synoniem naar Synoniem (taalkunde)), met behulp van pop-ups
Regel 2:
[[Bestand: Skeg barehull twinscrew model.jpg|thumb|250px|Scheg van een dubbelschroever (groen).]]
 
Een '''scheg''' is een vin op de kiellijn aan de achterzijde van een schip, een vlak dat een geheel vormt met achtersteven en kiel. Bij schepen met roer zorgt de scheg voor een goede geleiding van het water langs het roer, bij schepen zonder roer zoals [[zeekajak]]s is de boot tegen [[oploeven]] te trimmen met behulp van de verstelbare scheg. In de [[binnenvaart]] werden voor deze betekenis de volgende termen als [[Synoniem (taalkunde)|synoniem]]en gebruikt: schegge, achterscheg, schaak, achterschaak en schaakstuk.
 
Een soortgelijk vlak aan de voorzijde werd vroeger wel scheg of voorscheg genoemd en in het [[Vlaams]] ook wel baard. Een ander type vlak onder de boeg was een [[loefbijter]]. Dit was, in tegenstelling tot de voorscheg, een vooruitstekend deel.