7e Bataljon Infanterie: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Link naar doorverwijspagina gerepareerd (Magelang naar Magelang (stad)), met behulp van pop-ups
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 39:
Het 7e Bataljon nam in 1854, onder leiding van Majoor [[Désiré Lambert de Brabant|De Brabant]] deel aan de [[Expeditie tegen de Chinezen te Montrado|oorlog op Borneo's westkust]] (1850-1855), in 1894 aan de [[Lombok-expeditie|expeditie naar Lombok]] (samen met onder meer het 5e en 9e Bataljon, onder commando van Generaal-majoor [[Jacobus Augustinus Vetter|Vetter]]) en tijdens de [[Atjehoorlog]] aan verschillende expedities.
 
Een [[Colonne (slagorde)|colonne]] van het 7e Bataljon nam deel aan de [[expeditie naar de Zuider- en Oosterafdeling van Borneo]], en maakte (onder commando van Kapitein [[Karel Jacobus Bernardus Eichelberg|Eichelberg]]) een beruchte tocht van 20 dagen dwars door [[Borneo]] in het jaar 1862 (17 dagen van aanhoudende vermoeiende mars en slechts drie dagen van rust, bij de soldaten wel bekend als "de hongertocht".<ref> [[Willem Adriaan van Rees|W.A. van Rees]]. (1865) ''De Bandjermasinsche Krijg van 1859-1863''. Twee delen. D.A. Thieme. Arnhem</ref> ''In de namiddag van de 30ste juli bereikte de colonne, zonder door de vijand in haar benarde positie lastig gevallen te zijn, [[Kampong (nederzettingstype)|kampong]] Langkap, maar het was slechts een troep invaliden met ontvelde en bebloede voeten, gezwollen benen, haveloos, bemodderd en in lompen gekleed, sommigen steunend op een stok, die de kampong binnen marcheerde, maar de verroestte en gehavende wapens werden fier gedragen. De meeste koelies, die trouw hun buitengewoon zware taak met loffelijke ijver vervuld hadden, zodat geen enkele zieke of gewonde achterbleef, vielen van uitputting neer. Toch mocht de troep niet rusten voordat zij Pringin bereikt had en al de volgende dag begon de marteling opnieuw en sleepten de mannen zich langs de moeilijke weg voort. De 1ste augustus kwam men te Pringin aan, waar de colonne door de achtergebleven mannen met luide jubelkreet en hartelijke welkomstgroet werden ontvangen, terwijl het hun aan geen goede en liefderijke zorgen ontbrak. Bijna allen waren ziek.
</ref> ''In de namiddag van de 30ste juli bereikte de colonne, zonder door de vijand in haar benarde positie lastig gevallen te zijn, [[Kampong (nederzettingstype)|kampong]] Langkap, maar het was slechts een troep invaliden met ontvelde en bebloede voeten, gezwollen benen, haveloos, bemodderd en in lompen gekleed, sommigen steunend op een stok, die de kampong binnen marcheerde, maar de verroestte en gehavende wapens werden fier gedragen. De meeste koelies, die trouw hun buitengewoon zware taak met loffelijke ijver vervuld hadden, zodat geen enkele zieke of gewonde achterbleef, vielen van uitputting neer. Toch mocht de troep niet rusten voordat zij Pringin bereikt had en al de volgende dag begon de marteling opnieuw en sleepten de mannen zich langs de moeilijke weg voort. De 1ste augustus kwam men te Pringin aan, waar de colonne door de achtergebleven mannen met luide jubelkreet en hartelijke welkomstgroet werden ontvangen, terwijl het hun aan geen goede en liefderijke zorgen ontbrak. Bijna allen waren ziek.
 
Toen de [[Japan|Japanse]] troepen op 10 januari 1942 [[Nederlands-Indië]] aanvielen, wist, gedurende een korte maar heftige verdediging van het eiland [[Tarakan]], het 7e Bataljon Infanterie, onder aanvoering van luitenant-kolonel S. de Waal, de opmars van de vijand zo lang te vertragen dat de vernietiging van de belangrijkste oliebronnen op dat eiland plaats kon hebben.<ref> ''In Memoriam, het Koninklijk Nederlandsch Indisch Leger.'' [[Militaire Spectator]] (1950) Bladzijde 460-483.</ref>
Regel 60 ⟶ 59:
{{Navigatie KNIL-onderdelen}}
{{Navigatie KNIL-acties}}
{{Navigatie Atjeh-oorlogAtjehoorlog}}
{{Navigatie Nederlands-Indië Tweede Wereldoorlog}}