Hertogdom Anhalt-Köthen: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
AGL (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
linkfix
Regel 42:
Na het uitsterven van de regerende tak viel het hertogdom toe aan [[Ferdinand Frederik van Anhalt-Köthen|Ferdinand Frederik]] (1818-1830) uit de zijlinie [[Anhalt-Köthen-Pleß]]. Zijn jongere broer Hendrik volgde hem op in de heerlijkheid Pleß. In 1821 ontstond er een geschil met het koninkrijk Pruisen over toltarieven en belastingen. De hertog bracht het geschil in de vergadering van de Duitse Bond. Ferdinand Frederik en zijn vrouw werden in 1825 katholiek. De hertog introduceerde onder andere de [[jezuïeten]] in het traditioneel lutherse land. In 1828 werd er een vergelijk gesloten met Pruisen en Anhalt-Dessau, wat een eind maakte aan de conflicten met Pruisen. De hertog werd na zijn kinderloze dood opgevolgd door zijn broer [[Hendrik van Anhalt-Köthen|Hendrik]] (1830-1847), die in 1847 eveneens kinderloos stierf. Voor zijn dood was de heerlijkheid Pleß verkocht aan de graaf von Hochberg en de Freiherr zu Fürstenstein.
 
Anhalt-Köthen viel nu toe aan [[Leopold IV Frederik van Anhalt|Leopold IV Frederik]], hertog van [[Hertogdom Anhalt-Dessau|Anhalt-Dessau]]. Omdat de hertog van Anhalt-Bernburg regeringsonbekwaam was en ook geen opvolgers had, maakte Analt-Bernburg geen aanspraak op de erfenis. Leopold IV regeerde de twee hertogdommen aanvankelijk in een personele unie. Sinds 1848 was er een verenigde Landdag met Anhalt-Dessau, maar de Landdag van Anhalt-Köthen vergaderde ook afzonderlijk. Beide Landdagen bestonden uit dezelfde leden. Per 1 januari 1853 werden de twee staten verenigd tot [[Anhalt-Dessau-Köthen]], dat na het uitsterven van [[Huis Anhalt-Bernburg (1606-1863)|Anhalt-Bernburg]] in 1863 met dat land werd verenigd tot het [[hertogdom Anhalt]].
 
==Hertogen==