Donau-Zwaben: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
→‎Taal: link
Regel 12:
 
Door de eeuwen heen bleven er aanzienlijke nederzettingen van zogenaamde Karpatenduitsers en Zevenburgse Saksen bestaan, met name rondom de acht 'koninklijke steden' in Slowakije en de vijf steden met eenzelfde status in Transsylvanië, dit ondanks de economische neergang ten gevolge van de Turkse verovering van Hongarije, een bezetting waarvan het Slowaakse bergland overigens bleef gevrijwaard, terwijl Transsylvanië zich als aan de Turken tribuutplichtig maar verder autonoom vorstendom in betrekkelijke zin zelfstandig wist te houden.
 
Aan het einde van de 17de eeuw verloor het Ottomaanse Rijk zijn greep op deze gebieden en gaandeweg heroverden de [[Habsburgers]] het oude Hongaarse koninkrijk. Zij werden nu naast Oostenrijks keizer ook Hongaarse koning en zij legden een verdedigingslinie aan tussen hun rijk en dat van de Turken: de zogenaamde [[Militärgrenze]]. Deze bestond uit een door de oorlogen vrijwel ontvolkte grenszone van 10 tot 50 km. breed, verlopende van de Adriatische Zee ter hoogte van Split tot de knie in de Karpathenboog midden in het huidige Roemenië ter hoogte van het gebied van de bovengenoemde [[Zevenburger Saksen]] (Siebenbürger Sachsen). Deze zone werd in de 18de eeuw bevolkt met kolonisten die als boer in hun levensonderhoud moesten voorzien en daartoe land en om te beginnen belastingvrijdom kregen. Daartegenover waren zij weerplichtig, dat wil zeggen zij moesten onder de wapenen komen bij dreigende invallen door Turkse legers. Hun Duitse aanduiding [[Wehrbauern]] gaat op deze functie terug. De herkomst van deze kolonisten was divers. Een derde bestond uit verarmde boeren uit het zuidwesten van het Duitse Rijk, de Elzas en Lotharingen inbegrepen. Zij werden daarom Zwaben genoemd: Donau-Zwaben. N.B. de term Donau-Zwaben slaat uitsluitend op deze 18de-eeuwse landverhuizers, en niet op de nakomelingen van de 13de-eeuwse volksverhuizing vanuit het Duitse Rijk naar Slowakije en [[Transsylvanië]].
Overigens bestonden de zogenaamde 'Grenzer' uit Hongaren, Slowaken en Kroaten, en gekatholiseerde Serviërs, Roemenen, en Oekraïners, die onder de Habsburgse kroon veiligheid wilden zoeken.
Regel 17 ⟶ 18:
=== Nederzettingen ===
De vestiging van kolonisten volgde stap voor stap op de terugdringing van de Ottomaanse bezetting. Het land dat de Turken achterlieten was verarmd en deels ontvolkt. De Habsbugse adel - zowel de oude Hongaarse als de nieuwe adel van succesvolle legeraanvoerders die uit Oostenrijkers en Italianen bestond - werd met grootgrondbezit beloond voor zijn inspanningen in de Turkenoorlogen en zij ronselden arme boeren voor de herbevolking uit het Duitse Rijk en dan met name uit het zuidwesten (Baden, Württemberg, de Elzas en Lotharingen). Deze kolonisatie begon na de Turkse nederlaag voor Wenen in 1683. De kolonisten werden Zwaben genoemd naar hun landen van herkomst en vestigden of herbevolkten dorpen in het het Bakonygebergte (Bakonywald) en het Vértesgebergte (Schildgebirge) ten noorden en ten westen van Balatonmeer (Plattensee), zo ook om de stad Buda (Ofen) die nu een deel van Boedapest is geworden. Het gebied van de sterkste Duitse kolonisatie lag zuidelijker in ([[Zwabisch Turkije]]), een driehoekig gebied rond de stad [[Pécs]] (Fünfkirchen) tussen de Donau, de Drava (Drau) en het Balatonmeer, de huidige komitaten [[Somogy]] (Schomodei), [[Baranya (comitaat)|Baranya]] (Branau) en [[Tolna (comitaat)|Tolna]] (Tolnau). Andere gebieden waar Duitsers zich in deze periode vestigden waren veel oostelijker Satu Mare (Sathmar), nu in Roemenië, en ten zuiden van Mukachevo (Munkatsch) in oostelijk Slowakije, sinds 1945 Oekraïne.
 
Nadat het gebied, bestaande uit het [[Banaat]] [[(Banat]], de [[Bačka (landstreek)|Bačka]]) (Batschka), nu de Servische provincie [[Voivodina]] bezuiden de Drava ook door de Habsburgers van de Ottomanen was bevrijd ([[Verdrag van Passarowitz]] (1718), werd het een centrum van de in te richten [[Militärgrenze]] (zie boven). Pas de definitieve pacificatie na een nieuwe korte oorlog (1737-1739) opende de mogelijkheden tot kolonisatie.
 
Regel 22 ⟶ 24:
 
De [[Napoleontische Oorlogen]] beëindigden de verplaatsing op grote schaal van Duitsers naar het Hongaarse land, hoewel de koloniale bevolking geleidelijk groeide en nieuwe dorpen stichtte. Talrijke dochterkolonies ontwikkelden zich door emigratie naar het geografisch aansluitende Kroatische [[Slavonië]] en [[Bosnië (gebied)|Bosnië]] en buiten Oostenrijk-Hongarije in het dorp [[Bardarski Geran]] in de Bulgaarse provincie [[Vratsa (oblast)|Vratsa]] en na conflicten later verder naar [[Tsarev Brod]] in de provincie [[Shumen]] en [[Gostilya]] in de Provincie [[Pleven (oblast)|Pleven]].
 
Na het inrichten van de dubbelmonarchie Oostenrijk-Hongarije in 1867, voerde het nu autonoom geworden Hongarije een beleid van [[magyarisatie]] waardoor de minderheden, met inbegrip van de Donau-Zwaben, door politieke, economische en onderwijsmiddelen onder assimilatiedruk kwamen te staan. De culturele afstemming op Oostenrijk en Duitsland werd weliswaar minder maar de overheid slaagde er niet in de Donau-Zwaben ertoe te brengen dat zij de [[Hongaars]]e taal en cultuur aannamen.
Bij het verdrag van [[Verdrag van Trianon|Trianon]] (1920) na de [[Eerste Wereldoorlog]], werd Hongarije verdeeld tussen nieuw gestichte staten. Het Banaat kwam aan Roemenië, Joegoslavië, en bleef voor een klein deel bij Hongarije; de Bačka werd verdeeld tussen Joegoslavië en Hongarije; en Sathmar, sindsdien Satu Mare ging naar Roemenië. Daarmee was het grootste deel onder het nieuwe Joegoslavië gekomen als de provincie [[Voivodina]]. De bevolking van deze provincie kwam uit ruim 312.000 (23%) Duits- en uit bijna 442.000 (32%) Hongaarstaligen te bestaan. In het aan Roemenië toegedeelde gebied woonden 225.000 (25%) Duits- en 75.000 (8%) Hongaarstaligen. Daarnaast bleef het woongebied van ruim 700.000 Donau-Zwaben op het resterende Hongaarse staatsgebied liggen, voornamelijk in de gebieden westelijk van de Donau en om Boedapest heen. Vooral zij waren sinds 1866 sterk onderhevig aan een proces van culturele [[magyarisering]].