Bielsko-Biała: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Kattenkruid (overleg | bijdragen)
kGeen bewerkingssamenvatting
Regel 23:
In de tweede helft van de 13de eeuw werden kolonisten uit het Duitse Rijk aangeworven om het gebied te ontginnen waarin het huidige Bielsko ligt, en daar dorpen aan te leggen en de vesting Bielitz (overigens pas in 1312 voor het eerst vermeld) tot stad te ontwikkelen (zie [[Oostkolonisatie]]). In 1281 maakte dit gebied deel uit van het hertogdom [[Teschen]]. De hertog van dit gebied maakte zich in 1327 los van zijn leenheer, de koning van Polen, ten gunste van die van Bohemen. In 1526 viel de Boheemse kroon aan de [[Habsburg]]ers en sindsdien was Bielitz Oostenrijks, tot 1919 toen het aan het nieuwe Polen werd toegewezen.
De [[Contrareformatie]] werd met beperkt succes door het Habsburgse regime in 1629 opgelegd aan de bevolking die hun lutherse godsdienst voortaan in schuilkerken beoefende.
In 1752 werd Bielitz tot vorstendom en in 1754 tot hertogdom verheven. In 1782 kregen de [[lutheranen]] vrijheid van godsdienst. Een eeuw later zouden zij op grond van deze vrijheid eigen middelbaar en hoger beroepsonderwijs hebben ontwikkeld, waarbinnen ook een pedagogische academie die leraren opleidde voor vele Duitstalige scholen in de oostelijke provincies van Oostenrijk, met name in [[West-Galicië|Galicië]].
Inmiddels was de stad uitgegroeid tot centrum van de textielindustrie. In 1910 telde Bielitz met de direct omringende dorpen bijna 29.000 inwoners. Daarvan was 84% Duitstalig en zij maakten stad en omgeving tot een zogenaamd ‘taaleiland’ in een wijdere Poolssprekende omgeving.
In 1919 werd de stad, nu onder de naam Bielsko, en de omgeving in het Verdrag van Saint Germain bij de nieuwe staat Polen gevoegd, samen met het  (oostelijke deel van het) hertogdom [[Teschen]].