Gallienus: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Schrijfwijze
Regel 2:
| naam= Gallienus
| dominaat/principaat= principaat
| afbeelding= Gallienus bust.jpg
| onderschrift= Buste van Gallienus, in het Museum du Cinquantenaire in Brussel
| tijdvak= [[Romeinse crisis van de 3e eeuw|Crisis van de 3e eeuw]]
| voorganger= [[Aemilianus]]
Regel 14:
| sterfdatum= september [[268]]
| geboortenaam= Publius Licinius Egnatius Gallienus
| keizernaam= Caesar Publius Licinius Egnatius Gallienus Augustus
| ouders=
| kinderen=[[Valerianus II]]<br />[[Saloninus]]<br />Marinianus
Regel 28:
Op basis van de getuigenis van [[Johannes Malalas]] en de ''Epitome de Caesaribus'' dat Gallienus op het moment van zijn dood ongeveer 50 jaar oud was, wordt algemeen aangenomen dat hij rond 218 werd geboren. Hij was een zoon van [[Valerianus I]] en [[Egnatia Mariniana]], een vrouw die mogelijk afkomstig was uit een [[Romeinse senaat|senatoriale familie]]. Zij was mogelijk een dochter van [[Egnatius Victor Marinianus]]. Gallienus had één broer, Valerianus Minor.<ref> Het wordt algemeen aanvaard dat hij ongeveer 35 jaar oud was toen hij in 253 tot de troon werd verheven, zie {{aut|J. Bray}} (1997), blz. 16 </ref> Opschriften op munten verbinden hem met de stad [[Falerii]] in [[Etrurië]]. Het is goed mogelijk dat dit zijn geboorteplaats was. De opschriften bevatten ook verwijzingen naar de familie van zijn moeder, de Egnatii<ref>{{aut|[[Ronald Syme|R. Syme]]}}, ''Historia Augusta Papers'' (Oxford, 1983), blz. 197.</ref>
 
Ongeveer tien jaar voor zijn troonsbestijging, zo rond 243 trad hij in het huwelijk met [[Salonina|Julia Cornelia Salonina]]. Uit dit huwelijk werden drie zonen geboren. [[Valerianus II]] (gestorven in 258), [[Saloninus]] (die kort nadat hij tot mede-keizer was verheven in 260 in [[Colonia Claudia Ara Agrippinensium]] ([[Keulen (stad)|Keulen]]) omkwam tijdens de opstand van [[Postumus]]) en [[ Marinianus]] <ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 49-51 </ref> (die in 268 werd gedood, kort na de moord op zijn vader).
 
Toen zijn vader [[Valerianus I|Valerianus]] op 22 oktober 253 tot keizer werd uitgeroepen, vroeg hij de [[Romeinse Senaat|Senaat]] om Gallienus' verheffing tot Caesar en [[Augustus (titel)|Augustus]] te ratificeren, om zo de macht tussen twee personen te delen. Gallienus werd ook aangewezen tot [[consul (Rome)|consul ordinarius]] voor het jaar 254.
Regel 50:
Tussen 258 en 260 deed zich een belangrijke invasie van de [[Alemannen]] en andere Germaanse stammen voor (het is moeilijk om de precieze datum van deze gebeurtenissen vast te stellen.<ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 47</ref>). De reden was waarschijnlijk het vacuüm dat werd achtergelaten door de onttrekking van troepen aan de Rijn- en Donaugrens ter ondersteuning van Gallienus' campagne tegen Ingenuus.
 
Eerst braken de [[Franken (volk)|Franken]] door de grens aan de Nederrijn. Zij begonnen een invasie in Gallië. Een groep van hen slaagde erin het zuiden van Hispania te bereiken, waar zij onder meer het Tarraco (het moderne [[Tarragona (stad)|Tarragona]]) plunderden.<ref name=Watson34> {{aut|A. Watson}} (1999), blz. 34 </ref> Daarna roken ook de Alemannen hun kans. Waarschijnlijk door de [[Agri Decumates]] (een gebied tussen de Boven-Rijn en de bovenloop van de Donau) vielen zij het Romeinse Rijk binnen.<ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 78 </ref> Daarin werden zij waarschijnlijk gevolgd door de [[Juthungen]].<ref name=Watson34> {{aut|A. Watson}} (1999), blz. 34</ref> Na delen van [[Germania Superior]] en [[Raetia]] (delen van het huidige Oost-Frankrijk en [[Zwitserland]]) te hebben verwoest, trokken zij naar Italia. Het was de eerste invasie van het Appenijnse schiereiland (afgezien van de meest afgelegen noordelijk gelegen gebieden) sinds de dagen van [[Hannibal Barkas|Hannibal]], 500 jaar eerder.
 
Toen de indringers de buurt van Rome bereikten werden zij door een geïmproviseerd leger dat was samengesteld door de Senaat teruggedreven. Dat leger bestond uit plaatselijke troepen (waarschijnlijk leden van de [[Praetoriaanse garde]]) en de sterkste mannen uit de burgerbevolking.<ref name=Bray79>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 79</ref> Op hun terugtocht door het noorden van Italië, werden de Alemannen in de buurt van het hedendaagse Milaan door het leger van Gallienus onderschept. Gallienus' leger wist de Alemannen in de [[slag bij Mediolanum]] te verslaan. Gallienus kwam of vanuit Gallië, waar hij met de Franken had afgerekend<ref name=Bray79> {{aut|J. Bray}} (1997), blz. 79</ref> of vanuit de Balkan. De [[Juthungen]] slaagden er wel in de Alpen met medeneming van buit en gevangenen weer naar het noorden over te steken.<ref name=Watson34> {{aut|A. Watson}} (1999), blz. 34</ref><ref name=Potter256>{{aut|D.S. Potter}} (2004), blz. 256 </ref>. In elk geval bleek de overwinning in de slag bij Mediolanum doorslaggevend. De Alemanni vielen het Romeinse Rijk niet meer lastig.
 
Een historicus in de 19e eeuw stelde dat dit initiatief van de Senaat aanleiding gaf tot jaloezie en achterdocht bij Gallienus, wat er weer toe zou hebben bijgedragen dat Gallienus de Senaat voortaan van militaire commando's uitsloot.<ref>{{aut|Victor Duruy}}, ''History of the Roman Empire'', vol VI, deel II, blz. 418, Londen, 1886 </ref>
Regel 64:
Nog een gevolg van de catastrofe van de slag van Edessa was dat Gallienus de controle over de [[Germania Inferior]] en [[Germania Superior]], [[Britannia (Romeinse provincie)|Britannia]], [[Hispania (Romeinen)|Hispania]] en het grootste deel van [[Gallië]] aan generaal [[Postumus]] verloor. Deze mogelijk op het grondgebied van het huidige Nederland of België geboren generaal van naar men zegt [[Bataven|Bataafse]] afkomst stichtte zijn eigen rijk, dat tegenwoordig meestal het [[Gallische keizerrijk]] wordt genoemd. De opstand van Postumus viel gedeeltelijk samen met die van [[Macrianus]] in het Oosten.
 
De omstandigheden van de usurpatie waren, eens te meer, dramatisch. In 258 had Gallienus in [[Colonia Claudia Ara Agrippinensium]] ([[Keulen (stad)|Keulen]]) zijn middelste zoon [[Saloninus]] en diens naaste raadgever Silvanus geïnstalleerd. Postumus voerde het bevel over over de troepen in Germania Inferior. Hij versloeg op zeker moment een groep van raiders en nam de reeds gemaakte buit in beslag. In plaats van deze echter terug te zenden naar de oorspronkelijke eigenaren, gaf hij er de voorkeur om deze buit onder zijn soldaten te verdelen. Toen dit nieuws Silvanus bereikte, eiste hij dat de buit naar hem zou worden gestuurd. Postumus maakte een show van onderwerping, maar, zoals verwacht, kwamen zijn soldaten in opstand en riepen hem tot keizer uit. Onder Postumus' commando belegerden zij vervolgens Keulen. Na enkele weken openden de verdedigers van de stad de poorten en droegen Saloninus en Silvanus aan Postumus over, die hen vervolgens liet vermoorden.<ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 133 </ref> Ook hier is datering van de gebeurtenissen niet zeker, maar mogelijk vonden deze gebeurtenissen aan het einde van het jaar 260 plaats.<ref> {{aut|Andreas Alföldi}},"The Numbering of the Victories of the Emperor Gallienus and of the Loyalty of his Legions", ''Numismatic Chronicle'', 1959, herdrukt in New York, Attic Books, 1977, zoals geciteerd in {{aut|J. Bray}} (1997), blz. 359, noot 5</ref> Na hun dood nam Postumus zelf samen met een van zijn bondgenoten, Honoratianus, het consulschap op zich. Postumus heeft volgens D.S. Potter nooit geprobeerd om Gallienus te onttronen of Italia binnen te vallen.<ref> {{aut|D.S. Potter}} (2004), blz. 260 </ref>
 
Na het nieuws van de moord op zijn zoon begon de woedende Gallienus met het verzamelen van legeronderdelen om de usurpator tegemoet te kunnen treden. De invasie van de [[Macrianus]] dwong hem echter om [[Manius Acilius Aureolus|Aureolus]] aan het hoofd van een grote troepenmacht naar het Oosten te zenden. Hierdoor hield hij onvoldoende troepen over. Hij leed enkele nederlagen voordat het zegevierende leger van Aureolus zich weer bij hem aansloot. Postumus werd nu verslagen en de achtervolging werd toevertrouwd aan Aureolus. Deze laatste liet ​​Postumus echter met opzet ontsnappen, wat Postumus in de gelegenheid stelde om nieuwe troepen te verzamelen.<ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 136-137</ref> Gallienus probeerde het opnieuw in 263 <ref> {{aut|Andreas Alföldi}}, "The Numbering of the Victories of the Emperor Gallienus and of the Loyalty of his Legions", ''Numismatic Chronicle'', 1959, herdrukt in New York, Attic Books, 1977, zoals geciteerd in {{aut|J. Bray}} (1997), blz. 359, noot 27 </ref> of 265. <ref> {{aut|D.S. Potter}} (2004), blz. 263 </ref> Hij was zoals zelfs de hem vijandig gezinde ''Historia Augusta'' toegeeft, volledig succesvol, aangezien hij er uiteindelijk in slaagde Postumus in een niet nader genoemde Gallische stad te belegeren. Tijdens dit beleg raakte Gallienus echter zwaargewond door een [[Pijl (wapen)|pijl]]wond, waardoor hij de belegering moest opgeven. Vervolgens was er tot het einde van Gallienus bewind in 268 een informele wapenstilstand van kracht.<ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 138</ref> Het door Postumus gestichte [[Gallische keizerrijk]] zou tot 274 blijven bestaan.
Regel 71:
In het oostelijk deel van het Rijk werd Valerianusn geconfronteerd met ernstige problemen. Een troep van "Scythen" zette een marine-aanval op de Romeinse provincie [[Pontus (gebied)|Pontus]], in het noordelijke deel van het huidige [[Turkije]].
 
Nadat zij de provincie Pontus verwoest hadden, trokken deze Scythen naar het zuiden, naar [[Cappadocië (Romeinse provincie)|Cappadocië]]. Valerianus leidde de troepen met de bedoeling om deze invallers te onderscheppen, maar dit mislukte, misschien als gevolg van een epidemie die het leger ernstig verzwakte. Mogelijk ook door de gelijktijdige Iraanse invasie van het noorden van [[Mesopotamië]] door [[Shapur I]], de heerser van de [[SassaniedenSassaniden|Sassanidische Rijk]]. Tijdens de [[slag van Edessa]] werd Valerianus in 259 en 260 gevangengenomen door Shapur. Na deze overwinning overviel Shapurs leger [[Cilicië]] en [[Cappadocië]] (in het huidige [[Turkije]]). Volgens zijn eigen inscripties plunderde Shapur 36 Romeinse steden. Er was een rally door een officier [[Balista|Callistus]] (Ballista), een met name genoemde belastingsfunctionaris [[Macrianus Major|Fulvius Macrianus]], van de overblijfselen van de Oost-Romeinse legioenen en van een zekere [[Odaenathus|Odenathus]] en zijn [[Palmyreense Rijk|Palmyreense]] ruiters voor nodig om het tij tegen Shapur te keren.<ref>{{aut|D.S. Potter}} (2004), blz. 255-256 </ref> In 261 werd Gallienus voor de vierde keer consul.
 
===Opstand van de Macrianii===
Regel 79:
 
===Opstand van Aemilianus===
In 261 startte de munt in [[Alexandrië]] opnieuw met de uitgifte van munten voor Gallienus. Dit toont aan, dat na het onderdrukken van de opstand van Macrianius, Egypte weer onder controle van Gallienus was gekomen. In het voorjaar van 262 werd de stad echter getroffen door grote onrust. Dit was het gevolg van weer een nieuwe usurpatiepoging. Deze keer was het de prefect van Egypte, [[Mussius Aemilianus|Lucius Mussius Aemilianus]] die ook al steun had gegeven aan de opstand van Macrianus. In de correspondentie van de patriarch [[Dionysius van Alexandrië]] treft men een kleurrijk commentaar aan tegen de sombere achtergrond van invasie, burgeroorlog, pest en hongersnood, waardoor dit tijdvak wordt gekenmerkt.<ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 146 </ref>
 
In de wetenschap dat hij zich niet het verlies van de belangrijke Egyptische graanschuren kon veroorloven liet Gallienus zijn generaal Theodotus tegen Aemilianus optrekken. Het betrof hier naar alle waarschijnlijkheid een marine-operatie. De beslissende slag vond waarschijnlijk in de buurt van Thebe plaats. Het resultaat was een duidelijke nederlaag van Aemilianus.<ref>{{aut|J. Bray}} (1997), blz. 147</ref> In de nasleep werd Gallienus nog drie keer in 262, 264 en 266 [[consul (Rome)|consul]].
Regel 89:
 
===Opstand van Aureolus===
In 268, kort voor of na de slag bij Naissus, werd Gallienus' autoriteit opnieuw uitgedaagd, nu door [[Manius Acilius Aureolus|Aureolus]], de langjarige commandant van de cavalerie. Aureolus' eenheid was gestationeerd in [[Milaan (stad)|Mediolanum]] (het huidige [[Milaan (stad)|Milaan]]). Van daaruit moest hij [[Postumus]] in de gaten houden. Aureolus probeerde het echter op een akkoordje met Postumus te gooien. Pas in de laatste dagen van zijn opstand ambieerde hij het purper voor zichzelf.<ref> {{aut|J. Bray}} (1997), blz. 290-291</ref> De beslissende slag vond plaats in wat nu [[Pontirolo Nuovo]] in de buurt van Milaan is. Aureolus werd duidelijk verslagen en teruggedreven naar Milaan.<ref> {{aut|J. Bray}} (1997), blz. 292</ref> Gallienus begon een belegering van deze stad.
 
===Moord op Gallienus===
Gedurende deze belegering werd Gallienus echter vermoord. Er zijn verschillende lezingen over de moord op Gallienus, de bronnen zijn het er wel over eens dat de meeste van Gallienus directe ondergeschikten hem dood wilden hebben.<ref> {{aut|D.S. Potter}} (2004), blz. 264 </ref> Volgens de [[Historia Augusta]], een overigens onbetrouwbare bron die lang na de hier beschreven gebeurtenissen werd gecompileerd<ref>{{aut|[[Ronald Syme|R. Syme]]}} (1968) </ref> werd de samenzwering geleid door de commandant van de wacht [[Aurelius Heraclianus]] en een man, genaamd Marcianus.
 
Cecropius, de commandant van de Dalmatische ruiters, zou Gallienus hebben gemeld dat Aureolus de stad verliet, waarop Gallienus zonder zijn lijfwacht zijn tent verliet. Dat bood Cecropius vervolgens de kans hem met het zwaard te doorsteken.<ref>''Historia Augusta, The two Gallieni'', XIV. 4-11</ref> Vermoedelijk werden bij deze gelegenheid ook zijn vrouw [[Salonina|Cornelia Salonina]] en zijn enige overlevende zoon Marinianus omgebracht. In een versie wordt Claudius door de samenzweerders tot keizer uitgeroepen, in een andere versie wordt hij door Gallienus op diens doodsbed uitverkoren; de Historia Augusta was bezorgd om de afstamming van de [[Constantijnse dynastie]] van Claudius, en dit kan verklaren waarom de HA Claudius liever niet bij de moord betrokken wilde laten zijn. De andere bronnen ([[Zosimus]] i.40 en [[Zonaras]] xii.25) melden dat de samenzwering werd georganiseerd door Heraclianus, en de twee toekomstige keizers [[Claudius II Gothicus]] en [[Aurelianus]]. Claudius II liet hem na zijn dood door de Senaat tot godheid verklaren.
 
===Groot aantal usurpators===
Regel 106:
 
De biograaf [[Aurelius Victor]] bericht ook dat Gallienus de [[Romeinse Senaat|senatoren]] verbood om militaire bevelhebbers te worden.<ref>{{aut|[[Aurelius Victor]]}}, ''De Caesaribus'', 33-34 </ref> Dit beleid ondermijnde de macht van de Romeinse senaat, aangezien meer betrouwbaar geachte, minder snel tot [[usurpator|usurpatie]] geneigde commandanten uit de [[equites|ridderstand]] nu hun machtsposities overnamen. Naar de mening van Southern waren deze hervormingen en de afname van de invloed van de senaat van groot belang omdat zij [[Aurelianus]] in staat stelden om het Romeinse Rijk te redden. Zij maakten Gallienus tot een van de keizers die het meest verantwoordelijk is voor de stichting van het [[Dominaat]], dit samen met [[Septimius Severus]], [[Diocletianus]] en Constantijn I. <ref>{{aut|Southern}}, blz. 2-3, 83.</ref>
 
Door zichzelf met de attributen van de goden op zijn munten te laten afbeelden, was Gallienus de eerste die de definitieve scheiding van de keizer van zijn onderdanen in gang zette. Een late buste van Gallienus toont hem met een grotendeels leeg gezicht en starend naar de hemel, dezelfde houding die ook te zien is op het beroemde stenen hoofd van [[Constantijn de Grote|Constantijn I]]. Een van de laatste heersers van Rome die theoretisch de naam "Princeps" of eerste burger noemde, maakte Gallienus' slimme zelfpromotie de weg vrij voor zijn opvolgers, die later zouden worden aangesproken met de woorden "Dominus et Deus" (Heer en God).
 
In [[260]] kondigde hij een [[Edict van Gallienus|edict van tolerantie]] voor de christenen af dat veertig jaar stand zou houden.
 
== Voetnoten ==
{{referencesReferences|85%|2=2|85%}}
 
==Bronnen==
Regel 123:
 
===Secondaire bronnens===
* {{aut|Bray, John}}, ''Gallienus : A Study in Reformist and Sexual Politics'', Wakefield Press, Kent Town, 1997, ISBN 1-86254-337-2
* {{aut|Drinkwater, John F.}}, ''The Gallic Empire. Separatism and Continuity in the North-Western Provinces of the Roman Empire A.D. 260–274''. Franz Steiner Verlag, Wiesbaden, 1987. ISBN 3-515-04806-5
* {{aut|Potter, David S.}}, ''The Roman Empire at Bay AD 180–395'', Routledge, Oxon, 2004. ISBN 0-415-10058-5
* {{aut|Pat Southern|Southern, Pat.}}, ''The Roman Empire from Severus to Constantine'', Routledge, London and New York, 2001.
* {{aut|Ronald Syme|Syme, Ronald}}, ''Ammianus and the Historia Augusta'', The Clarendon Press, Oxford, 1968.
* {{aut|Syme, Ronald}}, ''Historia Augusta Papers'', The Clarendon press, Oxford, 1983. ISBN 0-19-814853-4
 
===Speciale bronvermelding===