Kapittel van Sint-Servaas: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
proost (ambt)
tekstaanvullingen; afbeeldingen toegevoegd
Regel 1:
[[FileBestand:Wapen Kapittel v St Servaas, 18e e.jpg|thumb{{largethumb}}|WapenKapittelwapen met [[sleutel van Sint-ServaaskapittelServaas]] en [[dubbelkoppige adelaar]] (18e-eeuwse prent)]]
 
[[Bestand:Zegel van het kapittel van Sint Servaas aan een charter van 1337 in het Rijksarchief Maastricht - Maastricht - 20147670 - RCE.jpg|{{largethumb}}|Zegel van het kapittel aan een charter van 1337]]
----
[[Bestand:Bouw van 1682 - Maastricht - 20147417 - RCE.jpg|{{largethumb}}|[[Proosdij van Sint-Servaas]], administratief centrum van het kapittel]]
[[File:Wapen Kapittel v St Servaas, 18e e.jpg|thumb|Wapen Sint-Servaaskapittel (18e-eeuwse prent)]]
[[FileBestand:Vrijthof zuidoosthoek, toeschrijving V Klotz, voor 1670.jpg|thumb{{largethumb}}|StSint-Jacobskapel (onderdeelen St-Servaasgasthuis) enkanunnikenhuis ''prima porta' (kanunnikenhuis)', beide eigendom van het St-Servaaskapittelkapittel]]
[[File:2010.07.20.130657 St. Servaasbasiliek Maastricht.jpg|thumb|St-Servaasklooster met westwerk St-Servaaskerk. Rechts de restanten van de [[proosdij van Sint-Servaas]]]]
[[FileBestand:StServaas Kanunnik , Ph v Gulpen (1792-1862).jpg|thumb|left|150px|Kanunnik van St-Servaaskapittel, ±1750. Tekening(tekening [[Philippe van Gulpen|Ph. van Gulpen]])]]
[[File:Vrijthof zuidoosthoek, toeschrijving V Klotz, voor 1670.jpg|thumb|St-Jacobskapel (onderdeel St-Servaasgasthuis) en 'prima porta' (kanunnikenhuis), beide eigendom van het St-Servaaskapittel]]
[[Bestand:Maastricht, Keizer Karelplein, Ziekenstal v St Servaas, toeschrijving J Lefebvre 1850-75.jpg|{{largethumb}}|Paardenstal van het kapittel, later van het garnizoen, [[Keizer Karelplein (Maastricht)|Keizer Karelplein]] (aquarel J. Lefebvre, ±1860)]]
[[File:StServaas Kanunnik , Ph v Gulpen (1792-1862).jpg|thumb|Kanunnik van St-Servaaskapittel, ±1750. Tekening [[Philippe van Gulpen]]]]
Het '''kapittel van Sint-Servaas''' was een college van wereldlijke [[geestelijke]]n, dat vanaf de [[middeleeuwen]] tot aan het einde van het [[ancien régime]] verbonden was aan de [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)|Sint-Servaaskerk]] te [[Maastricht]].
 
Regel 10:
Het [[kapittel]] van de Sint-Servaaskerk in Maastricht is waarschijnlijk ontstaan uit een kloostergemeenschap, die zich in de [[vroege middeleeuwen]] nabij de grafkerk van de [[Servaas van Maastricht|heilige Servatius]] had gevestigd. De [[Karolingisch]]e geleerden [[Alcuinus|Alcuin]] en [[Einhard]] werden beiden [[Abt (abdij)|abt]] van de Sint-Servaas[[abdij]] genoemd. Waarschijnlijk werd het klooster in de 9e eeuw omgevormd tot een kapittel van [[seculiere kanunnik]]en. De kanunniken leefden toen nog een gemeenschappelijk leven dat in het teken stond van [[koorgebed]], gezamenlijke maaltijden (in de [[refter]]) en gedeelde slaapzalen ([[Dormitorium|dormitoria]]), maar beschikten - in tegenstelling tot [[monnik]]en - over privébezit. Aan het hoofd van het kapittel stond de [[proost (ambt)|proost]]. Over het geestelijk welzijn van de kanunniken bekommerde zich de [[Deken (Kerk)|deken]].
 
De proost woonde aanvankelijk tegenover de kerk in de [[proosdij van Sint-Servaas]]. Deze was via een overdekte houten loopbrug verbonden met het [[westwerk]] van de kerk, waardoor de proost ongezien in zijn privékapel (de Sint-Agathakapel) in het westwerk kon komen.<ref>Mekking (1982), pp. 242-243</ref> De kanunniken hadden hun eigen kapel in de ten noorden van het [[transept]] gelegen Stiftskapelstiftskapel (thans [[Schatkamer Sint-Servaasbasiliek]]), een dubbelkapel met op de verdieping een [[kapittelzaal]] en een kapel, en op begane grond de bewaarplaats van de [[kerkschat]] en daarboven de [[kapittelzaal]] met een kapel. Hier werden ook de meeste kanunniken begraven. Enkele proosten werden in het [[Schip (bouwkunst)|schip]] van de kerk begraven.
 
Door schenkingen van koningen, machthebbers en particulieren, vergaarde het kapittel al snel een aanzienlijk vermogen, dat grotendeels bestond uit onroerend goed. De opbrengst daarvan was verdeeld in [[prebende]]n, waarvan een veertigtal kanunniken werden onderhouden. Het kapittel [[Pacht|verpachtte]] de landerijen (ca. 2000 ha.) en ontving bij wijze van betaling graan, dat werd opgeslagen in een grote schuur naast het Bergportaal van de Sint-Servaaskerk ('''t Spijker''). Daarnaast bezat het kapittel diverse [[wijngaard]]en in Duitsland. Over andere stukken grond, die het kapittel niet in eigendom had, moest [[cijns]] betaald worden in de vorm van een geldbedrag en (soms) enkele [[kapoen]]en. Van de cijns werd aan de kanunniken het presentiegeld uitbetaald, een vergoeding voor hun aanwezigheid bij de koordiensten.<ref>Hackeng (2010), p. 50</ref>
 
De oudste vermelding van een schenking aan de Sint-Servaaskerk dateert uit 779. De meeste bezittingen werden vóór 1050 verworven, maar meestal valt niet meer te achterhalen hoe en wanneer deze in het bezit van het kapittel zijn gekomen. Het grondbezit van het kapittel van Sint-Servaas strekte zich uit van het huidige [[Noord-Brabant]] en het gebied rondom [[Leuven]] tot aan de [[Rijn]], de [[Moezel (rivier)|Moezel]] en de [[Ahr]]. Het kerngebied lag in de huidige Belgische provincie [[Limburg (Belgische provincie)|Limburg]], ten westen van Maastricht.

Het belangrijkste onderdeel van dit kerngebied vormden de zogenaamde [[elfElf banken van Sint-Servaas]], waar het kapittel niet alleen de grond en de daaraan verbonden rechten in handen had, maar ook de rechtspraak over de inwoners. [[Vlijtingen]] was de hoofdbank van de gebieden ter linkerzijde van de Maas. Hier bezat het kapittel het kasteel Daelhof en het Blockhuis, de verblijfplaats van de [[rijproost]] (beide verdwenen). De rentmeesterswoning van de rijproost te [[Zepperen]] is wel bewaard gebleven. Eén van diede banken, Tweebergen, lag deels inbinnen Maastrichtde zelfstadsmuren (tussenvan Brusselsestraat en Calvariestraat)Maastricht, deels buitenerbuiten. De naam Proosdijveld in de stadsomwallingwijk ([[Mariaberg (Maastricht)|ProosdijveldMariaberg]]) herinnert hier nog aan.<ref>Hackeng (2006), pp. 221-229</ref>
 
==Bloeitijd kapittel (1000-1200)==
In de 11e en 12e eeuw maaktebereikte het Sint-Servaaskapittel eenhet toppunt grotevan bloeitijdzijn meemacht. De banden tussen de [[Rijkskerksysteem|rijkskerk]] en de [[Duitse koningen]] waren nauw en een lange reeks proosten bekleedden het ambt van [[Kanselier (historisch)|rijkskanselier]] van het [[Heilige Roomse Rijk]].<ref>Kroos, R., ''Der Schrein des heiligen Servatius in Maastricht und die vier zugehörigen Reliquiare in Brüssel'' (München, 1985), pp. 49-53</ref> De proosten kwamen vrijwel zonder uitzondering uit de hoogste kringen van de Duitse adel en combineerden hun functie in Maastricht vaak met andere eervolle banen, zoals het proostschap in [[Aken (stad)|Aken]], [[Keulen (stad)|Keulen]] of [[Bonn]], of werden later (aarts)bisschop van [[Luik (stad)|Luik]], Keulen of [[Mainz]].<ref>A. Bosman, ''De Onze Lieve Vrouwekerk te Maastricht''. Utrecht/Zutphen (1990), p. 172</ref> In 1204 kwam het benoemingsrecht van de proosten bij de [[lijst van graven van Brussel en hertogen van Brabant|hertog van Brabant]] te liggen, waarna het belang van het kapittel enigszins afnam.
 
In deze periode zegden de kanunniken het gemeenschappelijke leven vaarwel en gingen zelfstandig wonen. De kanunnikenhuizen van het Sint-Servaaskapittel bevonden zich in een aaneengesloten gebied rondom de Sint-Servaaskerk, voornamelijk aan het Sint-Servaasklooster, het [[Henric van Veldekeplein]] en het [[Vrijthof (Maastricht)|Vrijthof]]. In dit gebied, de zogenaamde claustrale singel, bevonden zich tevens de [[Sint-Janskerk (Maastricht)|Sint-Janskerk]] (de doop- en parochiekerk), het Sint-Servaasgasthuis en de Sint-Jacobskapel (waar pelgrims werden opgevangen en zieken werden verzorgd), de [[Proosdij van Sint-Servaas|proosdij]], de bakkerij, de brouwerij, de voorraadschuren en de paardenstallen van het kapittel. Rechtspraak vond plaats in de 'lange gang' van de [[kloostergang]], executies vonden plaats achter de proosdij bij de muur van de eerste omwalling, de grens van de [[Immuniteit (grondstuk)|immuniteit]]. Veroordeelden afkomstig uit de [[elf banken van Sint-Servaas]] werden in de burcht[[Kasteel De Burght|Burght]] van [[Heer (Maastricht)|Heer]] opgesloten.
 
Naast de eigen kapittelkerk (de Sint-Servaas), enoefende dehet eigenkapittel ook het gezag uit over twee Maastrichtse parochiekerkparochiekerken (de Sint-Jan),Janskerk viel ooken de [[Sint-Matthiaskerk (Maastricht)|Sint-Matthijskerk]]) onderen heteen gezagzevental vanwijk- deof kanunnikenkerspelkapellen (Sint-Jacob, Sint Joris, Heilige Geest, Sint-Amor, Wittevrouwen, Sint-Catharina en Sint-Antonius; allemaal gesloopt).<ref>Ubachs/Evers, 2006, pp. 71-72.</ref> Daarnaast bezat het kapittel parochiekerken in verderafgelegen dorpen (wellicht ooit vanuit het [[bisdom Maastricht]] gesticht), waarvan het kapittel de [[Collatierecht|collatie]] bezat en recht had op de [[tiend]].
 
==Nabloei kapittel (na 1200)==
In 1232 vond onder proost [[Otto van Everstein]] een boedelscheiding plaats tussen het kapittel en de [[proosdij van Sint-Servaas]] en het kapittel plaats, waarbij de proost twee prebenden kreeg toegewezen en de kanunniken de overgebleven prebenden mochten verdelen. Vanaf 1330 had de deken eveneens recht op twee prebenden. De jaaropbrengst van een prebende werd in de 18e eeuw geschat op 750 Hollandse gulden.<ref>Ubachs/Evers, p. 478</ref> Van de elf banken van Sint-Servaas werden er in 1232 twee toegewezen aan de proost; de overige negen [[Heerlijkheid (bestuursvorm)|heerlijkheden]] vielen onder de administratie van het kapittel. Het kapittel behield tevens de inkomsten van de [[banmolen]]s. De tol over de Maasbrug werd verdeeld; na aftrek van de reparatiekosten was de helft van de opbrengst voor de proost, de andere helft voor het kapittel. In 1646 droeg het kapittel de brug over aan de stad, omdat het onderhoud te duur werd.
 
Na 1632 ging het recht om de proosten te benoemen over van de hertog van Brabant op de [[Staten-Generaal van de Nederlanden|Staten-Generaal]] van de [[Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden]]. In die tijd werd het proostschap verkocht aan de hoogstbiedende.<ref>Meestal werd 30.000 Hollandse gulden gevraagd. Ubachs/Evers, p. 425</ref> Toch hield het kapittel vast aan de [[rijksonmiddellijk]]heid; direct afhankelijk van paus en keizer en onafhankelijk van prinsbisschop en Staten-Generaal. Daarmee bleef het claustrale gebied van Sint-Servaas, waar het kapittel en eenieder die daartoe behoorde [[Immuniteit (grondstuk)|immuniteit]] genoten, een soort staatje binnen de stad. Overigens werd er tot de opheffing van het kapittel juridische strijd gevoerd over de bevoegdheden van de hertog van Brabant, en later de Staten-Generaal.
Regel 30 ⟶ 32:
In de periode na de [[Reformatie]] bestond het kapittel van Sint-Servaas uit ca. 190 leden (bedienend personeel niet meegerekend): een proost, een deken, 36 gewone kanunniken, 30 'kleine' kanunniken ([[kapelaan]]s, die missen opdroegen aan de diverse altaren van de Sint-Servaaskerk), ca. 100 andere kapelaans, 10 roededragers (gerechtsdienaren en [[deurwaarder]]s) en 12 chorisocii (begeleiders bij [[processie]]s). De oorspronkelijke doelstelling van het kapittel was de eredienst aan God en de zorg over de 'kerk van Maastricht', maar dat ideaal was in de loop der tijden vertroebeld. Van 1545-1563 poogde het [[Concilie van Trente]] een einde te maken aan een reeks misstanden in de [[Rooms-katholieke Kerk]]. Ook het kapittel van Sint-Servaas kreeg hiermee te maken en in 1556, 1557, 1559 en 1609 kregen de kanunniken bezoek van [[visitatie]]commisies (in 1557 onder anderen met de Leuvense hoogleraar en [[inquisitie|inquisiteur]] [[Ruard Tapper]]). Hierna werd het kapittel aangespoord meer aandacht te geven aan zaken als het bijwonen van het koorgebed, niet kletsen, lachen of ruziemaken in het koor, het dragen van de [[tonsuur]] en het geestelijk gewaad, het verbod op kansspelen of herbergbezoek, het verplicht wonen binnen de claustrale singel en het verwijderen van [[concubine]]s en onwettige kinderen uit het gebied. Bij de laatste visitatie bleken de ergste misstanden opgelost.<ref>Tagage, pp. 113-125</ref>
 
Aan het einde van de 18e eeuw woonden enkele kanunniken weer buiten de claustrale singel. Zo lieten de gebroeders Andreas en Wilhelmus Soiron aan de [[Grote Gracht (Maastricht)|Grote Gracht]] een groot herenhuis bouwen naar een ontwerp van hun broer, de architect [[Mathias Soiron]]. De proost van het kapittel (toen ook hoogproost genoemd) woonde niet langer in de proosdij, maar in een luxueus [[stadspaleis]] aan het [[Henric van Veldekeplein]]. Tevens beschikten de proosten over een kasteel in Mechelen-aan-de-Maas.<ref>Hackeng (2006), p. 32</ref>
 
==Einde van het kapittel==
Regel 39 ⟶ 41:
Na de Franse Tijd ondernam proost Van Wassenaar Warmond vergeefse pogingen om het kapittel te herstellen.
 
==Fotogalerij van gebouwenGebouwen verbonden met het Sint-Servaaskapittelkapittel==
<gallery perrow=4>
FileBestand:StServatius-Treasury4.jpg|Stiftskapel met kapittelzaal
Bestand:OnderdeBogenHogeLeenzaal1.jpg|Hoge Leenzaal
File:St. Servaasklooster, Maastricht 3.JPG|Kanunnikenhuizen St-Servaasklooster
Bestand:Heer.jpg|De Burght van Heer
File:Maastricht - rijksmonument 27701 - Vrijthof 21 20100606.jpg|Kanunnikenhuis Vrijthof
Bestand:Zepperen03.jpg|Rentmeesterswoning, Zepperen
File:Maastricht - rijksmonument 27115 - Henric van Veldekeplein 29 20100513.jpg|Paleis van de hoogproost
Bestand:Museum aan het Vrijthof - Exterieur 2012.jpg|Kanunnikenhuis aan het Vrijthof
File:Ouwerxhoeve, Zepperen.jpg|Rentmeesterswoning St-Servaaskapittel, [[Zepperen]]</gallery>
Bestand:KeizerKarelplein003.jpg|Kanunnikenhuizen, Keizer Karelplein
FileBestand:Maastricht - rijksmonument 27115 - Henric van Veldekeplein 29 20100513.jpg|Paleis van de hoogproost, Veldekeplein
FileBestand:Maastricht - rijksmonument 2770127014 - VrijthofGrote 21Gracht 2010060682 20100718.jpg|Kanunnikenhuis VrijthofSoiron, Grote Gracht
</gallery>
 
== Zie ook ==
* [[Sint-Servaasbasiliek (Maastricht)]]
* [[Proosdij van Sint-Servaas]]
* [[Lijst van proosten van het Sint-Servaaskapittel te Maastricht]]
* [[Proosdij van Sint-Servaas]]
* [[Elf banken van Sint-Servaas]]
 
==Bronnen, noten en/of referenties==