Bethlehem (Doetinchem): verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Min {{wiu2}}; staat er al sinds 11 sep
Regel 1:
{{wiu2}}
[[File:Detail kaart Gelderland en Kleef 1573.jpg|thumb|Detail kaart Gelderland en Kleef 1573 <ref>Gelders Archief, 0314 Klooster Bethlehem bij Doetinchem</ref>]]
 
Regel 7 ⟶ 6:
 
==Geschiedenis==
Willem van Berchen<ref>Biografische Woordenboek Gelderland, deel 4. [http://www.biografischwoordenboekgelderland.nl/bio/4_Willem_van_Berchen]</ref> schreef rond 1465 een kroniek over magister ''Franco'', doctor in de heilige godgeleerdheid, die onder geleide van Bernard van Wisch aan het einde van de 12e eeuw naar Doetinchem reisde om daar een klooster te stichten. Hij deed dat op aanraden van magister Barthold van [[Xanten]] en de kluizenaar Ghiselbert<ref>I.A. Nijhoff. Bijdragen IX p. 3</ref>. De grond blijkt dan al verdeeld te zijn onder [[marke (bestuur)|marke]]genoten van Doetinchem. Franco wilde uitwijken naar Wastervelde (VarseveldVarsseveld), een plaats in de naburige heerlijkheid Bredevoort en gelegen onder het gebied van het [[graafschap Lohn]] waar de [[Baanderheer|bannerheren]] Herman en Jan van Bredevoort en Rulf van Steinvoort hem een kerk aanboden.
Tegelijkertijd laat [[Hendrik I van Gelre|Henric van Nassou]] graaf van Gelre en Zutphen hem weten dat hij door zijn grote invloed Franco ruimschoots van gronden kan voorzien. Hij zag het klooster liever op [[Graafschap Gelre|Gelderse]] grond staan, hij dacht door actief een bijdrage te leveren aan een kloosterstichting dat zijn naam daardoor in vroomheid zou stijgen. Varsseveld lag toen in het [[bisdom Munster]] en Doetinchem in [[Aartsbisdom Utrecht (Rooms-katholieke Kerk)|bisdom Utrecht]].
De graaf van Gelre deed alle moeite om meester Franco over te halen toch in Gelre te blijven. Hij had drie vergaderingen nodig om de markegenoten over te halen grond af te staan om plaats te maken voor het klooster.<ref>Kroniek van Willem van Berchen rond 1465 en kroniek van een onbekende auteur van omstreeks 1530</ref><ref>J.C.C. Joosting (1902): ''Werken Gelre no. 2'', p. 20 Arnhem</ref>