Frederik de Houtman: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Defeat_of_the_Portugese_at_Amboina.jpg vervangen door Defeat_of_the_Portuguese_at_Amboina.jpg. [[commons:User:Steinsplitter|Steinsplitter...
voetnoten en bronvermeldingen opgesplitst
Regel 30:
 
Frederik werd op 28 april 1590 als Frederick Pietersz van der Goude ingeschreven als [[poorter]] van Alkmaar, waar hij in de leer ging bij de houthandelaar Comelis Nanninxs.<ref name="Dam, M.J. van 1998, blz. 86">Dam, M.J. van (1998), blz. 86</ref>
De gereformeerde Frederik trouwde in hetzelfde jaar met Vrouwtje Cornelisdr Clock; de in 1566 geboren rooms-katholieke en vier jaar oudere dochter van zijn werkgever. Beiden bleven hun eigen geloof trouw.<ref>Dam, M.J. van (1998), blz. 69 + 87</ref><ref>[http://www.ngv.nl/genealogie/getperson.php?personID=I9767&tree=AB190811 Vrouwtje Cornelisdr Clock] website Nederlandse Genealogische Vereniging.</ref><ref>Belonje, J.; Frederik Houtman de zeevaarder. In: Alkmaarse Volksalmanak, nr. 21 (1979), blz. 29</ref>
 
[[Bestand:Mauritius - Detail uit Het uitzeilen van een aantal Oost-Indiëvaarders van Hendrick Cornelisz Vroom (1600).jpg|thumb|260px|Het schip ''[[Mauritius (schip)|Mauritius]]''. Detail uit een werk van [[Hendrik Cornelisz. Vroom]] (datering 1600-1630) ([[Rijksmuseum Amsterdam]]).]]
[[Bestand:Sameul Daniell - Kora-Khokhoi preparing to move - 1805.jpg|thumb|260px| In Zuidelijk Afrika kwam de vloot van de Eerste Schipvaart de [[Khoikhoi]] tegen, die door de bemanning Hottentotten werd genoemd.]]
[[Bestand:Bantam city.jpg|thumb|260px|[[Bantam (stad)|Bantam]] eind 16e, begin 17e eeuw, door [[Theodoor de Bry]]; gezien vanuit het noorden.]]
Regel 40:
==Eerste Schipvaart==
{{Zie hoofdartikel|Eerste Schipvaart}}
Zijn broer Cornelis was door de [[Compagnie van Verre]] aangesteld als opperkoopman op de eerste Hollandse zeereis naar Oost-Indië die bekend zou worden als de [[Eerste Schipvaart]]. Hij had zijn positie als zakelijk leider wellicht te danken aan [[Reinier Pauw (1564-1636)|Reinier Pauw]], een van de belangrijkste bewindhebbers van de compagnie, met wie hij via zijn moeder verwant was.<ref>Dam. M.J. van (1998), blz. 71</ref> Frederik ging mee als vrijwilliger en had om die reden geen vastomlijnde functie. Hij zou zich echter zeer verdienstelijk maken door de positie van de schepen vast te leggen en naar eigen zeggen ook van talrijke sterren die alleen vanaf het zuidelijk halfrond te zien zijn.<{{#tag:ref>|De positie van de schepen en sterren werd vastgelegd met behulp van een [[Astrolabium Catholicum]], een plat, rond houten voorwerp met aan de bovenkant grafische weergaven en een beweegbare metalen arm. Ze werden opgeborgen in een doos die de vorm van een boek had.</|group=noot}}{{#tag:ref><ref>|In 1929 werd voor het eerst het oorspronkelijke geschrift van De Houtman gepubliceerd, waarin hij tijdens de Eerste Schipvaart aan de hand van de opkomende en ondergaande zon de positie van de schepen vastlegde. Het geschrift is te vinden in: Rouffaer, Gerret Pieter en Jan Willem IJzerman, De eerste schipvaart der Nederlanders naar Oost-Indië onder Cornelis de Houtman, 1595-1597, journalen, documenten en andere bescheiden, uitgegeven en toegelicht, Deel III, Martinus Nijhoff (1929)</ref>
 
Vier schepen vertrokken op 2 april 1595 van [[Texel]] met 249 bemanningsleden aan boord. Hoofddoel was [[Bantam (stad)|Bantam]] op de noordwestkust van [[Java (eiland)|Java]], de grootste handelsplaats in Oost-Indië. De schepen volgden de routebeschrijving die [[Jan Huygen van Linschoten]] had opgetekend.
Regel 55:
[[Bestand:1598 Middleburg Bertius Maldives map latin.jpg|thumb|260px|De [[Maladiven]], illustratie uit 1602.]]
 
De broers vertrokken op 25 maart 1598 opnieuw naar Oost-Indië. Deze keer in opdracht van de [[Veersche Compagnie]] van [[Balthazar de Moucheron]].<ref>Dresselhuis ab Utrecht, J. (1841) Nog iets over Frederik de Houtman In: Vaderlandsche letter-oefeningen. G.S. Leeneman van der Kroe en J.W. IJntema, blz. 529-535</ref> Frederik was de kapitein op de ''Leeuwinne''.<ref>Mitrasing, Ingrid Saroda (2011) The age of Aceh and the evolution of kingship 1599-1641, blz. 71</ref> Als opperkoopman voer [[Coymans (familie)|Thomas Coymans]] mee en ook de als Engelse spion gekwalificeerde [[John Davis (ontdekkingsreiziger)|John Davis]] was van de partij.<{{#tag:ref>|Davis schreef een verslag van deze reis voor de [[Robert Devereux (2e graaf van Essex)|Robert Devereux, de tweede graaf van Essex]].</ref>|group=noot}}
 
De schepen lagen twee weken voor [[Torbay]] en passeerden op 8 juli de evenaar. Nadat op 21 november bij de [[Saldanhabaai]] veertien Nederlanders waren gedood, zeilden ze op 7 december verder. Ze bezochten een maand later dezelfde baai bij [[Madagaskar]] als bij hun eerste reis in 1595, Saint Augustine.<ref>Wickeren van, Arnold; [http://www.colonialvoyage.com/geschiedenis_portugal_overzee/deel15/bijlage_1.0.html De expedities van de voorcompagniën] via website colonialvoyage.com</ref> In juni waren de schepen op de [[Maldiven]], voeren langs [[Kanyakumari (plaats)|Kaap Comorin]] en arriveerden op [[Sumatra]], waar een machtsstrijd gaande was.<ref>[http://www.nieuws.leidenuniv.nl/nieuws-2012/maleis-sprekende-papagaai-op-diplomatieke-missie.html Maleis sprekende papegaai op diplomatieke missie] via nieuws.leidenuniv.nl Uitvoeriger bron: Mitrasing, Ingrid Saroda (2000)</ref> Op 3 juli ging Cornelis de Houtman aan land bij [[Banda Atjeh|Kota Radja]].<{{#tag:ref>|Bij het [[Muharram|islamitische nieuwjaar]] werd Cornelis de Houtman midden in de nacht afgehaald met olifanten.</ref> |group=noot}}
 
Op verzoek van sultan Alau'd-din Ri'ayat Shah werd besloten om in ruil voor de levering van een lading peper mee te helpen aan een gewapende aanval vanuit zee op het Maleise sultanaat [[Johor]]. De schepen zouden de Maleise vestingwerken beschieten en voor de Atjehers stukken zwaar geschut meenemen; binnen drie maanden zouden de schepen terug moeten zijn.
Regel 63:
Het lukte de Hollanders echter niet van de gewone man peper te kopen. Er werd hen verteld dat daarvoor toestemming nodig was van de sultan. Deze had naar eigen zeggen de verkooponderhandelingen overgelaten aan de shahbander, de havenmeester, die op 10 september 1599 plotseling met de mededeling kwam dat de kostprijs bijna verdubbeld was. De volgende dag werd hij nog meer verhoogd.<ref>Sijs, Nicoline van der (2000), blz. 132</ref> Desondanks bleven de Hollanders proberen zaken te doen.
 
Op 11 september 1599, de dag voor hun geplande vertrek naar Johor, werden eten en drinken aan boord gebracht waaraan een verdovend middel was toegediend. Ook talrijke soldaten kwamen aan boord. Cornelis en 28 anderen werden gedood, maar de overgebleven bemanning wist de inlanders van boord te verdrijven en weg te varen. Tientallen bemanningsleden die zich op dat moment aan land bevonden, waaronder Frederik de Houtman, werden gevangengenomen. Een deel werd gedood.<ref>Tiele, Pieter Anton, Frederick de Houtman te Atjeh: Cort verhael vant' gene wedervaren is (1880)]</ref><ref>Mitrasing, Ingrid Saroda (2011) The age of Aceh and the evolution of kingship 1599-1641, blz. 64, 78-80</ref>
 
[[Bestand:COLLECTIE TROPENMUSEUM Monding van de Edirivier aan de Oostkust van Aceh TMnr 10012607.jpg|thumb|260px|Boten voor de kust van [[Sultanaat Atjeh|Atjeh]]. (collectie [[Tropenmuseum]])]]
Regel 75:
Het lukte Van Caerden niet De Houtman vrij te kopen en nam een schip met zestig inlanders in beslag om een gevangenenruil af te dwingen, maar de sultan ging er niet op in.<ref>Sijs, Nicoline van der (2000) blz. 153-159</ref> De inlanders werden daarop vrijgelaten en de Hollandse schepen voeren weg, met tien Hollanders die hadden weten te vluchten. Vervolgens plunderde Van Caerden enkele boten met bestemming Atjeh.<ref>Mitrasing, Ingrid Saroda (2011), blz. 85.</ref> De Houtman kreeg van de sultan als straf voor zijn ontsnapping een strop om zijn hals en weinig te eten.
 
De Houtman kreeg op 22 januari 1601 een nieuw verzoek zich te bekeren tot de Islam. Deze keer werd hij voor een Islamitische rechtbank gebracht.<{{#tag:ref>|Hij werd onder andere ondervraagd over de [[Onbevlekte Ontvangenis van Maria]] en de [[Isa (profeet)|profeet Isa]], evenals waarom Hollanders zich niet lieten besnijden.</ref>|group=noot}}<ref>Sijs, Nicoline van der (2000) blz. 160-162</ref> In zijn 'Cort Verhael' schrijft De Houtman dat de rechters hem in opdracht van de sultan vertelden dat hij gedood zou worden als hij zich niet bekeerde. Naar eigen zeggen werd hij vervolgens bedreigd met onthoofding, het afhakken van een hand, het levend in mootjes hakken, vermorzeling door een olifant, afgeschoten worden in een kanon en zouden bij hem baard- en snorharen zijn uitgetrokken, maar hij zou zijn blijven weigeren zich te bekeren. Uiteindelijk werd hij door een smid in de boeien geslagen. De Houtman schrijft dat hij daarna heel weinig te eten kreeg en alleen door medegevangenen en bezoekers die hem voedsel gaven in leven bleef.<ref>Sijs, Nicoline van der (2000), blz. 159-168</ref> Om weer in de gratie te komen van de sultan - in de hoop meer voedsel te krijgen, maakte hij een model van een [[buskruit]]molen.<ref name="Sijs 2000">Sijs, Nicoline van der (2000), blz. 170</ref> De sultan besloot er een in het echt te laten maken en gaf hem toestemming dit proces te begeleiden,<ref name="Sijs 2000"/> maar hij bleef naar eigen zeggen geboeid totdat acht maanden later Gerard le Roy en [[Laurens Bicker]] met een vloot van de Zeeuwse [[voorcompagnie]] bij Atjeh voor anker gingen.<ref>Molhuysen, P.C. en P.J. Blok (1930) Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 8. A.W. Sijthoff, Leiden</ref>
 
[[Maurits van Oranje|Prins Maurits]] had de sultan gewapende ondersteuning toegezegd tegen al zijn vijanden, in de hoop Frederik de Houtman en de andere Hollanders vrij te krijgen.<ref>Wennekes, Wim (1996) Gouden Handel. De eerste Nederlanders overzee, en wat zij daar haalden. Atlas, Amsterdam, blz. 126</ref> De sultan kreeg wapens, spiegels en geld. Ook werd hij financieel gecompenseerd voor de plundering door de vloot van Van Caerden eerder dat jaar.<{{#tag:ref>|Mitrasing concludeert dat de Hollanders door een vergoeding te betalen afstand deden van het internationale recht. bron: Mitrasing, Ingrid Saroda (2011), blz. 85</ref>|group=noot}}<ref>Coolhaas, W.Ph. (1960) Generale Missiven van gouverneurs-generaal en raden aan Heren XVII der Verenigde Oostindische Compagnie, Martinus Nijhoff, ’s-Gravenhage, volume I, blz. 54</ref><ref>Jonge, J.K.J. de (1864) De Opkomst van het Nederlandsch gezag in Oost-Indië, volume II, Martinus Nijhof, 's-Gravenhage, blz. 234</ref>
 
Op 25 augustus 1601, na 26 maanden gevangenschap, was De Houtman weer een vrij man.<{{#tag:ref>|Gerard le Roy en [[Laurens Bicker]] hadden van de sultan toestemming gekregen een [[factorij]] te stichten in Atjeh en kregen een introductiebrief mee voor een [[Mogolrijk|moghul]]vorst in wat nu [[India]] is.</ref>|group=noot}}<ref>Mitrasing, Ingrid Saroda (2011) The age of Aceh and the evolution of kingship 1599-1641, blz. 87</ref> Op 29 november vertrok De Houtman met een Atjehse overheidsdelegatie naar het vaderland, waar hij op 6 juli 1602 aankwam.<ref>Dam, M.J. van (1998) [http://documenten.goudanet.nl/Schatkamer/Schatkamer%201998/1998%20Houtman.pdf Cornelis en Frederick de Houtman van Gouda, pioniers van de vaart op Oost-Indië], blz. 82</ref>
 
== Spraeck ende woordboeck ==
Regel 96:
[[Bestand:Bayer-1661-Uranometria-Leaf 49-Southern Constellations.jpeg|thumb|260px|Kaart van [[Johannes Bayer]] met de zuidelijke sterrenhemel. (History of Science Department van de University of Oklahoma)]]
 
De Houtman had veel belangstelling voor [[astronomie]] en was ooit een leerling van [[Adriaan Metius]].<{{#tag:ref>|Metius meldt in zijn ''Fondamentale ende grondelycke onderwysinghe van de Sterrekonst.....'' Amsterdam (1621), blz. 4-5: "Daer zijn by de Zuyderpool noch veel sterren die haer boven onsen Horizon niet vertoonen: van welcke de principaelste zijn by den kloekmoedigen Gouverneur Frederick Houtman (een tijts gheweest in de Astronomie mijn discipel) in Oost-Indien op het Eylandt van Sumatra wel neerstelijck gheobserveert...." bron: Utrecht Dresselhuis, J. ab; Nog iets over Frederik de Houtman. In: Vaderlandsche letteroefeningen (1841), blz. 530-531</ref>|group=noot}} Het praktische taalgidsje bevat een appendix met 304 sterren die alleen vanaf het zuidelijk halfrond te zien zijn. Op een ster na was de positie aangegeven. Het was de eerste keer dat de positie van deze sterren in boekvorm was uitgegeven.
 
De Houtman schrijft in zijn woordenboek met appendix dat hij de positie van een deel van de sterren heeft vastgelegd op zijn eerste reis naar Oost-Indië en de rest heeft toegevoegd op zijn tweede reis tijdens zijn verblijf op Sumatra en daar de berekeningen van zijn eerste zeereis heeft aangepast.<ref>Houtman, Frederik de (1603) Spraeck ende woord-boeck, in de Maleysche ende Madagaskarsche talen, met vele Arabische ende Turcsche woorden. Jan Evertsz. Cloppenburch, Amsterdam</ref>
Regel 102:
Van deze sterren waren er 135 bekend van [[Pieter Keyser]] die tijdens de Eerste Schipvaart was overleden en vermoedelijk door De Houtman was geassisteerd. Een ander deel (107 sterren) was bekend bij [[Claudius Ptolemaeus]].<ref>Knobel, E.B.; On Frederick de Houtman's catalogue of southern stars, and the origin of the southern constellations</ref> Het is onbekend of de andere (61, een vijfde deel) voor het eerst door De Houtman zijn vermeld of ook door Keyser zijn vastgelegd, aangezien de oorspronkelijke aantekeningen van Keyser verloren zijn gegaan. Wel is duidelijk dat de positie van de sterren uit de lijst van De Houtman veelal afwijken van die van Keyser, waardoor aangenomen wordt dat alle berekeningen door De Houtman zelf gemaakt zijn.<ref>Dekker E.; Het vermeende plagiaat van Frederick de Houtman. Een episode uit de geschiedenis van de hemelkartografie In: Caert-thresoor, jaargang 4 (1985), pagina's 70-76</ref>
 
De sterren van Keyser en Houtman die nog niet in sterrenbeelden waren ingedeeld, werden door [[Petrus Plancius]] ingedeeld in twaalf sterrenbeelden met veelal namen van dieren en een bevolkingsgroep die zij op het zuidelijk halfrond waren tegengekomen. Deze hemellichamen (met tussen haakjes de huidige Nederlandse namen en het door De Houtman vastgelegde aantal sterren) zijn: Den voghel Fenicx ([[Phoenix (sterrenbeeld)|Phoenix]]) (13),<{{#tag:ref>|Een mythische vogel.</ref>|group=noot}} De Waterslang ([[Kleine Waterslang]]) (15), Den Dorado ([[Goudvis (sterrenbeeld)|Goudvis]]) (4), De Vlieghe ([[Vlieg (sterrenbeeld)|Vlieg]]) (4), De vlieghende Visch ([[Vliegende Vis (sterrenbeeld)|Vliegende Vis]]) (5), Het Chameljoen ([[Kameleon (sterrenbeeld)|Kameleon]]) (9), Den Zuyder Trianghel ([[Zuiderdriehoek]]) (4), De Paradijs Voghel ([[Paradijsvogel (sterrenbeeld)|Paradijsvogel]]) (9), De Pauw ([[Pauw (sterrenbeeld)|Pauw]]) (19), De Indiaen ([[Indiaan (sterrenbeeld)|Indiaan]]) (11), Den Reygher ([[Kraanvogel (sterrenbeeld)|Kraanvogel]]) (12) en Den Indiaenschen Exster, op Indies Lang ghenaemt ([[Toekan (sterrenbeeld)|Toekan]]) (6).
 
De andere sterren van De Houtman bevinden zich in sterrenbeelden die toen al van naam bekend waren (met tussen haakjes de huidige Nederlandse namen en het door De Houtman vastgelegde aantal sterren): De Duyve met den Olijftack ([[Duif (sterrenbeeld)|Duif]]) (11), De Zuyder Kroon ([[Zuiderkroon]]) (16), Het Zuyder Eynde van de Nyli (zuidelijk deel van [[Eridanus (sterrenbeeld)|Eridanus]]) (7),<{{#tag:ref>|Met Nyli wordt de rivier De Nijl bedoeld.</ref>|group=noot}} Argo Navis, het Schip ([[Schip Argo]]) (56),<{{#tag:ref>|Dit sterrenbeeld bestaat niet meer. Het werd opgedeeld vanwege de grootte.</ref>|group=noot}} Centaurus ([[Centaur (sterrenbeeld)|Centaur]]) (48), De Cruzero ([[Zuiderkruis (sterrenbeeld)|Zuiderkruis]]) (5), Lupus, den Wolf ([[Wolf (sterrenbeeld)|Wolf]]) (29), Het Outaer ([[Altaar (sterrenbeeld)|Altaar]]) (12) en De steert van Scorpio (onderdeel van sterrenbeeld [[Schorpioen (sterrenbeeld)|Schorpioen]]) (9). De enige vermelde ster waarvan de positie niet werd vastgelegd, bevindt zich in de staart van de Schorpioen.
 
Alle 303 door De Houtman geregistreerde sterren werden door [[Willem Blaeu|Willem Jansz. Blaeu]] in hetzelfde jaar als de uitgave van het boek gebruikt bij de vervaardiging van zijn [[Hemelbol|hemelglobe]], die eerder op de markt werd gebracht dan het boek.<{{#tag:ref>|De Houtman noemt Blaeu in zijn boek Willem Jansen. Het [[patroniem]] Blaeu begon hij pas na 1620 te gebruiken.</ref>|group=noot}}<ref>[http://members.home.nl/wkv/nederlandsesterrenbeelden.html Nederlandse sterrenbeelden] via website members.home.nl</ref><ref>Ridpath, Ian; Startales. Lutterworth Press, Cambridge (1988)</ref> Ook de Duitse astronoom [[Johannes Bayer]] nam in zijn sterrenatlas ''[[Uranometria]]'' uit 1603 sterrenbeelden van Plancius over. De hemellichamen waren erg belangrijk voor de [[navigatie]] en het bepalen van de positie van de schepen.
 
==Opnieuw naar de Oost==
Regel 118:
De Houtman werd op 1 maart 1605 door Van der Hagen benoemd tot eerste gouverneur van [[Amboina (VOC-gebied)|Amboina]] met de opdracht de inlandse hoofden te onderwerpen. De admiraal had de bevolking godsdienstvrijheid beloofd, maar na zijn vertrek vernielden de Hollanders alle "paapse" beelden. De Houtman zou daar niet kordaat tegen hebben opgetreden. De orde werd pas hersteld toen Van der Hagen in augustus terugkwam.<ref name="Dam, M.J. van (1998), blz. 85">Dam, M.J. van (1998), blz. 85</ref>
 
Enkele maanden na zijn aanstelling stuurde De Houtman alle Portugezen weg. Hij voerde het gebruik in om de buitengebieden te bezoeken, desnoods met oorlogsschepen om de bevolking weer in het gareel te krijgen.<ref>Bodel Nyenhuis, J.T. (1831) Over het leven en de letterkundige verdiensten van Frederick de Houtman, blz. 10-11.</ref><{{#tag:ref>|De Houtman verbleef in betere omstandigheden op Ambon dan zijn collega [[Pieter Willemsz. Verhoeff]] op de [[Banda-eilanden]], die in 1609 vermoord werd. Een jaar later werd [[Paulus van Caerden]] gevangengenomen door de Spanjaarden en opgesloten op [[Ternate (eiland)|Ternate]].</ref>|group=noot}} Op die tochten werd nagegaan of de eilanden zich hielden aan het door de VOC ingestelde specerijenmonopolie. Er werden rechtszittingen gehouden en buitenlandse handelaren werden weggejaagd.
 
De Houtman vertaalde naar het Maleis de kindercatechismus ''Cort Begrijp'' van [[Filips van Marnix van Sint-Aldegonde]],<{{#tag:ref>|Het bestaat uit 225 korte vragen en korte antwoorden en lijkt in eerste instantie bedoeld voor het godsdienstige huisonderricht. bron: Duits, H. en A. van Strien; Een intellectuele activist: studies over leven en werk van Philips van Marnix van Sint-Aldegonde. Uitgeverij Verloren, Hilversum (2001), blz. 78</ref>|group=noot}} enkele eenvoudig te leren gebeden die de inlandse kinderen kregen onderwezen op de door hem geopende scholen,<ref>Aritonang, Jan Sihar en Karel Steenbrink (2008) A history of Christianity in Indonesia. Brill, Leiden, blz. 104</ref><ref>Laffan, Michael (2011) The makings of Indonesian Islam, orientalism and the Narrration of a Sufi Past. Princeton University Press, blz. 72</ref> evenals preken,<ref>Algra, A. en H. Algra (1978) [http://www.dbnl.org/tekst/algr001disp04_01/algr001disp04_01_0004.php Dispereert niet] Twintig eeuwen historie van de Nederlanden. Deel 4. Uitgeverij T. Wever, Franeker (achtste druk), blz. 74 + 84</ref> met de bedoeling het aantrekkelijker te maken een inlandse met enige kennis van het christendom te trouwen en zo een nageslacht te creëren dat beter bestand was tegen het klimaat, ziekten en beide talen sprak. De Houtman bleef landvoogd tot en met 18 februari 1611. Op weg naar Holland nam hij enkele jonge Ambonezen mee om ze op te laten leiden tot schoolmeester;<ref>Bodel Nyenhuis, J.T. (1831), blz. 11</ref> zonen van dorpshoofden zouden kunnen worden opgeleid tot predikant.
 
In 1617 liet hij een schilderij maken van een kaart van Amboina, toegeschreven aan David de Meyne, met een afbeelding van hemzelf in een [[cartouche (cartografie)|cartouche]]. De Houtman schonk het aan het [[Oost-Indisch Huis]]. Toen Van der Hagen daarvan lucht kreeg, verlangde hij dat het schilderij vervangen werd.<ref name="Dam, M.J. van (1998), blz. 85"/> Van der Hagen werd daarop beschuldigd van katholieke sympathieën, maar kreeg gedaan dat de bijbehorende tekst van zijn calvinistische lading werd ontdaan.<ref>Zandvliet, K. (2002) ''De Nederlandse ontmoeting met Azië 1600-1950, blz. 181.</ref>
 
===Vroedschap en schepen===
[[Bestand:Huisjes in de Koorstraat in Alkmaar aan het voormalige kerkhof.JPG|thumb|260px|Huisjes in de [[Koorstraat (Alkmaar)|Koorstraat]] in [[Alkmaar]] aan het voormalige kerkhof.]]
 
Vanaf 8 december 1614 maakte Frederik de Houtman deel uit van de [[vroedschap]] in Alkmaar. Op 11 oktober 1618 werd hij herbenoemd door prins Maurits.<ref>Cox, J.C.M. (2005) 'De Heeren van Alkmaer' Regeerders en regenten, vroedschap en raad 1264 - 2005, blz. 86</ref> In de perioden 1614-1615, 1617-1619 en 1625-1626 was hij [[schepen]] en als kapitein actief in de [[schutterij (historisch)|schutterij]].<ref name="gw1.geneanet.org" /> Frederik behoorde tot de [[contraremonstranten]]<ref>Dam, M.J. van (1998), blz. 87.</ref> en was een voorstander van de hervatting van de oorlog met Spanje en Portugal. Hij kocht in 1613 en 1614 twee huizen in de Kerk- en Koorstraat, met aan de achterkant uitzicht op het kerkhof van de [[Grote of Sint-Laurenskerk (Alkmaar)|Sint Laurenskerk]].<{{#tag:ref>|De Kerkstraat in Alkmaar heette eeuwenlang in de volksmond het Houtmanstraatje. De Houtman had daar een aantal eenkamerwoningen aan laten leggen. J. Belonje (1979) In: Alkmaarse Volksalmanak, blz. 36 + 39</ref>|group=noot}} De Houtman had in de [[Bergermeer]] grond gekocht, evenals aan de [[Wieringerwaard]] waar hij benoemd werd tot [[hoofdingeland]]. Zijn echtgenote was tussen 1619 en 1623, tijdens zijn laatste reis naar de Oost, regentes van het [[Sint-Elisabethgasthuis (Alkmaar)|Sint-Elisabethgasthuis]] in Alkmaar.<ref>[http://www.ngv.nl/genealogie/getperson.php?personID=I9766&tree=AB190811 Vrouwtje Cornelisdr Clock] website Nederlandse Genealogische Vereniging.</ref><ref>Dam, M.J. van (1998), blz. 89</ref> Het echtpaar had zover bekend geen kinderen; zijn weduwe liet na haar dood in 1650 alle bezittingen na aan neven en nichten met de bepaling dat er niets naar Oost-Indië mocht gaan.<ref>Belonje J. (1979) In: Alkmaarse Volksalmanak, blz. 41-42.</ref>
 
===Houtman Abrolhos===
Regel 136:
In 1617 had de VOC de zuidelijke route van [[Hendrik Brouwer]] verplicht gesteld. Dit hield in dat de elf schepen vanaf de Kaap op 33° [[Breedtegraad|ZB]] naar het oosten voeren, waar geen [[Intertropische convergentiezone|windstilte]] heerste.<ref>Battye, J.S. (1924) Western Australia: a history from its discovery to the inauguration of the Commonwealth</ref> Daar het vaststellen van de [[lengtegraad]] destijds vrijwel onmogelijk was, voeren sommige schepen te ver door en landden de zeevaarders soms voor de kust van [[Australië (continent)|Australië]] of leden er in de buurt [[schipbreuk]].
 
Op 19 juli 1619 kreeg de vloot zicht op de westkust van Australië. Door het slechte weer kon niet aan land worden gegaan. Terecht merkte De Houtman op dat het moest gaan om het [[Terra Australis|Zuytland]] [[Beach (continent)|Beach]], een groot stuk land onder de Indische archipel en weergegeven op kaarten van [[Abraham Ortelius]] en Plancius en in de boeken van [[Jan Huygen van Linschoten|Van Linschoten]].<ref>Missive aan prins Maurits van 7 oktober 1619 en een aan de bewindhebbers van de VOC van dezelfde datum, evenals een missive van Jacob Dedel aan de bewindhebbers van de VOC van dezelfde dag. In: J.E. Heeres (1899) Het aandeel der Nederlanders in de ontdekking van Australië 1606-1765, Brill, blz. 14-16</ref><ref>Suarez Thomas (2004) Early mapping of the Pacific: the epic story of seafarers. Periplus Editions, blz. 85</ref> Het werd Dedelsland genoemd, naar Jacob Dedel.<{{#tag:ref>|Op latere kaarten werd het D'Edelsland genoemd.</ref>|group=noot}} Tien dagen later ontdekte de vloot een nieuwe [[Archipel|eilandengroep]], meer naar het noorden. Deze 122 eilanden en [[koraalrif]]fen kregen de naam [[Houtman Abrolhos]] en liggen ongeveer tachtig kilometer ten westen van [[Geraldton]].<{{#tag:ref>|De locatie staat bekend om de [[scheepswrak]]ken, waaronder de Nederlandse schepen de [[Batavia (schip)|Batavia]] die er schipbreuk leed in 1629 en de [[Zeewijk (schip)|Zeewijk]] in 1727.</ref>|group=noot}}
 
===Bontekoe===
Regel 142:
 
===Gouverneur Molukken===
Op 7 juni 1621 werd hij benoemd tot lid van de Raad van Indië voor een salaris van 400 gulden per maand. Op 11 juli 1621 werd hij gouverneur voor de hele [[Molukken]] te [[Ternate (eiland)|Ternate]].<ref>Lijst der Ordinaris-Raden van Indiën, deel IV, 2de stuk, blz. 359. Bron: Bodel Nyenhuis, J.T. (1831), blz. 13</ref><{{#tag:ref>|Hij was de vierde Nederlandse landvoogd van de Molukken. Bron: Bodel Nyenhuis, J.T. (1831), blz. 13</ref>|group=noot}} Hij kreeg er onder andere te maken met de jaarlijkse inspecties, een voortzetting van de tochten die hij in Amboina begonnen was. In acht tot tien weken tijd bezocht hij met een schip, begeleid door Ternataanse oorlogsprauwen, diverse bewoonde eilanden van de Molukken om te controleren of het VOC-specerijenmonopolie werd nagekomen.<{{#tag:ref>|Ze stonden bekend als de [[hongitocht]]en en werden tot 1930 gehouden. Hongi staat voor armada en is Ternataans.</ref>|group=noot}}
Hij bleef in de Molukken tot en met 25 februari 1623.<ref name="gw1.geneanet.org" /><{{#tag:ref>|Hij was niet betrokken bij de [[Ambonse Moord]]. De eerste arrestatie in deze kwestie vond plaats op 27 februari 1623.</ref>|group=noot}} Op de [[VOC op de Banda-eilanden|Banda-eilanden]] waren grote problemen ontstaan met de Engelse, Portugese en Chinese handelaren die allemaal geweerd werden. De Engelse kooplieden waren inmiddels hun grootste concurrent en belangrijker dan de Spanjaarden ooit in dit gebied waren geweest. Maar er was ook een groot tekort aan arbeidskrachten, zodat men besloot slaven aan te voeren vanuit India en Madagaskar. Op 30 januari 1624 keerde hij met het schip ''Leyden'' vanuit Batavia met de retourvloot terug naar Holland. Op 16 november van dat jaar kwam het schip in Zeeland aan.<ref>[http://www.vocsite.nl/schepen/detail.html?id=11729 Informatie zeereizen VOC-schip Leyden] via vocsite.nl</ref>
 
===Verzoek jaartoelage===
Regel 203:
* {{aut|Wennekes, Wim}} (1996) Gouden Handel. De eerste Nederlanders overzee, en wat zij daar haalden. Atlas, Amsterdam, blz. 126
 
{{Appendix||2=
== Noten ==
== Voetnoten ==
{{References|90%|2}}
{{References|group="noot"||2}}
== Bronvermeldingen ==
{{References|90%|2}}
}}
 
{{Opvolging
| lijst = [[gouverneur]] van [[Amboina (VOC-gebied)|Amboina]]<br />1 maart 1605 - 18 februari 1611