Aandacht: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
MerlIwBot (overleg | bijdragen)
k Robot: toegevoegd: fa:توجه
Aanpassing van bepaalde begripppen.
Regel 3:
 
== Algemeen ==
Aandacht kan variëren in intensiteit (sterkte) en selectie (scherpte). Aandacht kan verslappen in een toestand van slaperigheid, of als men door iets anders wordt afgeleid. Het is een van de meest onderzochte onderwerpen binnen de [[psychologie]] en de [[Neurowetenschap|cognitieve neurowetenschappen]]. Van de verschillende cognitieve processen in het menselijke brein ([[conclusie|beslissen]], [[geheugen (mens)|geheugen]], [[emotie]], enz.) wordt verondersteld dat aandacht de meest concrete is, omdat het veel te maken heeft met [[perceptie]]. Aandacht is daarom de poort naar de rest van [[cognitie]].
[[William James]], één van de eerste grote [[psycholoog|psychologen]], formuleerde de beroemdste definitie van aandacht:
{{citaat|Everyone knows what attention is. It is the taking possession by the mind in clear and vivid form, of one out of what seem several simultaneously possible objects or trains of thought... It implies withdrawal from some things in order to deal effectively with others.}}<center><small>Principles of Psychology, 1890</small></center>
Regel 14:
Het lijkt wel of het richten van de aandacht altijd gekoppeld is aan posities in de ruimte: we letten op een fietser of een geluid links van ons, een bal die van links naar rechts beweegt, enzovoort. Toch is het mogelijk ook de aandacht te richten op een niet-ruimtelijk kenmerk, zoals een specifieke kleur of vorm. Bijvoorbeeld bij het wachten voor een rood stoplicht bereiden we ons voor op het moment dat het licht op groen zal springen.
*'''Op één aspect of meerdere aspecten '''
Aandacht kan voor korte of langere tijd op een specifiek detail of aspect van de omgeving zijn gericht, zoals een kleur, bepaald geluid, specifiek persoon, stemgeluid etc. Dit noemt men ook wel [[gerichte aandacht]] ([''focused attention''). Bijvoorbeeld: het voeren van een gesprek met een persoon in een drukke omgeving. Hij kan echter ook gericht zijn op meerdere aspecten tegelijk. Dit heet [[verdeelde aandacht]] (''divided attention'') Voorbeelden zijn een piloot die tijdens een vlucht moet letten op verschillende zaken zoals de radio, de visuele omgeving, het bedienen van apparatuur. In het laatste geval moet de aandacht snel omschakelen van de ene bron naar een andere.
* '''Overt vs. covert'''
Overte aandacht is het richten van de ogen naar een stimulusbron. Coverte aandacht is het mentaal richten van de aandacht op een bepaald punt in de ruimte: de ogen kunnen bijvoorbeeld naar links kijken maar de aandacht is gericht op iets aan de rechterzijde van het lichaam. Coverte aandacht wordt beschouwd als een neuraal proces dat het signaal van een bepaald deel van het zintuiglijke panorama versterkt.
Regel 36:
Er is veel onderzoek gedaan naar mechanismen in de hersenen die selectieve aandacht reguleren. Enkele van deze mechanismen worden hieronder besproken.
 
===Sensorische versterking: ERP- en fMRI -onderzoek===
De toestand van selectieve aandacht blijkt in de hersenen gepaard te gaan met een versterking van de verwerking van prikkels uit de omgeving. Dit principe noemt men ook wel [[sensorische versterking]] (in [[Engels]]: ''sensory gain''). Dit is onderzocht met technieken als event-related potentials ([[Event-related potential|ERPs]]) en de fMRI. Zo blijkt dat ERP-componenten als P1 en N1 die door visuele prikkels worden opgeroepen, in amplitude toenemen als de deze stimuli aandacht krijgen.In het eerder genoemde experiment zullen bijvoorbeeld P1 en N1 groter zijn voor vierkanten die na een locatie cuelocatiecue komen, dan voor vierkanten die na een neutrale cue komen. Het P1-effect treedt op tussen 70-90 ms na aanbieding van de stimulus en wordt gezien als de vroegste manifestatie van selectieve aandacht. Het effect treedt echter alleen op bij spatiële selectie (bijvoorbeeld: let op links en niet op rechts) en niet bij selectie van bijvoorbeeld kleur of vorm, of selectie van complete objecten (zoals let op tafels en niet op stoelen).
Van P1 en N1 op visuele prikkels is bekend dat zij een afspiegeling zijn van verwerking in de visuele secundaire gebieden van de hersenen, zoals het gebied [[Visuele cortex|V4]] dat gelegen is in de area extrastriata van de [[visuele cortex]]. Kennelijk is het zo dat visueel-ruimtelijke aandacht de verwerking van visuele informatie in dit gebied ‘aanscherpt’. Ook fMRI laat zien dat gebied V4 sterker geactiveerd wordt door geattendeerde dan door niet-geattendeerde visuele stimuli. Het mogelijk effect van deze versterkte activatie is dat herkenning van gebeurtenissen uit de buitenwereld sneller en meer accuraat geschiedt.
In studies naar aandacht voor geluidsprikkels zijn soortgelijke (P1/N1) resultaten gevonden. Het auditieve P1 effect trad hier zelfs nog vroeger op, namelijk rond de 20-50 ms na stimuluspresentatie. Ook bleek uit ERP en [[Error-Related Negativity|ERN]] studies dat auditief-ruimtelijke aandacht de verwerking van prikkels in de primaire [[auditieve cortex]] moduleert.
 
=== De rol van de posterieurecortex pariëtaleparietalis schorsposterior ===
De effecten van selectieve aandacht in de visuele (en ten dele ook auditieve) [[visuele cortex|schors]] blijken door een complex netwerk in de posterieure cortex te worden gereguleerd. Hierbij is niet alleen hetde eerder genoemde gebied''area V4'' betrokken, maar ook hogere gebieden als de [[posterieurecortex pariëtaleparietalis cortexposterior]]. Mogelijk moduleert dit gebied via verbindingen met de [[thalamus]] (met name het pulvinar) de verwerking van informatie in de sensorische circuits van de hersenen. Omdat de posterieurecortex pariëtaleparietalis schorsposterior een centrale rol speelt in de verwerking van ruimtelijke informatie, is wel gesuggereerd dat het mechanisme van selectieve aandacht een hoofdzakelijk een ruimtelijk karakter heeft. Bij beschadigingen van dit gebied vertonen patiënten vaak een verminderde aandacht voor prikkels of gebeurtenissen in de ruimte tegenovergesteld aan de laesie. Dit verschijnsel, ook wel aangeduid als [[neglect]] blijkt vooral op te treden bij laesies aan de rechterzijde van de posterieurecortex pariëtaleparietalis schorsposterior.
 
===Richten versus heroriëntatie van aandacht===
Aandacht kan 'van binnenuit' worden gericht op relevante objecten in de omgeving of 'getrokken' worden door onverwachte, opmerkelijke of saillante gebeurtenissen in de omgeving. In het tweede geval spreekt men ook wel van heroriëntatie of van een [[oriëntatiereactie]]. Verschillende netwerken in de hersenen blijken in deze twee condities actief. Actief richten blijkt geassocieerd met een dorsaal (bovenzijde) fronto-pariëtaalfrontopariëtaal netwerk en heroriëntatie met een ventraal (onderzijde) fronto-pariëtaalfrontopariëtaal netwerk. Het laatste netwerk wordt soms ook wel ''saliency network'' genoemd. <ref>M. Corbetta, G. Patel, G. L. Shulman, Neuron 58, 306 (2008).</ref>
 
===De rol van de prefrontale cortex===
De prefrontale cortex is betrokken bij de aansturing en organisatie van allerlei vormen van gedrag. Men noemt dit proces ook wel [[executieve controle]]. Ook bepaalde vormen van selectieve aandacht worden gestuurd door de prefrontale cortex.<ref>Duncan, J. (2001). Frontal lobe function and the control of visual attention. In: J. Braun, C. Koch & J.J. Davis. Visual Attention and Cortical Circuits. Bradford Book, MIT press</ref>. Aandacht wordt dan selectief gericht op objecten die relevantie hebben voor ons gedrag. Hierbij is vaak sprake van meerdere prikkels die met elkaar eende soort competitiestrijd aangaan. Prikkels waarop de aandacht is gericht, krijgen dan een sterker gewicht of nadruk dan prikkels die dat niet krijgen. Het beroep op de prefrontale cortex zal met name een rol spelen in dynamische situaties waarin de aandacht wisselt wat betreft posities in de ruimte of andere kenmerken waarop de aandacht gericht moet worden.
Omdat de hersenen namelijk niet in staat zijn alle indrukken of informatie tegelijk te verwerken, moet een deel daarvan tijdelijk in het geheugen worden opgeslagen. Onderzoek naar hersenactiviteit (zoals [[Functionele MRI|fMRI]]) laat zien dat de [[prefrontale cortex]] hierbij een centrale rol speelt. De taak van de prefrontale schors zou kunnen zijn om controle uit te oefenen op andere gebieden in de hersenen, zoals die welke betrokken zijn bij waarneming of geheugen (zie ook [[executieve functies]]). Ook is gebleken dat, naarmate deze taken moeilijker worden, er een sterke doorbloeding optreedt in deze gebieden. Mogelijk heeft dit te maken met het vrijmaken van extra ’energie’ of [[hulpbronnen]] in de hersenen om de taken goed te kunnen uitvoeren,
 
Regel 59:
''Change blindness
''
Change blindness treedt op wanneer men een grote verandering in het gezichtsveld niet opmerkt. Deze verandering kan inhouden dat een object verplaatst, veranderd of verdwenen is. Change blindness komt duidelijk naar voren in een experiment van Dan Simons en Dan Levin <ref>Simons, D. J. & Levin, D. T. (1997). Change blindness. Trends in Cognitive Science, 1, 261-267</ref>. In dit experiment waren de deelnemers in een voor hun bekende omgeving aan het praten met de onderzoeker die hen de weg aan het vragen was. Terwijl de deelnemers aan het uitleggen waren welke kan de onderzoeker heen moest, kwamen er een aantal mensen met een grote deur door het gesprek heen lopen. Na dezedit interruptievoorval gingen de deelnemers rustig verder met het uitleggen van de route. Wat veel van hen zich niet realiseerdenin de gaten hadden, was dat hun gesprekspartner verwisseld was. Hun voormalige partner was met de deur weggelopen, en iemand anders had zijn plek ingenomen. Uiteindelijk bleek dat in 50% van de gevallen de verandering van gesprekspartner niet opgemerkt was.
 
''Change blindness bij goochelaars en in films
Regel 71:
''Waarom Change blindness en Attentional blindness plaatsvinden
''
In het veld van de psychologie is veel onderzoek gedaan naar deze fenomenen. Eerder werd aangenomen dat Change blindness en Attentional blindness veroorzaakt worden doordat de focus van onze aandacht maar gelimiteerdeeen capaciteitenbeperkte capaciteit heeft. Dit zou betekenen dat we bepaalde informatie missen. Later onderzoek van Landman, Spekreijse en Lamme <ref>Landman, R., Spekreijse, H. & Lamme, V. A. F. (2003). Large capacity storage of integrated objects before change blindness. Vision research, 43, 149-164</ref> toonde aan dat het niet enkel een kwestie van de focus van onze aandacht is. Volgens hun onderzoek is ons visuele systeem zo ontwikkeld dat wat we eerst waarnemen niet verstoord wordt door wat we later waarnemen. Dit wordt bereikt doordat de laatste waarneming wordt overschreven of verplaatst door de eerdere waarneming. Er vindt dus overschrijving plaats waardoor Change blindness en Attentional blindness plaats kunnen vinden. Daarnaast is er in een onderzoek van Laloyaux, Destrebecqz en Cleeremans <ref>Laloyaux, C., Destrebecqz, A. & Cleeremans, A. (2006). Implicit change identification: A replication of Fernandez-Duque and Thornton (2003). Journal of Experimental Psychology: Human Perception and Performance, 32, 1366-1379 </ref> aangetoond dat veranderingen die we niet bewust waarnemen toch onze bewuste beslissingen over de oriëntatie tot een erop volgend object kunnen beïnvloeden. In dit onderzoek kregen de participanten eerst acht zwarte rechthoeken te zien die voor de helft verticaal en voor de andere helft horizontaal geplaatst waren. Daarna kregen ze de acht zwarte rechthoeken te zien waarbij één van richting veranderd was. Tot slot kregen ze zeven zwarte en één witte rechthoek te zien, in dezelfde positie als in de tweede situatie. De participanten moesten aangeven of er een verandering in oriëntatie van de rechthoeken was tussen de eerste en de tweede keer, en of de witte rechthoek horizontaal of verticaal was. Congruente trials waren die waarin de oriëntatie van de witte rechthoek overeenkwam met die van de rechthoek de van richting veranderd was. Bij incongruentie trials was hier geen relatie tussen. Wanneer participanten Change blindness ervaarden, indentificeerden ze de congruente trials toch sneller en meer accuraat dan de incongruente trials. We nemen dus wel degelijk onbewust veranderingen waar tijdens Change blindness en Attentional blindness.
 
''Verschillen tussen Change blindness en Attentional blindness