Pastoor Van Haeckeplantsoen: verschil tussen versies
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Geen bewerkingssamenvatting |
|||
Regel 42:
==Beschrijving==
Oorspronkelijk was dit parkje de tuin van de
De tuin was bedoeld om een parkeerruimte te worden. Dit werd verhinderd door het opmaken van het ''Deelplan Sint-Joos'' dat voorzag in de aankoop van binnentuinen, in het kader van de stadsvernieuwing en de sanering van de in het plan bestudeerde huizenblokken. In 1981 kocht de stad Brugge het parkje de la Kethulle aan. Het werd in het voorjaar van 1983 opgeknapt en publiek toegankelijk gemaakt. Het park is 1.780 m² groot. De eerste eigenaars brachten er een merkwaardig bomenassortiment samen: paardenkastanje, moerascipres, Engelse veldiep, Japanse notenboom, zwarte moerbezie, enz. Het dichtbegroeide park, met centraal een kleine vijver, werd in zijn besloten en mysterieuze sfeer behouden.
[[File:Pastoor van Haeckeplantsoen, Brugge (2).JPG|thumb|right| In het hart van het Van Haeckeplantsoen]]
Hiervoor paste een wat 'mysterieuze' naam en het werd ''Pastoor Van Haeckeplantsoen''. Hoewel rooms-katholiek priester, was [[Lodewijk Van Haecke]] (1829-1912) nooit 'pastoor'. Tijdens zijn loopbaan was hij leraar, onderpastoor en vervolgens kapelaan van de [[Basiliek van het Heilig Bloed|H. Bloedbasiliek]]. Maar zijn naam leeft voort als 'Paster Van Haecke'. Hij woonde het grootste deel van zijn leven op korte afstand van het parkje, in de [[Moerstraat]].
|