Köbler-arrest: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 27:
Bij brief van 28 februari verzoekt Köbler om zijn anciënniteit vast te stellen op 15 dienstjaren en de anciënniteitstoelage dienovereenkomstig vast te stellen.
In dat geval zou hij in aanmerking komen voor een bijzondere anciënniteitstoelage.
{{Cquote| 6. (...) Naar zijn mening levert het vereiste van vijftien jaar anciënniteit aan uitsluitend Oostenrijkse universiteiten, zonder dat rekening wordt gehouden met de diensttijd aan universiteiten van andere lidstaten, sinds de toetreding van Oostenrijk tot (...) de Europese Unie een naar Europees recht ongerechtvaardigde indirecte discriminatie op.
}}
 
== Procesverloop ==
{{Cquote| 7. In het geding naar aanleiding van deze aanspraak van Köbler heeft het Verwaltungsgerichtshof (Oostenrijk) bij beschikking van 22 oktober 1997 bij het Hof een verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend, dat onder nummer C-382/97 ter griffie van het Hof is ingeschreven.<br />
10. Bij beschikking van 24 juni 1998 heeft het Verwaltungsgerichtshof zijn prejudiciële verzoek ingetrokken en bij arrest van diezelfde dag heeft het Köblers beroep verworpen, met als grond dat de bijzondere anciënniteitstoelage een premie voor trouwe dienst vormt die een afwijking van de bepalingen inzake het vrije verkeer van werknemers objectief rechtvaardigde.<br />
12. Köbler heeft bij de verwijzende rechter een schadevorderingsactie tegen de Republiek Oostenrijk ingesteld met het oog op vergoeding van de schade die hij stelt te hebben geleden doordat hem geen bijzondere anciënniteitstoelage is betaald. Volgens hem is het arrest van het Verwaltungsgerichtshof van 24 juni 1998 in strijd met rechtstreeks toepasselijke bepalingen van gemeenschapsrecht, zoals uitgelegd door het Hof in zijn arresten waarin het heeft verklaard dat een bijzondere anciënniteitstoelage geen premie voor trouwe dienst vormt.
Regel 47:
 
De betekenis van het arrest ligt in het beginsel van staatsaansprakelijkheid voor een uitspraak van een nationale rechter in laatste aanleg in strijd met het gemeenschapsrecht.
{{Cquote| [dictum] 1. Het beginsel dat een lidstaat verplicht is de schade te vergoeden die particulieren lijden als gevolg van een schending van het gemeenschapsrecht die aan hem kan worden toegerekend, is eveneens van toepassing indien de betrokken schending voortvloeit uit een beslissing van een in laatste aanleg rechtsprekende rechterlijke instantie, voorzover de geschonden communautaire rechtsregel ertoe strekt particulieren rechten toe te kennen, de schending voldoende gekwalificeerd is en er een rechtstreeks causaal verband bestaat tussen deze schending en de door de betrokkenen geleden schade. Om te bepalen of de schending voldoende gekwalificeerd is, wanneer deze schending uit een dergelijke beslissing voortvloeit, moet de bevoegde nationale rechter, rekening houdend met de specifieke aard van de rechtsprekende functie, onderzoeken of dit een kennelijke schending is. De rechtsorde van iedere lidstaat dient de bevoegde rechter aan te wijzen om geschillen betreffende deze vergoeding te beslechten.}}
 
== Betekenis ==