Baureihe 103: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Dick van Aggelen (overleg | bijdragen)
Enige aanvullingen toegevoegd en wat taalfouten verbeterd.
Regel 30:
}}
 
== Inleiding ==
De '''Baureihe 103''', tot 1968 bekend als ''E03'', is een [[elektrische locomotief]] bestemd voor personenvervoer van de [[Deutsche Bundesbahn]] (DB).
De '''Baureihe 103''', tot 1968 bekend als ''E03'', is een zware en krachtige zesassige [[elektrische locomotief]] bestemd voor zeer snelle [[reizigerstrein|reizigerstreinen]] van de [[Deutsche Bundesbahn|DB]]. De serie 103, met haar sierlijke en gestroomlijnde voorkomen, was jarenlang het paradepaardje van de DB en tot aan de indienstelling van de [[Baureihe 101]] en de [[Baureihe 401|ICE-treinstellen]] vormde zij de ruggengraad voor het vervoer van snelle reizigerstreinen in Duitsland.
 
== Geschiedenis ==
De wens voor de aanschaf van een snelle elektrische locomotief door de Deutsche Bundesbahn ontstond in de 1950er jaren. Deze locomotieven moesten de vooroorlogse locomotieven van de serie E18 en E19 gaan vervangen. In de 1960er jaren werden al snellere locomotieven als [[Baureihe 110|E10]] en als [[Baureihe 112|E10.12]] gebouwd. Hierop werd een voorstel als E1 gedaan. Dit voorstel werd niet uitgevoerd en de productie van de E10 werd voortgezet.
 
Een voorstel van Krupp/AEG was een locomotief voor met vier motoren van 1250 kW en een as indeling als (1Bo) '(Bo1)' of als (A1A) '(A1A)'. In 1963 werden in de lopende productie van de E10 twee locomotieven voorzien van een nieuw type draaistel. De E10 299 kreeg een Henschel aandrijving en de E10 300 kreeg een SSW karden aandrijvingkardanaandrijving.
 
In juni 1965 werden op de Internationale Verkehrsausstellung (IVA) in München de vier prototypes voorgesteld. Van deze locomotieven waren twee uitgerust met Henschel-aandrijving en twee uitgeruist met SSW karden-aandrijvingkardanaandrijving. De vormkopvorm van de locomotief werd bij de TH Hannover in de windtunnel ontwikkeld.
 
Na deze 'proefserie', die aanvankelijk talrijke motorproblemen kende, werd een uiteindelijke serie van 145 locomotieven gebouwd, die technisch verschilde van de proefserie, ook omdat de DB inmiddels een krachtigere locomotief wenste. De hele serie werd tussen 1970 en 1974 in gebruik genomen. Vanaf 1997 werden deze locomotieven afgevoerd en vervangen door locomotieven van de serie [[Baureihe 101|101]].
 
== Constructie en techniek ==
De locomotief heeft een stalen frame. OpIn de draaistellen wordt elke as door een elektrische motor aangedreven.
 
=== Nummers ===
Regel 57 ⟶ 58:
 
== Treindiensten ==
De locomotieven werden door de DB ingezet voor snelle reizigerstreinen zoals Intercity treinen en treinen van de [[Trans Europa Express]]. Na de [[treinramp bij Eschede]] met een [[Baureihe 401|ICE treistel]] namen de locs ook die diensten over van de [[hogesnelheidstrein|hogesnelheidstreinen]] van de [[InterCityExpress]]. Later gaf men de serie ook wel reizigerstreinen voor de kortere afstanden.
De locomotieven werden door de Deutsche Bahn (DB) ingezet in het personenvervoer op diverse trajecten in onder meer Duitsland en Oostenrijk.
 
== Trivia ==
* Met een uurvermogen van 10.400 kW (13.900 [[paardekracht|pk]]) geldt de 103 nog steeds als een van de sterkste (elektrische) locomotieven met een enkelvoudig frame ter wereld.
* Vrijwel alle bekende [[modeltrein|modelspoorfabrikanten]] hebben een model van de Baureihe 103 in hun assortiment.
 
== Literatuur ==