Voorwaardelijke kans: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Gedeeltelijk onterecht ongedaan gemaakt, omdat die formule zeker niet algemeen bekend is. Dat van die Friezen is wel algemeen bekend, dus ok.
MADe (overleg | bijdragen)
Regel 21:
Als we veronderstellen dat 50% van de Nederlandse bevolking man, en 50% van de bevolking vrouw is, dan is de kans dat een willekeurig gekozen Nederlander een vrouw is 1/2. Weten we dat de gekozen persoon uit Friesland komt, dan is de (voorwaardelijke) kans dat het een vrouw is nog steeds 1/2. In Friesland is immers ook de helft van de bevolking vrouw. Anders is het vermoedelijk als we nagaan of de gekozen persoon met een zachte g spreekt. De voorwaardelijke kans op "een zachte g" als gegeven is dat de gekozen persoon uit Friesland komt, is veel kleiner dan de (onvoorwaardelijke) kans op een Nederlander met een zachte g. In Friesland wordt immers nauwelijks met een zachte g gesproken.
 
Vaak leiden voorwaardelijke kansen tot resultaten die men niet direct voor de hand vindt liggen.
 
Van een gezin van vier kinderen is gegeven dat er minstens drie meisjes zijn. Wat is de (voorwaardelijke) kans dat het overgebleven kind een jongen is? Die kans is 4/5, want: