Reinder Zwolsman: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
k stijl (consequent verleden tijd); links
k Invulling parameters sjabloon
Regel 3:
== Biografie ==
==== Leertijd ====
Zwolsman werd geboren als jongste van zeven kinderen van een [[loods (scheepvaart)|zeeloods]]. Na de [[Hogereburgerschool|HBS]] te hebben voltooid volgde Zwolsman een jaar lang een opleiding tot onderwijzer, en daarna enige tijd een zangopleiding aan het [[Koninklijk Conservatorium (Den Haag)|Koninklijk Conservatorium]]. Zwolsman begon zijn carrière echter in het aannemingsbedrijf van zijn oom in [[Scheveningen]] dat in 1933 [[failliet]] ging, waarna Zwolsman onder eigen naam makelaarsactiviteiten ging verrichten.
 
Hij kreeg een ernstig auto-ongeval, met de gevolgen waarvan hij nog jarenlang zal kampen. Mede tengevolge hiervan ging Zwolsman op 12 september 1938 failliet; het faillissement werd enige weken later weer opgeheven. Vervolgens kocht hij de lege NV ABEX (aanneming-, bouw- en exploitatiebedrijf), waarin hij zijn activiteiten onderbracht.
 
==== De Tweede Wereldoorlog ====
Regel 20:
Frank verklaarde tegenover Haakman de eerste twee voorwaarden in te kunnen willigen, de laatste voorwaarde was echter te hoog gegrepen. Hillesheim werd gevonden en aan Frank gelaten. Frank hield zich van zijn kant aan de voorwaarden. Hij was zeer ingenomen met de diensten van Haakman en Zwolsman en verleende Zwolsman papieren waaruit bleek dat deze voor de SD werkte en met zijn eigen auto mocht rijden. Dit stelde Zwolsman in staat om wanneer hij op pad ging voor diensten aan de SD, zoals het afleveren van SD-gevangenen, en via Haakman in vrijheid gestelde gevangenen huiswaarts te rijden, tegelijkertijd diensten voor het verzet uit te voeren, zoals het vervoer van personen naar en van illegale besprekingen, van geheime documenten, van ondergedokenen naar dorpen aan de rand de rivieren, die de grens met het vrije zuiden vormden, tot en met het ophalen van vanuit Engeland gedropten, waaronder de later met de Militaire Willemsorde onderscheiden verzetsheldin [[Jos Gemmeke]].
 
Vanaf januari 1945 raakte het verzet betrokken bij het plegen van overvallen op [[zwarthandelaar|zwarthandelaren]] en hamsterende boeren. Omdat ook de SD tot taak had de zwarthandel te bestrijden, deed Zwolsman zich daarbij soms voor als SD agent. Dit bracht sommigen van de aanwezigen in de veronderstelling dat Zwolsman een handlanger van de Duitsers was.
 
== Na de oorlog ==
Als gevolg van Zwolsman’s dubbelspelactiviteiten en met name omdat hij zich daarbij soms jegens derden voordeed als SD agent, werden van diverse kanten beschuldigingen tegen hem geuit. Ook zijn rol bij het optreden tegen zwarthandelaren, als lid van een arrestatieteam na de bevrijding en bij de uitlevering van Hillesheim werden hem verweten. Op [[7 december]] [[1945]] werd hij gearresteerd en hij zat bijna 10 maanden in voorarrest. Procureur-generaal Mr [[J. Zaaijer]], belast met de opsporing en vervolging van oorlogsmisdaden bij het [[Bijzonder Gerechtshof]] besloot een onderzoek in te stellen naar de handel en wandel van Zwolsman in de oorlog. In het bijzonder verweet Zaaijer hem de uitlevering van Hillesheim en de gepleegde overvallen op zwarthandelaren, voor welke feiten hij hem liet vervolgen. Het Gerechtshof achtte de overvallen niet rechtmatig, maar legde terzake geen straf op, omdat de overvallen waren gepleegd met het doel de vijand te benadelen. Terzake de uitlevering van Hillesheim werd hij vrijgesproken. Het Hof erkende dat het doel, de bescherming van de groep Alsem, het zwaarst moest wegen. Het Hof overwoog verder dat ter terechtzitting was gebleken dat Zwolsman zich voor de nationale zaak op velerlei gebied verdienstelijk had gemaakt, grote financiële offers had gebracht en niet de opbrengsten van de gepleegde overvallen aan zichzelf ten goede had doen komen, maar juist aan goede doeleinden had besteed.<ref>De Jong t.a.p., blz 436</ref>
 
Toen toch nog belastende geluiden werden gehoord, liet Mr Zaaijer schriftelijk aan de advocaat van Zwolsman weten dit ten zeerste te betreuren. Hij gaf aan dat hij Zwolsman nooit had gezien als landverrader of collaborateur en dat hij evenmin had getwijfeld aan de goede Nederlandse gezindheid van Zwolsman. Het was er hem vooral om te doen het openbare gerucht om de persoon van Zwolsman door een onpartijdig onderzoek en beslissing te beëindigen. Zaaijer schreef: “De onaangenaamheden die Zwolsman als gevolg van de tegen hem behandelde strafzaak ondervindt, kan niet het gevolg zijn van de voor hem zo bijzonder gunstige beslissing van het Bijzonder Gerechtshof, welke niet zuiver formeel was, maar duidelijk een goedkeurend oordeel gaf over Zwolsmans gedragingen en de strekking van een rehabilitatie had”.<ref>brief dd. 14 april 1948{{feitBron?||2012|02|11}}</ref>
 
Op 28 februari 1951 ontving Zwolsman van koningin [[Juliana der Nederlanden|Juliana]] de [[Bronzen Leeuw]] wegens 'moedige en beleidvolle daden in de strijd tegen de vijand'.<ref>(Leidsch Dagblad, 19 februari 1951; p. 2/16)</ref> De Jong (blz. 437) merkt op: “Over dat beleidvolle valt, dunkt ons, te twisten – het woord ‘moedige’ was terecht gebruikt. In tegenstelling tot vele anderen heeft Zwolsman in de bezettingsjaren herhaaldelijk zijn leven in de waagschaal gesteld.”
 
==== De wederopbouw ====
Na de oorlog richtte Zwolsman zich met zijn beursgenoteerde bouwmaatschappij Verenigde Aannemings Bedrijven v/h Zwolsman, op de vele plannen die in het hele land ontwikkeld werden voor de [[wederopbouw]] van Nederland, en de bijbehorende gelden. Gedurende de [[1950-1959|jaren vijftig]] introduceerde het bedrijf de zogenaamde prefabricage-bouwmethode. Het had bouwprojecten lopen ter waarde van honderden miljoenen guldens. In heel Nederland leverde Zwolsman nieuwbouwwijken met duizenden woningen tegelijk op, maar hij richtte zich vooral op [[Den Haag]]. In 1959 bouwde hij de nieuwe [[Scheveningse pier|Pier van Scheveningen]] in opdracht van de [[Exploitatie Maatschappij Scheveningen|E.M.S.]]. Na een reeks fusies en overnames noemde hij zijn bouwbedrijf vanaf 1960 Intervam.<br />
In 1961 veranderde Zwolsman van bouwer in [[projectontwikkelaar]]. Hij verliet Intervam en kocht voor 3 miljoen gulden<ref>Leidsch Dagblad, 7 januari 1978; p. 27/36</ref> de Landbank, een sluimerende financieringsmaatschappij met onder meer 500 huizen in bezit. Hij trok vreemd vermogen aan en begaf zich op overnamepad. In heel Nederland kocht en exploiteerde Zwolsman kantoor- en bedrijfspanden. Naast ‘private equity’ wist Zwolsman ook vele kleine beleggers te interesseren. In de vroege [[1960-1969|jaren zestig]] verwierf Zwolsman zo de [[Houtrusthallen]] (1963), het [[Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen (Den Haag)|Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen]] en het landgoed [[Landgoed Backershagen|Backershagen]] (1962) in Den Haag, in Amsterdam onder andere het [[Lido (Amsterdam)|Lido]], San Marco en [[Theater Carré]] (1963), in Rotterdam een deelbelang in de [[Euromast]] (1964) en de hotels [[Huis ter Duin]], Palace en Rembrandt te [[Noordwijk (Zuid-Holland)|Noordwijk]].<ref>(Leidse Courant, 28 december 1963; p. 3/16)</ref> Verder verwierf de Landbank in 1963 Rutten’s Bierbrouwerij ‘De Zwarte Ruiter’ in Rotterdam, met als bekende dochter de landelijke cafetariaketen Ruteck’s.<ref>(Leidsche Courant, 05/02/1988; p. 4/18, P. van der Eijk, Een handvol Hagenaars, Den Haag, 1966, p. 54 e.v.)</ref>
 
Regel 38:
In 1962 begon Zwolsman zijn twee meest spraakmakende bouwprojecten. Als eerste verwierf hij de Exploitatiemaatschappij Scheveningen (E.M.S.), eigenaresse van alle grootschalige horeca in de badplaats Scheveningen, inclusief het [[Kurhaus (Scheveningen)|Kurhaus]] en het [[Circustheater]]. Zwolsman presenteerde daarop ambitieuze plannen voor de badplaats, die in die tijd vooral bestond uit vergane-glorie gebouwen die in slechte staat van onderhoud verkeerden. De Italiaanse architect [[Pier Luigi Nervi]] tekende een uitgebreid plan dat de sloop van een groot deel van de badplaats behelsde en naast enkele wolkenkrabbers een piramidevormig hotel bevatte.
 
Ook voor het Haagse centrum had Zwolsman een Plan-Nervi in petto. Zwolsman sprak van een project met internationale allure en schermde met belangstelling van Amerikaanse investeerders. Op de kavel, in Den Haag bekend als het [[Wijnhavengebied]], moesten hotels, winkels, woningen en parkeergarages komen. Blikvanger was een 130 meter hoge [[kantoortoren]], waarvoor Zwolsman de [[Rijksgebouwendienst]] hoopte te interesseren. De provincie [[Zuid-Holland]] voelde echter niets voor de massale kantoortoren en ging in 1964 al dwarsliggen.<br />
Ook in de Haagse nieuwbouwwijk [[Mariahoeve]] plande Zwolsman de bouw van een enorm [[winkelcentrum]]. Het moet ‘De Horst’ gaan heten en had de Rotterdamse [[Lijnbaan (Rotterdam)|Lijnbaan]] als voorbeeld. De Haagse gemeenteraad wees het plan echter af omdat men vreest voor concurrentie met de [[detailhandel]] in het Haagse centrum.
 
In de Haagse randgemeente [[Rijswijk (Zuid-Holland)|Rijswijk]] begint de E.M.S. in 1963 de bouw van flatwoningen aan de Prinses Beatrixlaan. Zwolsman presenteert een plan om landelijk 6000 woningen per jaar te bouwen. Er wordt gedacht aan projecten in Den Haag, [[Vlissingen]], [[Tilburg]], [[Alphen aan den Rijn]], [[Middelburg (Zeeland)|Middelburg]] en [[Nijmegen]].
Samen met [[Royal Dutch Shell|Shell]] begint Zwolsman begin jaren zestig met de bouw en exploitatie van benzinestations. Sindsdien zou hij zich blijvend inzetten voor de vestiging van een benzinestation op of nabij zijn bouwlocaties.<br />
In Rijswijk levert Zwolsman ‘[[In de Bogaard]]’ op, het grootste winkelcentrum van Nederland, vernoemd naar Rijswijks burgemeester [[Archibald_Theodoor_Bogaardt|A. Th. Bogaardt]]. De dochteronderneming [[Mecom]] experimenteerde er met [[commerciële televisie]] via een gesloten circuit.<ref>(Nieuwe Leidse Courant, Leidsch Dagblad, Leidse Courant, verslaggeving 1962-1964)</ref>
 
Regel 49:
 
==== Neergang ====
De naoorlogse architectuur werd algemeen al vrij snel zeer lelijk gevonden en ook Zwolsman ontsnapte niet aan dat sentiment. Omdat het [[ministerie van Volkshuisvesting]] regelmatig zijn bouwplannen dwarsboomde, weigerde hij in 1963 zijn Kurhaushotel ter beschikking te stellen voor de [[Noord-Atlantische Verdragsorganisatie|NAVO]]-conferentie in Scheveningen. Hiermee probeerde hij de Nederlandse regering soepelheid te doen tonen bij zijn bouw- en verbouwingsaanvragen. De gemeente Den Haag was furieus. De Haagse burgemeester [[Hans Kolfschoten|Kolfschoten]] veegde in zijn nieuwjaarstoespraak voor 1964 de vloer aan met Zwolsman’s plannen en beschuldigde hem van [[megalomanie]]. Door het gedoe met de [[piratenzender]] [[TV Noordzee|R.E.M.]], het opknippen van de geliefde horecaketen Ruteck’s en het koketteren met zijn vermogen van honderden miljoenen tijdens interviews met [[KRO|KRO's]] [[Brandpunt (televisieprogramma)|Brandpunt]] wekte Zwolsman de indruk zich boven alles en iedereen verheven te voelen. Hij wantrouwde de pers en richt dus een eigen tijdschrift op, de E.M.S.-monitor, onder redactie van de schrijver [[Leonard Huizinga]]. Later in 1964 brandde het O., K. en W.-gebouw aan de Zwarteweg in Den Haag af, een door de Hagenaars zeer geliefd theater. Zwolsman gaf toe, 2 miljoen gulden winst te maken op de verzekeringsuitkering, die overigens geheel werd geherinvesteerd in de verbouwing van het Scheveningse circustheater.<ref>(Leidse Courant 31 december 1964)</ref> Dit voedde de geruchten over brandstichting, hoewel daarvoor nooit bewijzen zijn gevonden. Branden zullen Zwolsman blijven achtervolgen; villa Backershagen sneuvelde in de vlammen en veel later werden ook de Scheveningse hotels Palace en Grand Hotel door brand verwoest, hoewel die toen al waren verkocht aan [[Bouwbedrijf Bredero]].<br />
Met de semi-illegale plaatsing van het vierde ‘eiland’ van de Scheveningse Pier bruuskeerde Zwolsman de overheden opnieuw. Hij negeerde de regelgeving van minister [[Koos Andriessen|Andriessen]] (CHU) van [[Ministerie van Economische Zaken (Nederland)|Economische Zaken]] toen hij de toegangsprijzen van de Pier verdubbelde. Door de voortdurende stagnatie van de plannen voor het Wijnhavengebied, overigens niet alleen de schuld van Zwolsman, verpauperde de kavel zienderogen en jarenlang lag het centrum van Den Haag braak.
 
Begin [[1970-1979|jaren zeventig]] was Zwolsman een van de meest gehate figuren in Den Haag en ook zijn oorlogsverleden bleek opeens verre van vergeten. In diezelfde periode ging het bergafwaarts met de Zwolsman-bedrijven. Vele kleine beleggers verloren hun in aandelen E.M.S. belegde geld, evenals Zwolsman zelf. Een deel van het onroerend goed werd overgenomen door de Amsterdamse handelaar [[Maup Caransa]]. De E.M.S. verkocht zijn Scheveningse bezittingen in 1973 voor 56 miljoen gulden aan Bouwbedrijf Bredero, naar eigen zeggen omdat hij het getreuzel van de gemeente inzake besluitvorming beu was.<ref>(Nieuwe Leidse Courant, Leidsch Dagblad, Leidse Courant, verslaggeving 1964 - 1970, 1975)</ref> In 1974 kreeg Zwolsman een auto-ongeluk; hij kon maar ternauwernood uit zijn brandende [[Bentley]] gered worden. Na dit ongeluk kreeg Zwolsman last van [[hoofdpijn]]aanvallen, die hem dwongen met pensioen te gaan.
 
De laatste Zwolsman-bedrijven, waaronder de E.M.S., werden in 1978 geliquideerd. In 1981 kondigde Zwolsman zijn come-back aan: hij presenteerde plannen voor het wetenschappelijk pretpark 'Futurama' dat moest worden gerealiseerd in [[Oost-Groningen]]. De plannen werden korte tijd later reeds afgeblazen.