Blood, Sweat & Tears: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Chicago -> ABC Records; Child Is Father to the Man; stijl
k Invulling parameters sjabloon
Regel 6:
Columbia Records begon een nieuwe zanger te werven en koos uiteindelijk voor [[David Clayton-Thomas]]. Met [[Chuck Winfield]], [[Lew Soloff]] en [[Jerry Hyman]] erbij had de band uiteindelijk negen leden. Zij brachten een tweede album uit, ''[[Blood, Sweat & Tears (album)|Blood, Sweat & Tears]]'' uit [[1969]]. Dat album had veel meer pop-invloeden en was daardoor meer populair. De drie singles van dat album die werden uitgebracht, ''You've Made Me So Very Happy'', ''Spinning Wheel'' en ''And When I Die'', werden stuk voor stuk een succes.
 
Wegens het succes van dit tweede album werd de groep gevraagd voor een optreden op [[Woodstock (muziekfestival)|Woodstock]], het grootste rockconcert van de jaren zestig. 'Blood, Sweat & Tears' speelde daar vijf nummers en werd daar volop voor geprezen.{{feitBron?||2011|12|10}}
 
In [[1970]] kwam een nieuw album uit, maar dit was een flop vergeleken met de vorige twee albums. Het vierde album bevestigde dat het niveau van de band daalde, en zorgde er bovendien voor dat er opnieuw problemen ontstonden tussen de bandleden onderling. Jerry Hyman werd vervangen door Dave Bargeron en de rest van de groep splitste zich in een jazz-fractie en een rock-fractie. Zanger Clayton-Thomas verliet de groep om een solocarrière te beginnen. Hij werd vervangen door [[Bob Doyle]], die op zijn beurt na enkele jaren weer werd vervangen door [[Jerry Fisher]]. Fred Lipsius verliet de band eveneens en werd vervangen door [[Joe Henderson]] en daarna door [[Lou Marini Jr.]], terwijl [[Larry Willies]] voor Dick Halligan in de plaats kwam. [[George Wadenius]] werd tweede gitarist. In de tussentijd bracht Columbia Records een Greatest Hits-album uit.