Paalworm: verschil tussen versies

Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Dinamik-bot (overleg | bijdragen)
k r2.6.5) (robot Anders: bg:Teredinidae
k Linkfix ivm sjabloonnaamgeving / parameterfix
Regel 4:
| afbeelding=Teredo navalis - Herklots1859.jpg
| afbeeldingtekst=boven: binnenzijde, onder: buitenzijde van de schelp
| grootte=235px
| rijk=[[Dierenrijk|Animalia]] (Dieren)
| stam=[[Weekdieren|Mollusca]] (Weekdieren)
Regel 29 ⟶ 28:
Zoals bijna alle mariene tweekleppigen hebben paalwormen een vrijzwemmende [[veliger]]larve. Als de schelp van de larve te zwaar wordt dan zet het dier zich op het substraat vast. Als dit geschikt is begint de borende levenswijze. Volwassen dieren leven borend in een matig hard substraat van plantaardige oorsprong zoals dood hout en veen.
 
Tot voor kort waren biologen van oordeel{{feitBron?||2011|05|18}} dat de paalworm het hout niet eet, maar alleen als schuilplaats gebruikt. Via de opening van het geboorde gat zuigt het dier zeewater naar binnen, waaruit hij voedseldeeltjes filtert. Volgens nieuwere inzichten{{feitBron?||2011|05|18}} leeft de paalworm in [[symbiose]] met bepaalde bacteriën die [[cellulose]] kunnen verteren en zou een deel van de voeding langs deze weg worden verkregen. Naarmate de paalworm groeit (hij kan enkele tientallen centimeters lang worden), wordt de gang verder uitgeboord waardoor deze langer wordt. De wanden van de boorgang worden met een kalklaagje bedekt.
 
== Exoot ==
Lange tijd heeft men{{feitBron?||2011|05|18}} aangenomen dat de paalworm afkomstig was uit Oost-Azië en met schepen onbedoeld was geïmporteerd; dan zou het dus om een [[exoot]] gaan. Latere onderzoekers{{feitBron?||2011|05|18}} hebben echter vastgesteld dat de paalworm ook [[pelagische zone|pelagisch]] kan leven en gaan er vanuit dat de soort destijds ook in de Noordzee voorkwam, mede door gevonden fossiele resten. Toegenomen scheepvaart na de Middeleeuwen zou dan het dier in Europa de kans hebben gegeven zich verder te verspreiden. In Nederland werden omstreeks [[1730]] paalwormen aangetroffen en toenmalige houten [[Dijk (waterkering)|dijkbeschoeiingen]] ernstig aangetast. Om overstromingsrampen te voorkomen, moest men deze dijkbeschoeiingen door zware stenen vervangen.
 
De paalworm vormde ook een ernstige bedreiging voor houten schepen. De schepen kregen een tweede huid van grenenhout, die na aangetast te zijn, afgenomen kon worden. Als extra bescherming werden tussen de eiken- en grenenhouten romp koeienhuiden gestopt.